Besluit van 29 augustus 1930, betreffende uitzending naar Suriname en naar Curaçao
van Rijksambtenaren, die zich voor de vervulling van enig ambt in de burgerlijke dienst
aldaar beschikbaar stellen, en de regeling van hun terugkeer hier te lande
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Koloniën van 30 Mei 1930, 7de Afdeeling n°.
6;
Gelet op artikel 63 van de Grondwet;
Den Raad van State gehoord (advies van 24 Juni 1930, n°. 41);
Gelezen het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van 8 Juli 1930, 7de Afdeeling
n°. 13);
Overwegende, dat het noodzakelijk is, regelen vast te stellen omtrent uitzending naar
Suriname en Curaçao van personen, in dienst van het Rijk, ter vervulling van betrekkingen in den burgerlijken
Landsdienst van die gewesten;
Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: