Wet van 21 februari 1957, tot regeling van het door verwerking tot nuttige produkten
onschadelijk maken van ondeugdelijk materiaal van dierlijke herkomst
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter voorkoming van gevaar,
schade of hinder voor de openbare gezondheid regelen vast te stellen omtrent het door
verwerking tot nuttige producten onschadelijkmaken van ondeugdelijk materiaal van
dierlijke herkomst;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: