Bijlage A. behorend bij de artikelen 4 tot en met 4d van het Waterleidingbesluit
[Regeling vervallen per 01-07-2011]
Tabel I. Microbiologische parameters
[Regeling vervallen per 01-07-2011]
Parameter
|
Maximum waarde
|
Eenheid
|
Opmerkingen
|
Cryptosporidium
|
|
|
Noot 1
|
Escherichia coli
|
0
|
kve/100 ml
|
kve = kolonievormende eenheden
|
Enterococcen
|
0
|
kve/100 ml
|
|
(Entero)virussen
|
|
|
Noot 1
|
Giardia
|
|
|
Noot 1
|
Noot:
1) Micro-organismen mogen krachtens artikel 4, eerste lid, niet in een zodanige concentratie in het leidingwater voorkomen dat gevaar voor
de volksgezondheid kan ontstaan. Voor bepaalde micro-organismen, zoals virussen en
protozoa (onder meer Cryptosporidium en Giardia), is het niet mogelijk om concentraties
te meten op het zeer lage niveau, waarop blootstelling relevant is voor de gezondheid
van de gebruiker. In plaats hiervan dient de eigenaar die gebruik maakt van oppervlaktewater
als grondstof voor de bereiding van leidingwater op basis van metingen van de desbetreffende
micro-organismen in het ruwe water en gegevens over de verwijderingscapaciteit bij
de verschillende zuiveringsprocessen (inclusief eventuele bodempassages) in overleg
met de toezichthouder een kwantitatieve risicoanalyse voor het bereide leidingwater
op te stellen.
Voor het door middel van deze risicoanalyse berekende theoretische infectierisico
geldt een voorlopige grenswaarde van één infectie per 10 000 personen per jaar. De
toetsing aan deze (voorlopige) grenswaarde voor het infectierisico dient in elk geval
te worden uitgevoerd voor Enterovirussen, Cryptosporidium en Giardia, maar geldt in
principe ook voor andere pathogene micro-organismen. Indien het berekende infectierisico
groter is dan de genoemde grenswaarde, dient de eigenaar met de toezichthouder te
overleggen over te nemen maatregelen.
De toezichthouder kan bepalen dat voor kwetsbare grondwaterwinningen eenzelfde risicoanalyse
wordt uitgevoerd.
De term «voorlopige grenswaarde» wordt gebruikt om aan te geven dat het hier om een
toetsingswaarde gaat die in de praktijk nog nader wordt getoetst. Aanpassing van deze
waarde is daarom niet uitgesloten.
Tabel II. Chemische parameters
[Regeling vervallen per 01-07-2011]
Parameter
|
Maximum waarde
|
Eenheid
|
Opmerkingen
|
Acrylamide
|
0,10
|
µg/l
|
Noot 1
|
Antimoon
|
5,0
|
µg/l
|
|
Arseen
|
10
|
µg/l
|
|
Benzeen
|
1,0
|
µg/l
|
|
Benzo(a)pyreen
|
0,010
|
µg/l
|
|
Boor
|
0,5
|
mg/l
|
|
Bromaat
|
1,0
|
µg/l
|
Bij desinfectie geldt een maximale waarde van 5,0 µg/l (als 90 percentielwaarde, met
een maximum van 10 µg/l)
|
Cadmium
|
5,0
|
µg/l
|
|
Chroom
|
50
|
µg/l
|
Noot 2
|
Cyaniden (totaal)
|
50
|
µg/l
|
Noot 3
|
1,2-Dichloorethaan
|
3,0
|
µg/l
|
|
Epichloorhydrine
|
0,10
|
µg/l
|
Noot 1
|
Fluoride
|
1,1
|
mg/l
|
|
Koper
|
2,0
|
mg/l
|
Noot 2
|
Kwik
|
1,0
|
µg/l
|
|
Lood
|
10
|
µg/l
|
Tot 1-1-2006 geldt een maximum van 25 µg/l Noot 2
|
Nikkel
|
20
|
µg/l
|
Noot 2
|
Nitraat
|
50
|
mg/l
|
Noot 4
|
Nitriet
|
0,1
|
mg/l
|
Noot 4
|
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) (som)
|
0,10
|
µg/l
|
Som van gespecificeerde verbindingen met concentratie hoger dan de detectiegrens.
Noot 5
|
Polychloorbifenylen (PCB's) (individueel)
|
0,10
|
µg/l
|
Per stof.
|
PCB's (som)
|
0,50
|
µg/l
|
Som van gespecificeerde verbindingen met concentratie > 0,05 µg/l Noot 6
|
Pesticiden (individueel)
|
0,10
|
µg/l
|
Per stof. Noot 7. Voor aldrin, dieldrin, heptachloor en heptachloorepoxide geldt een
maximum waarde van 0,030 µg/l.
|
Pesticiden (som)
|
0,50
|
µg/l
|
Som van afzonderlijke pesticiden met concentratie hoger dan de detectiegrens.
|
Seleen
|
10
|
µg/l
|
|
Tetra- en trichlooretheen (som)
|
10
|
µg/l
|
|
Trihalomethanen (som)
|
25
|
µg/l
|
Som van gespecificeerde verbindingen (als 90 percentiel, met een maximum van 50).
Noot 8 Tot 1-1-2006 geldt een maximum van 100 µg/l.
|
Vinylchloride
|
0,50
|
µg/l
|
Noot 1
|
Noten:
1) Deze parameterwaarde heeft betrekking op de residuele monomeerconcentratie in het
water, berekend aan de hand van specificaties inzake de maximum migratie van de overeenkomstige
polymeer in contact met water.
2) Deze waarde geldt voor een monster van voor menselijke consumptie bestemd water
dat via een passende steekproefmethode aan de kraan verkregen is, en dat representatief
mag worden geacht voor de gemiddelde waarde die de verbruiker wekelijks binnen krijgt.
Deze methode zal worden vastgesteld door de Inspecteur, waarbij rekening wordt gehouden
met eventuele pieken die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid.
Waar nodig schrijft de Inspecteur de toepassing van bemonsterings- en controlemethoden
voor, die zijn geharmoniseerd overeenkomstig de in Externe link: Richtlijn 98/83/EG vastgelegde procedure.
3) Met behulp van de methode moet het totaal aan cyanide in elke vorm worden bepaald.
4) Ten aanzien van de concentraties nitraat en nitriet dient tevens te worden voldaan
aan de voorwaarde dat [nitraat]/50 +[nitriet]/3 <1, waarbij de rechte haken de concentratie
in mg/l uitdrukken, voor nitraat in NO3, en voor nitriet in NO2.
5) De gespecificeerde verbindingen zijn: pyreen, benzo(a)antraceen, benzo(ghi)peryleen,
fenantreen, indeno(1,2,3-cd)pyreen, anthraceen, benzo(b)fluorantheen, benzo(k)fluorantheen,
chryseen en fluorantheen
6) De gespecificeerde verbindingen zijn: PCB nr. 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180.
7) Onder pesticiden wordt verstaan: organische insecticiden, organische herbiciden,
organische fungiciden, organische nematociden, organische acariciden, organische algiciden,
organische rodenticiden, organische slimiciden en soortgelijke producten (onder meer
groeiregulatoren), en hun metabolieten en afbraak- of reactieproducten die humaan
toxicologisch relevant zijn.
8) De gespecificeerde verbindingen zijn: chloroform, bromoform, dichloorbroommethaan
en broomdichloormethaan. De concentratie broomdichloormethaan mag niet hoger zijn
dan 15 µg/l.
Tabel IIIa. Indicatoren – Bedrijfstechnische parameters
[Regeling vervallen per 01-07-2011]
Parameter
|
Maximum waarde (tenzij anders aangegeven)
|
Eenheid
|
Opmerkingen
|
Aeromonas (30 °C)
|
1000
|
kve/100 ml
|
kve = kolonievormende eenheden
|
Ammonium
|
0,20
|
mg/l
|
|
Bacteriën van de coligroep
|
0
|
kve/100 ml
|
|
Bacteriofagen
|
–
|
pve
|
pve = plaque vormende eenheden
|
Chloride
|
150
|
mg/l
|
Jaargemiddelde. Het water mag niet agressief zijn.
|
Clostridium perfringens (inclusief sporen)
|
0
|
kve/100 ml
|
|
DOC/TOC
|
Geen abnormale verandering
|
mg/l
|
Noot 1
|
Geleidingsvermogen
|
125 bij 20 °C
|
mS/m
|
Het water mag niet agressief zijn.
|
Hardheid (totaal)
|
1 < totale hardheid < 2,5 (mmol)
|
mmol/l
|
Totale hardheid te berekenen als aantal mmol Ca2+ plus Mg2+/l. Bij toepassing van ontharding of ontzouting geldt deze waarde als 90 percentiel
|
Koloniegetal bij 22 °C
|
100
|
kve/ml
|
Geometrische jaargemiddelde. Geen abnormale verandering.
|
Radioactiviteit
|
|
|
Noot 2
|
Totale α Totale ß Tritium Indicatieve dosis (totaal)
|
0,1 1 100 0,10
|
Bq/l Bq/l Bq/l mSv/j
|
|
Saturatie Index (SI)
|
> –0,2
|
SI
|
Het water mag niet agressief zijn.
|
Temperatuur
|
25 °C
|
|
Geldt voor koud leidingwater
|
Waterstofcarbonaat
|
> 60
|
mg/l
|
|
Zuurgraad / waterstof-ionenconcentratie
|
7,0 < pH < 9,5
|
pH-eenheden
|
Het water mag niet agressief zijn.
|
Zuurstof
|
>2
|
mg/l
|
|
Noten:
1) Indien DOC/TOC (dissolved organ carbon/total organ carbon) niet wordt bepaald,
dan dient de oxideerbaarheid met KMnO4 te worden bepaald (norm 5,0 mg/l O2).
2) Totaal α, uitgezonderd radon, inclusief kortlevende vervalprodukten van radon.
Totaal ß behalve 40 K, tritium en kortlevende vervalprodukten van radon.
Tabel IIIb. : Indicatoren – Organoleptische/esthetische parameters
[Regeling vervallen per 01-07-2011]
Parameter
|
Maximum waarde
|
Eenheid
|
Opmerkingen
|
Aluminium
|
200
|
µg/l
|
Noot 1
|
Geur
|
Aanvaardbaar voor de gebruikers en geen abnormale verandering
|
–
|
Noot 2
|
Kleur
|
20
|
mg/l Pt/Co
|
|
IJzer
|
200
|
µg/l
|
|
Mangaan
|
50
|
µg/l
|
|
Natrium
|
150
|
mg/l
|
Jaargemiddelde met een maximum van 200 mg/l
|
Smaak
|
Aanvaardbaar voor de gebruikers en geen abnormale verandering
|
–
|
Noot 2
|
Sulfaat
|
150
|
mg/l
|
Het water mag niet agressief zijn.
|
Troebelingsgraad
|
4 (tap) 1 (af pompstation)
|
FTE
|
FTE = formazine troebelingseenheden Noot 3.
|
Zink
|
3,0
|
mg/l
|
Na > 16 uur stilstand
|
Noten:
1) Bij (dreigende) overschrijding van een waarde voor aluminium van 30 µg/l dient
dit aan de toezichthouder gemeld te worden in verband met het eventueel gebruik van
het leidingwater voor nierdialyse.
2) Analyse kan kwalitatief worden uitgevoerd. Indien het resultaat positief is dient
een kwantitatieve analyse te worden uitgevoerd, bijvoorbeeld volgens de verdunningsmethode.
3) In aanvulling op de kwantitatieve eis geldt dat de troebelingsgraad aanvaardbaar
voor de gebruikers dient te zijn en geen abnormale veranderingen mag vertonen.
Tabel IIIc. : Indicatoren – Signaleringsparameters (noot 1)
[Regeling vervallen per 01-07-2011]
Parameter
|
Maximum waarde
|
Eenheid
|
Opmerkingen
|
AOX
|
–
|
µmol X/l
|
|
Aromatische aminen
|
1
|
µg/l
|
Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 µg/l. Noot 2
|
(Chloor)fenolen
|
1
|
µg/l
|
Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 µg/l Noot 2
|
Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen
|
1
|
µg/l
|
|
Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen
|
1
|
µg/l
|
|
Monocyclische koolwaterstoffen / aromaten
|
1
|
µg/l
|
|
Noten:
1) Deze kwaliteitseisen zijn bedoeld voor het signaleren van mogelijke verontreinigingen.
Wanneer de aangegeven waarde (1 µg/l) wordt gemeten is er geen risico voor de volksgezondheid,
maar zal er nader onderzoek plaats vinden. Deze parameters (als groep) zijn bedoeld
om de kwaliteit van de bron te bewaken. Het inzetten van multimethoden is een goede
mogelijkheid om de meetinspanning te beperken.
2) Metabolieten van pestciden, welke in humaan toxicologisch opzicht relevant zijn,
vallen onder tabel II van deze bijlage.