Wet op de rechterlijke indeling

Geraadpleegd op 22-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 24-12-2016.
Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Wet van 10 augustus 1951, houdende nieuwe vaststelling van het rechtsgebied en de zetels der rechtbank en kantongerechten

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtsgebieden en de zetels der rechtbanken en kantongerechten opnieuw vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Rechtbanken en gerechtshoven

Artikel 1

Er zijn elf rechtbanken, die als volgt worden aangeduid:

  • a. de rechtbank Amsterdam;

  • b. de rechtbank Den Haag;

  • c. de rechtbank Gelderland;

  • d. de rechtbank Limburg;

  • e. de rechtbank Midden-Nederland;

  • f. de rechtbank Noord-Holland;

  • g. de rechtbank Noord-Nederland;

  • h. de rechtbank Oost-Brabant;

  • i. de rechtbank Overijssel;

  • j. de rechtbank Rotterdam;

  • k. de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Artikel 2

Er zijn vier gerechtshoven, die als volgt worden aangeduid:

  • a. het gerechtshof Amsterdam;

  • b. het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden;

  • c. het gerechtshof Den Haag;

  • d. het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.

Artikel 3

Het rechtsgebied van een rechtbank onderscheidenlijk gerechtshof omvat het in paragraaf 2 onderscheidenlijk paragraaf 3 als zodanig genoemde arrondissement onderscheidenlijk ressort.

§ 2. Arrondissementen

Artikel 4

Het arrondissement Amsterdam omvat het grondgebied van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn.

Artikel 5

Het arrondissement Den Haag omvat het grondgebied van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Delft, Gouda, ’s-Gravenhage, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Krimpenerwaard, Leiden, Leiderdorp, Leidschendam-Voorburg, Lisse, Midden-Delfland, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Teylingen, Voorschoten, Waddinxveen, Wassenaar, Westland, Zoetermeer, Zoeterwoude en Zuidplas.

Artikel 5a

Het arrondissement Gelderland omvat het grondgebied van de provincie Gelderland.

Artikel 6

Het arrondissement Limburg omvat het grondgebied van de provincie Limburg.

Artikel 7

Het arrondissement Midden-Nederland omvat het grondgebied van de provincies Flevoland en Utrecht alsmede van de gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren.

Artikel 8

Het arrondissement Noord-Holland omvat het grondgebied van de gemeenten Alkmaar, Beemster, Bergen, Beverwijk, Bloemendaal, Castricum Den Helder, Drechterland, Edam-Volendam, Enkhuizen, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Landsmeer, Langedijk, Medemblik, Oostzaan, Opmeer, Purmerend, Schagen, Stede Broec, Texel, Uitgeest, Velsen, Watersland, Wormerland, Zaanstad en Zandvoort.

Artikel 9

Het arrondissement Noord-Nederland omvat het grondgebied van de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen.

Artikel 10

Het arrondissement Oost-Brabant omvat het grondgebied van de gemeenten Asten, Bergeijk, Bernheze, Best, Bladel, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cranendonck, Cuijk, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Grave, Haaren, Heeze-Leende, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Laarbeek, Landerd, Mill en St. Hubert, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Oirschot, Oss, Reusel-De Mierden, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Someren, Son en Breugel, Uden, Valkenswaard, Veghel, Veldhoven, Vught en Waalre.

Artikel 11

Het arrondissement Overijssel omvat het grondgebied van de provincie Overijssel.

Artikel 12

Het arrondissement Rotterdam omvat het grondgebied van de gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Binnenmaas, Brielle, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Goeree-Overflakkee, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leerdam, Maassluis, Molenwaard, Nissewaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Sliedrecht, Strijen, Vlaardingen, Westvoorne, Zederik en Zwijndrecht.

Artikel 13

Het arrondissement Zeeland-West-Brabant omvat het grondgebied van de provincie Zeeland alsmede van de gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Halderberge, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert.

§ 3. Ressorten

Artikel 14

Het ressort Amsterdam omvat de volgende arrondissementen:

  • a. Amsterdam;

  • b. Noord-Holland.

Artikel 15

Het ressort Arnhem-Leeuwarden omvat de volgende arrondissementen:

  • a. Gelderland;

  • b. Midden-Nederland;

  • c. Noord-Nederland;

  • d. Overijssel.

Artikel 16

Het ressort Den Haag omvat de volgende arrondissementen:

  • a. Den Haag;

  • b. Rotterdam.

Artikel 17

Het ressort ’s-Hertogenbosch omvat de volgende arrondissementen:

  • a. Limburg;

  • b. Oost-Brabant;

  • c. Zeeland-West-Brabant.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 18

Indien een herindelingsregeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet algemene regels herindeling leidt tot een wijziging van het grondgebied van een arrondissement of ressort, heeft die wijziging geen gevolgen voor de rechterlijke bevoegdheid in zaken die op de datum van herindeling bij een rechtbank of gerechtshof aanhangig zijn.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 10 Augustus 1951

JULIANA.

De Minister van Justitie a.i.,

J. H. VAN MAARSEVEEN.

Uitgegeven de een en twintigste Augustus 1951.

De Minister van Justitie a.i.,

J. H. VAN MAARSEVEEN.