§ 1. Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
In de bij of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften wordt verstaan onder:
toestellen: technische voortbrengselen, die worden gebruikt of zijn bestemd tot gebruik
op een zodanige wijze, dat daarin aanwezig kan zijn damp onder een hogere druk dan
die van de dampkring of vloeistof bij een temperatuur, waarbij de dampspanning van
deze stof hoger is dan die van de dampkring;
stoomketels: toestellen, waarin water wordt verhit door toevoer van warmte, welke
niet is onttrokken aan een ander toestel, waarop deze wet van toepassing is;
stoomtoestellen: stoomketels alsmede toestellen, welke met deze zodanig worden verbonden,
dat tussen het toestel en de stoomketel overdracht van warmte door middel van damp
of vloeistof plaats vindt;
dampketels: toestellen, waarin een andere vloeistof dan water wordt verhit door toevoer
van warmte welke niet is onttrokken aan een ander toestel, waarop deze wet van toepassing
is;
damptoestellen: dampketels alsmede toestellen, welke met deze zodanig worden verbonden,
dat tussen het toestel en de dampketel overdracht van warmte door middel van damp
of vloeistof plaats vindt;
toebehoren: technische voortbrengselen, strekkende om het veilig gebruik van stoomtoestellen
of damptoestellen te bevorderen;
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.