Besluit van 31 januari 1955, houdende instelling van een bedrijfschap voor de groothandel
en het bedrijf van tussenpersoon in eieren
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van
Economische Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en van Sociale Zaken
en Volksgezondheid van 12 November 1954, no. B. 1946, Directie voor Wetgeving en andere
Juridische Aangelegenheden;
Overwegende, dat het wenselijk is overeenkomstig het door de Sociaal-Economische Raad
op 9 Juli 1954 uit eigen beweging daartoe uitgebrachte advies over te gaan tot instelling
van een bedrijfschap als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22, sedert gewijzigd) voor ondernemingen op het gebied van de groothandel
en het bedrijf van tussenpersoon in eieren;
Gelet op genoemde wet;
De Raad van State gehoord (advies van 30 November 1954, no. 26);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 24 Januari 1955, no. B.
2254, Directie voor Wetgeving en andere Juridische Aangelegenheden;
Hebben goedgevonden en verstaan: