Bodemproductiewet 1939

Geraadpleegd op 21-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2012 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 08-02-2012 t/m 24-01-2014

Artikel 1

Deze wet verstaat onder:

  • a. "Onze Minister": Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • b. "bodemproductie": elke handeling, welke een onderdeel uitmaakt of kan uitmaken van den akkerbouw, den weidebouw, den tuinbouw, de ooftteelt, de veeteelt, de pluimveeteelt, de houtteelt en den boschbouw.

Artikel 2

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 3

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 4

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 5

Bij de uitvoering van deze wet doet Onze Minister zich bijstaan door een regeeringscommissaris voor de bodemproductie; deze wordt door Ons benoemd, geïnstrueerd, geschorst en ontslagen.

Artikel 8

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 10

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 10a

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 16

Deze wet kan worden aangehaald onder den titel "Bodemproductiewet 1939".

Artikel 17

  • 1 Deze wet treedt in werking, voor wat betreft de artikelen 1, 5, 6 en 7, met ingang van den dag na dien harer afkondiging.

  • 3 Wanneer het in het tweede lid bedoelde besluit is genomen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij dat besluit in werking gestelde bepalingen.

  • 4 Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan worden bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepalingen die ingevolge het tweede lid in werking zijn gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.

  • 5 Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, worden bepalingen die ingevolge het tweede lid in werking zijn gesteld, buiten werking gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.

  • 6 Het besluit, bedoeld in het tweede, vierde en vijfde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.

  • 7 Het besluit, bedoeld in het tweede, vierde en vijfde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.