Distributiewet 1939

Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 26-09-2002 en zichtdatum 26-09-2002.
Geldend van 17-02-1999 t/m 15-03-2005

Wet van 24 juni 1939, houdende regelen teneinde in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden een doelmatige distributie van goederen in het belang van volkshuishouding, landsverdediging en veiligheid van niet-militaire personen of lichamen mogelijk te maken

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regelen te stellen teneinde in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden een doelmatige distributie van goederen in het belang van volkshuishouding, landsverdediging en veiligheid van niet-militaire personen of lichamen mogelijk te maken;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Algemeene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder "Onze Minister": Onze Minister van Economische Zaken, dan wel, voor zover het betreft de toepassing van de artikelen 3 tot en met 8, 15, tweede en vierde lid, en 17 met betrekking tot de voedselvoorziening, Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel 2

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 3

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 4

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 5

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 6

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 7

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 8

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 10

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 2. Van de distributiekringen

Artikel 11

  • 1 Voor de toepassing van deze wet wordt het Rijk verdeeld in distributiekringen.

  • 2 Elke gemeente vormt een kring.

  • 3 Wij kunnen bepalen:

    • a. dat twee of meer gemeenten tezamen één kring zullen vormen;

    • b. dat, met inachtneming van door Onzen Minister te bepalen grenzen, een gemeente in twee of meer kringen zal worden verdeeld.

Artikel 12

  • 1 In elken kring is een distributiedienst.

  • 2 De burgemeester is het hoofd van den dienst en als zoodanig met de leiding daarvan belast. Hij kan, onder goedkeuring van Onzen Minister, een ander aanwijzen, die namens hem met de dagelijksche leiding van den dienst is belast. Hij stelt voor dezen een instructie vast.

  • 3 De burgemeester draagt er zorg voor, dat zodanige voorbereidingen getroffen worden, dat in geval van inwerkingtreding van een of meer van de in artikel 24, tweede lid, bedoelde artikelen, de distributiedienst tijdig de noodzakelijke handelingen ter uitvoering van het bij of krachtens die artikelen bepaalde kan verrichten.

  • 5 Indien binnen een door Onzen Minister te bepalen termijn een regeling niet aan Onze goedkeuring is onderworpen of Wij die niet goedkeuren, wordt de regeling door Ons vastgesteld.

  • 6 Het bepaalde in de leden 4 en 5 vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van wijziging en opheffing van een gemeenschappelijke regeling.

Artikel 13

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 14

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 15

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 16

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 17

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 3. Straf- en slotbepalingen

Artikel 24

  • 1 Deze wet treedt in werking, voor wat betreft de artikelen 1, 11 en 12, met ingang van den dag na dien harer afkondiging.

  • 3 Wanneer het in het tweede lid bedoelde besluit is genomen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij dat besluit in werking gestelde bepalingen.

  • 4 Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan worden bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepalingen die ingevolge het tweede lid in werking zijn gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.

  • 5 Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, worden de bepalingen die ingevolge het tweede lid in werking zijn gesteld, buiten werking gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.

  • 6 Het besluit, bedoeld in het tweede, vierde en vijfde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.

  • 7 Het besluit, bedoeld in het tweede, vierde en vijfde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage , den 24sten Juni 1939

WILHELMINA.

De Minister van Economische Zaken,

STEENBERGHE.

De Minister van Binnenlandsche Zaken,

VAN BOEYEN.

Uitgegeven den dertigsten Juni 1939.

De Minister van Justitie,

C. GOSELING.