Wet van 5 maart 1952, houdende veiligheidsvoorschriften met betrekking tot gevaarlijke
werktuigen en beveiligingsmiddelen
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het belang van de veiligheid
en de gezondheid voorschriften vast te stellen, waaraan gevaarlijke werktuigen en
beveiligingsmiddelen moeten voldoen, of welke met betrekking tot gevaarlijke werktuigen
en beveiligingsmiddelen moeten worden in acht genomen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: