Wet opheffing particuliere banken van leening

[Regeling vervallen per 01-07-2014.]
Geraadpleegd op 23-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 17-06-2014 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 30-06-2014

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Toelatingen, als bedoeld in artikel 13 der Pandhuiswet 1910, Staatsblad no. 321, worden niet meer verleend.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De vóór de inwerkingtreding van deze wet verleende toelatingen worden geacht te zijn ingetrokken op den eersten dag van de zevende maand na de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De houder van de Bank bevestigt binnen acht dagen na de inwerkingtreding van deze wet een voor het publiek duidelijk zichtbare kennisgeving aan het pandhuis, vermeldende den datum, waarop ingevolge deze wet geen panden meer in beleening mogen worden aangenomen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Indien de houder van de Bank niet voldoet aan het bij artikel 3 bepaalde, wordt de toelating geacht te zijn ingetrokken op den negenden dag na de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Het besluit van de Secretarissen-Generaal van de Departementen van Binnenlandsche Zaken en van Justitie betreffende de beëindiging van de werkzaamheden der particuliere banken van leening van 24/27 November 1942 ( Nederlandsche Staatscourant 14 Januari 1943, no. 9) vervalt.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Deze wet treedt in werking met ingang van den dag volgende op dien harer afkondiging.