Wet van 29 mei 1952, houdende nadere regelen met betrekking tot de pensioenaanspraken
van bepaalde groepen van gewezen militairen van het Koninklijk Nederlands Indonesisch
Leger, alsmede van hun nagelaten betrekkingen
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nadere regelen te stellen
met betrekking tot de pensioenaanspraken van bepaalde groepen van gewezen militairen
van het Koninklijk Nederlands Indonesisch Leger, alsmede van hun nagelaten betrekkingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: