Wet van 9 april 1959, houdende een interimregeling inzake beperking van samenloop
van pensioenen en uitkeringen ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet met renten
en uitkeringen ingevolge de Ongevallenwetten, bijslagen op die renten en uitkeringen
en toeslagen op renten krachtens de Invaliditeitswet
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een regeling te treffen
inzake beperking van samenloop van pensioenen en uitkeringen ingevolge de Algemene
Weduwen- en Wezenwet met renten en uitkeringen ingevolge de Ongevallenwetten in verbinding
met de Liquidatiewet ongevallenwetten, bijslagen op die renten en uitkeringen en toeslagen op renten krachtens de Invaliditeitswet;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: