Besluit van 17 augustus 1935, tot vaststelling van een wachtgeldregeling voor het
militaire personeel der zeemacht
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Defensie en van Binnenlandsche Zaken van 4
April 1935, VIIIe Afdeeling, n°. 129, en van 12 April 1935, n°. 489II, Afdeeling Pensioenen
en Wachtgelden;
Gelet op artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931;
Overwegende, dat het wenschelijk is Ons Besluit van den 30 Maart 1927 (Staatsblad n°. 64) tot vaststelling van een wachtgeldregeling voor het militair personeel der
zeemacht, zooals dat Besluit is gewijzigd en aangevuld bij Ons Besluit van 4 Februari
1931 (Staatsblad n°. 46), in te trekken en opnieuw vast te stellen;
Den Raad van State gehoord (advies van 14 Mei 1935, n°. 30);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie en van Binnenlandsche Zaken
van 30 Juli 1935, VIIIe Afdeeling, n°.1, en van 7 Augustus 1935, n°. 489III, Afdeeling
Pensioenen en Wachtgelden;
Hebben goedgevonden en verstaan:
A. in te trekken Ons Besluit van 30 Maart 1927 (Staatsblad n°. 64), tot vaststelling van een wachtgeldregeling voor het militaire personeel
der zeemacht, zooals dat Besluit is gewijzigd en aangevuld bij Besluit van 4 Februari
1931 (Staatsblad n°. 46);
B. te bepalen: