Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
1 Onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen verstaan onder:
goederen: roerende lichamelijke zaken, met uitzondering van binnenlandse en buitenlandse
wettige betaalmiddelen;
Communautair douanewetboek: verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling
van het communautair douanewetboek (PbEG L 302);
communautaire goederen: goederen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 4, onderdeel
7, van het Communautair douanewetboek;
invoer van goederen: de plaatsing van goederen onder enige douaneregeling als bedoeld
in artikel 4, onderdeel 16, onder a, d en f, van het Communautair douanewetboek, alsmede iedere handeling die daarop kennelijk
rechtstreeks is gericht;
uitvoer van goederen: de plaatsing van communautaire goederen onder een douaneregeling
als bedoeld in artikel 4, onderdeel 16, onder c, g en h, van het Communautair douanewetboek, alsmede iedere handeling die daarop kennelijk
rechtstreeks is gericht;
College: het College van Beroep voor het bedrijfsleven;
bedrijfslichaam: een bedrijfslichaam als bedoeld in artikel 66, vierde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.
-
2 De artikelen van deze wet die betrekking hebben op goederen hebben mede betrekking
op programmatuur, op technologie en op andere producten dan goederen, voor zover deze
verband houden met goederen die worden aangemerkt als strategische goederen in een
krachtens deze wet vastgesteld invoer- of uitvoerbesluit onderscheidenlijk een krachtens
artikel 2, vierde lid, of 7, eerste lid, vastgestelde ministeriële regeling.
-
4 Voor de toepassing van de bij of krachtens deze wet ter zake van invoer gestelde
regelen worden goederen als bedoeld in de artikelen 202, eerste lid, en 203, eerste
lid, alsmede goederen met betrekking tot welke niet is voldaan aan enige verplichting
of voorwaarde als bedoeld in artikel 204, eerste lid, van het Communautair douanewetboek,
geacht te zijn geplaatst onder de douaneregeling, bedoeld in artikel 4, onderdeel
16, onder a, van dat wetboek.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
1 Indien het belang van de volkshuishouding, van de inwendige of uitwendige veiligheid
des lands of van de internationale rechtsorde op zichzelf, dan wel een daarop betrekking
hebbende internationale afspraak zulks naar Ons oordeel vereist, kunnen bij algemene
maatregel van bestuur, in deze wet verder genoemd invoerbesluit, onderscheidenlijk
uitvoerbesluit, regelen worden gesteld ten aanzien van:
-
a. de invoer of de uitvoer van daarbij aangewezen goederen,
-
b. de invoer of de uitvoer van goederen, die bestemd zijn voor, of van herkomst of oorsprong
zijn uit daarbij aangewezen landen, dan wel een onbekende bestemming, herkomst of
oorsprong hebben, of
-
c. de invoer of de uitvoer van goederen, die op een daarbij aangegeven wijze worden betaald.
-
2 In een invoer- of uitvoerbesluit kan worden bepaald dat bij of krachtens dat besluit
ten aanzien van de invoer of uitvoer van goederen gestelde regelen slechts gelden
met betrekking tot een of meer daarbij aangewezen bestemmingen onderscheidenlijk gevallen
als bedoeld in de in artikel 1 opgenomen definitie van invoer onderscheidenlijk uitvoer van goederen. Daarbij kan
tevens worden bepaald, dat voor de toepassing van die regelen en de daarop berustende
bepalingen de definitie van invoer onderscheidenlijk uitvoer slechts betrekking heeft
op de aangewezen bestemmingen onderscheidenlijk gevallen.
-
4 Indien de regelen, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, uitsluitend strekken
ter uitvoering van verplichtingen die voortvloeien uit verdragen of uit bindende besluiten
van volkenrechtelijke organisaties kan Onze Minister van Economische Zaken dan wel
Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij wat betreft verplichtingen op
zijn terrein, in overeenstemming met Onze Minister wie het mede aangaat deze regelen
vaststellen.
Artikel 2a
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
1 Indien een in artikel 2, eerste lid, bedoeld belang of internationale afspraak, ten behoeve waarvan in een invoer- of
uitvoerbesluit ten aanzien van de invoer of uitvoer van goederen regelen worden gesteld,
zulks naar Ons oordeel vereist, kunnen die regelen in dat besluit van overeenkomstige
toepassing worden verklaard op andere handelingen, welke worden verricht met betrekking
tot zodanige goederen, voor zover het, in de zin van het Communautair douanewetboek,
betreft:
-
a. goederen die op regelmatige wijze zijn aangebracht en aangegeven of op regelmatige
wijze zijn aangebracht onder geleide van een document voor communautair douanevervoer
en die nog niet zijn vrijgegeven voor een van de douanebestemmingen als bedoeld in
artikel 4, onderdeel 16, onder a, d of f, van het Communautair douanewetboek;
-
b. communautaire goederen die zijn aangegeven voor de douaneregeling uitvoer dan wel
niet-communautaire goederen waarvoor een aangifte tot wederuitvoer is gedaan.
Ter zake van die toepassing kunnen bij of krachtens het besluit nadere regelen worden
gesteld.
-
3 Indien het belang van de internationale rechtsorde of een daarop betrekking hebbende
internationale afspraak, ten behoeve waarvan in een uitvoerbesluit ten aanzien van
de uitvoer van goederen regelen worden gesteld, zulks naar Ons oordeel vereist, kunnen
die regelen in dat besluit van overeenkomstige toepassing worden verklaard op het
doen uitgaan van zodanige goederen uit Nederland met als bestemming een andere Lid-Staat
van de Europese Gemeenschappen. Het eerste lid, tweede volzin, en het tweede lid zijn
van overeenkomstige toepassing.
-
6 Voor zover dit strekt tot uitvoering van verdragen of van bindende besluiten van volkenrechtelijke
organisaties, kan Onze Minister van Economische Zaken regelen stellen ten aanzien
van de uitvoer en de wederuitvoer van goederen waarvoor geen verbod op de uitvoer
zonder vergunning van Onze Minister van Economische Zaken geldt op grond van een uitvoerbesluit
of een regeling als bedoeld in artikel 2, vierde lid, of 7, eerste lid.
Artikel 2b
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
1 Indien een in artikel 2, eerste lid, bedoeld belang of internationale afspraak zulks naar Ons oordeel vereist, kunnen
bij algemene maatregel van bestuur regelen worden gesteld ten aanzien van in het internationaal
handelsverkeer omtrent goederen te bezigen verklaringen, of kan bij algemene maatregel
van bestuur aan Onze daarbij aangewezen Ministers de bevoegdheid worden toegekend
te dien aanzien regelen te stellen een en ander onverminderd het in artikel 2 bepaalde. Bij of krachtens zodanige maatregel kan het orgaan worden aangewezen, dat
met het verstrekken van dergelijke verklaringen is belast. Bij zodanige aanwijzing
kan van het aangewezen orgaan de medewerking worden gevorderd.
-
2 Indien een in artikel 2, eerste lid, bedoeld belang of internationale afspraak zulks naar Ons oordeel vereist, kunnen
bij algemene maatregel van bestuur regelen worden gesteld met betrekking tot het doen
van kennisgevingen in verband met het doen uitgaan van de goederen, bedoeld in artikel 2a, vijfde lid.
Artikel 2c
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
2 Een invoer- of uitvoerbesluit, zomede een besluit tot wijziging of intrekking daarvan,
treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.
-
3 Met betrekking tot een op grond van het belang van de internationale rechtsorde op
zichzelf, dan wel op grond van een daarop betrekking hebbende internationale afspraak,
anders dan ter voldoening aan een verplichting die voortvloeit uit een verdrag of
uit een bindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, vastgesteld invoer-
of uitvoerbesluit, waarin regelen worden gesteld ten aanzien van daarbij aangewezen
landen, zomede met betrekking tot een besluit tot intrekking of wijziging daarvan,
is het bepaalde in het vierde en vijfde lid van toepassing.
-
4 Met betrekking tot een invoer- of uitvoerbesluit als bedoeld in het derde lid kan,
binnen één maand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het betrokken besluit wordt geplaatst, door of namens één der Kamers der Staten-Generaal
of door ten minste een vijfde van één dier Kamers de wens te kennen worden gegeven,
dat het betrokken besluit bij de wet zal worden bekrachtigd. Indien zodanige wens
te kennen is gegeven, wordt zo spoedig mogelijk een desbetreffend voorstel van wet
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden.
-
6 Een invoer- of uitvoerbesluit vervalt, behoudens eerdere intrekking, drie jaren na
het in werking treden, tenzij bij nadere wet anders wordt bepaald.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Onze Minister van Economische Zaken kan in overeenstemming met Onze Minister wie het
mede aangaat regelen stellen ten aanzien van de overdracht van programmatuur en technologie
door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon naar een bestemming
buiten de Europese Gemeenschappen. De artikelen 2, eerste, tweede en derde lid, onder a en d, 2a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2b, 4, eerste en tweede lid, 5, 9, eerste lid, 10, 10a, en 12b zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
2 Bij of krachtens een dergelijk besluit kan voorts worden bepaald, dat ter zake van
het aanvragen en ter zake van het verkrijgen van een vergunning, een restitutie, een
bijdrage of een ontheffing bij dat besluit vastgestelde bedragen moeten worden betaald,
en kunnen regelen worden gesteld betreffende het tijdstip en de wijze van betaling.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
3 De voorschriften, verbonden aan op invoer van goederen betrekking hebbende vergunningen,
vrijstellingen of ontheffingen, kunnen de verplichting inhouden:
-
a. die goederen te leveren aan bij die voorschriften aangewezen afnemers of aan afnemers,
behorende tot een daarbij aangewezen groep;
-
b. die goederen of de daaruit of met behulp daarvan verkregen goederen, indien die voorschriften
tot uitvoer daarvan verplichten, niet uit te voeren naar in die voorschriften aangewezen
landen.
-
4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van vergunningen, vrijstellingen
of ontheffingen, verleend ter zake van gedragingen als bedoeld in artikel 2a, eerste of derde lid.
Artikel 5a
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Indien bij of krachtens een invoer- of uitvoerbesluit, dan wel bij een regeling op
grond van artikel 2, vierde lid, of artikel 7, eerste lid, restituties of bijdragen als bedoeld in artikel 2, derde lid, onder b, worden vastgesteld, worden bij of krachtens dat besluit, onderscheidenlijk bij die
regeling, tevens regelen gesteld met betrekking tot:
-
a. de gevallen waarin aanspraak kan worden gemaakt op een restitutie of bijdrage, de
grondslagen waarnaar de berekening van de uit te keren bedragen plaatsvindt en de
tarieven van de restituties of bijdragen;
-
b. de aanspraak op en de voldoening van de toegekende bedragen.
Artikel 5b
[Vervallen per 01-06-1996]
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
De verlening van een restitutie of bijdrage geschiedt schriftelijk.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
1 Onze Minister van Economische Zaken in overeenstemming met Onze Minister wie het mede
aangaat, kan, wanneer hij overweegt een voordracht tot vaststelling, wijziging of
intrekking van een invoer- of uitvoerbesluit te doen en naar zijn oordeel een gewichtige
reden een onmiddellijke voorziening eist, bij ministeriële regeling overeenkomstig
de in overweging zijnde maatregel regelen stellen en in het bestaande besluit vervatte
regelen buiten werking stellen.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Een regeling op grond van artikel 7, eerste lid, blijft, behoudens eerdere intrekking, van kracht, totdat een krachtens artikel 2, eerste lid, getroffen maatregel, welke hetzelfde onderwerp betreft, in werking treedt doch uiterlijk
tot tien maanden na het in werking treden van de regeling.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
1 Onze betrokken Minister kan een vergunning, een restitutie, een bijdrage of een ontheffing
intrekken, indien de te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig
blijken, dat op de aanvrage een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling
daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest.
-
2 Een bijdrage of een restitutie welke is verleend in het kader van de uitvoering van
een regeling, vastgesteld door een orgaan van de Europese Gemeenschappen, kan eveneens
worden ingetrokken indien ingevolge een toepasselijk voorschrift, vastgesteld door
een zodanig orgaan, geen aanspraak kan worden gemaakt op die restitutie of bijdrage.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
1 Onze betrokken Minister kan de vergunningen en ontheffingen, behorende tot een door
hem aangewezen groep, gezamenlijk intrekken, indien een gewichtige reden dit naar
zijn oordeel noodzakelijk maakt.
Artikel 10a
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Indien ter uitvoering van regelen, die mede op grond van artikel 2, derde lid, onder d, zijn gesteld, Onze bij die regelen aangewezen Minister nadere regelen stelt, zijn
ten aanzien van rechten en aanspraken te verlenen krachtens die regelen, de artikelen 4, eerste en tweede lid, 5, 6, 9 en 10 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
1 Onze betrokken Minister kan bevoegdheden, welke hem ingevolge het bij of krachtens
een invoer- of uitvoerbesluit, een algemene maatregel van bestuur als in artikel 2b bedoeld of een krachtens artikel 2, vierde lid, 2b, derde lid, 4, derde lid, of 7 vastgestelde ministeriële regeling bepaalde, dan
wel ingevolge artikel 9 toekomen, delegeren aan het bestuur van een bedrijfslichaam of van een rechtspersoonlijkheid
bezittend lichaam als bedoeld in artikel 110 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. De vorige volzin geldt niet, voor zover de toepasselijkheid daarvan bij het invoer-
of uitvoerbesluit, bij de betrokken maatregel, onderscheidenlijk bij de krachtens
artikel 2, vierde lid, 2b, derde lid, 4, derde lid, of 7 vastgestelde ministeriële regeling, is uitgesloten.
Onze Minister van Economische Zaken kan aan een delegatie op grond van de eerste volzin
beperkingen verbinden.
-
2 Besluiten van algemene strekking, vastgesteld met gebruikmaking van een gedelegeerde
bevoegdheid, behoeven de goedkeuring van Onze betrokken Minister. Goedkeuring kan
slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
-
5 De besturen van de in het eerste lid bedoelde lichamen stellen jaarlijks een begroting
en een jaarrekening op met betrekking tot de werkzaamheden voortvloeiend uit de gedelegeerde
bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid. De begroting en de jaarrekening behoeven
de goedkeuring van Onze betrokken Minister. Bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur kunnen terzake nadere voorschriften worden gesteld.
Artikel 12
[Vervallen per 01-06-1996]
Artikel 12a
[Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 12b
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
1 Indien dit ingevolge een besluit, vastgesteld door een orgaan van de Europese Gemeenschappen,
wordt vereist om te kunnen beoordelen of ten aanzien van de invoer of uitvoer van
goederen maatregelen moeten worden getroffen, kan Onze Minister van Economische Zaken
bij door hem aangewezen ondernemers onderzoekingen doen verrichten.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt de beschikking van Onze Minister van Economische
Zaken, bedoeld in artikel 2a, vijfde lid, of de beschikking, genomen krachtens artikel 2a, zesde lid, voor zover de in dat lid bedoelde regelen de bevoegdheid van Onze Minister van Economische
Zaken omvatten om bij beschikking te bepalen dat de uitvoer van de in dat lid bedoelde
goederen zonder vergunning verboden is, beschouwd als een beslissing als bedoeld in
artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de procedure ter voorbereiding van de beslissing op de aanvraag van een ingevolge
die beschikking vereiste vergunning.
Artikel 14
[Vervallen per 14-04-1986]
Artikel 15
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 16
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 17
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Indien in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van
de wet nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.
Artikel 18
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Het is verboden ter zake van een aanvrage om vergunning, ontheffing, restitutie, bijdrage,
een verklaring als in artikel 2b, eerste lid, bedoeld, of een recht of aanspraak als in artikel 10a bedoeld onjuiste of onvolledige gegevens te verstrekken.
Artikel 19
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Artikel 19a
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 19b
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 19c
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 19d
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 19e
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 19f
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 19g
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 20
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 21
[Vervallen per 01-06-1988]
Artikel 22
[Vervallen per 01-06-1988]
Artikel 23
[Vervallen per 01-06-1988]
Artikel 24
[Vervallen per 01-06-1988]
Artikel 25
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Deze wet kan worden aangehaald als: In- en uitvoerwet.
Artikel 26
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.