Wet van 12 juli 1962, houdende vaststelling van nieuwe regelen met betrekking tot
de handel in en het gebruik van bestrijdingsmiddelen
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regelen vast te
stellen met betrekking tot de handel in en het gebruik van bestrijdingsmiddelen, zowel
uit een oogpunt van deugdelijkheid voor het doel, waarvoor zij bestemd zijn, als uit
een oogpunt van veiligheid en gezondheid van de mens en van dieren, welker instandhouding
gewenst is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: