Wet van 15 augustus 1955, houdende vaststelling van de wet op de justitiële documentatie
en op de verklaringen omtrent het gedrag
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de wet regelen te
stellen betreffende het registreren en verstrekken van justitiële gegevens, zomede
inzake de afgifte van verklaringen omtrent het gedrag;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: