Wet van 22 juni 1951, houdende vaststelling van zekere waarborgen jegens bepaalde
groepen militairen en gewezen militairen van het voormalige K.N.I.L., alsmede hun
nagelaten betrekkingen
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de nieuwe
rechtsorde zekere waarborgen van het Rijk jegens bepaalde groepen militairen en gewezen
militairen van het voormalige K.N.I.L., alsmede hun nagelaten betrekkingen bij de
wet vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: