Besluit van 31 augustus 1959, houdende vaststelling van een nieuwe regeling tot toekenning
van wachtgeld bij ontslag aan burgerlijke Rijksambtenaren
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 17 juli 1959, nummer
A 592/U 2395, Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken, Afdeling Algemene en Juridische
Zaken;
Gelet op artikel 125, eerste lid van de Ambtenarenwet 1929;
De Raad van State gehoord (advies van 11 augustus 1959 nummer 21);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken a.i., van 26 augustus
1959, nummer A 592/2756, Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken, Afdeling Algemene
en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: