Wet van 19 april 1947, betreffende het nemen van maatregelen tot het tegengaan van
bedrog in den handel in middelen ter bestrijding van verwekkers van plantenziekten
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is, maatregelen te nemen
tot het tegengaan van bedrog in den handel in middelen ter bestrijding van verwekkers
van plantenziekten, van uit landbouwoogpunt schadelijke dieren en van onkruiden en
daarbij tevens nieuwe, gelijksoortige regelen te stellen ter bestrijding van bedrog
in den handel in meststoffen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: