UITSLUITING VAN STRAFBARE FEITEN VAN HET AANHANGIG MAKEN DOOR OPROEPING
De Minister van Justitie a.i.,
Gelet op de artikelen 382 e.v. van het Wetboek van Strafvordering en op het bepaalde in de beschikking van 23 december 1925, nr. 949, 2de afdeling
A (Stcrt. 1925, 249), welke beschikking wordt vastgesteld ter voldoening aan het bepaalde
in de artikelen 367 e.v. en 382 e.v. van het Wetboek van Strafvordering en welke laatstelijk werd gewijzigd bij beschikking van 5 februari 1952, nr. 2008,
2de afdeling A (Stcrt. 1952, 27);
Overwegende, dat het gestelde in voornoemde beschikking ten gevolge van de wet van
9 januari 1958 (Stb. 7), houdende wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van het Wetboek van Strafvordering, nadere voorziening behoeft,
Besluit in te trekken het in genoemde beschikking van 23 december 1925, onder A t.a.v.
kantongerechtszaken en onder C, E en F gestelde,