Stb. 2005, 697, datum inwerkingtreding 30-12-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2005.
Bekostiging exploitatiekosten
1 De bekostiging voor de exploitatiekosten van de scholen heeft betrekking op de volgende
componenten:
-
a. onderhoud van het gebouw en het terrein,
-
b. energie- en waterverbruik,
-
c. middelen,
-
d. administratie, beheer en bestuur,
-
e. loopbaanoriëntatie en -begeleiding,
-
f. schoonmaken, en
-
g. publiekrechtelijke heffingen, met uitzondering van belastingen ter zake van onroerende
zaken.
2 De bekostiging wordt zodanig vastgesteld dat zij voldoet aan de redelijke behoeften
van een in normale omstandigheden verkerende school.
3 De bekostiging omvat:
-
a. een vast bedrag per school,
-
b. een bedrag dat afhankelijk is van de normatieve ruimtebehoefte per leerling,
-
c. een bedrag dat afhankelijk is van het aantal leerlingen van de school, en
-
d. voor scholen met leerwegondersteunend onderwijs dat op grond van artikel 75c in aanmerking
is gebracht voor bekostiging een bedrag dat afhankelijk is van het aantal leerlingen
in dat onderwijs voor wie de regionale verwijzingscommissie heeft bepaald dat zij
op dat onderwijs zijn aangewezen of toelaatbaar zijn tot het praktijkonderwijs.
4 De in het derde lid onder a tot en met c bedoelde bedragen kunnen per schoolsoort
en per groep van leerlingen verschillen. De in het derde lid onder b en c bedoelde
bedragen kunnen bovendien verschillen voor:
5 Bij ministeriële regeling worden jaarlijks voor 1 oktober de in het derde lid onder
a tot en met d bedoelde bedragen vastgesteld. Bij deze regeling worden tevens nadere
voorschriften gegeven omtrent de wijze waarop de bekostiging wordt berekend, alsmede
voorschriften omtrent de wijze waarop de bekostiging wordt vastgesteld. De vastgestelde
bedragen gelden voor het kalenderjaar dat aanvangt na het tijdstip van vaststelling.
6 Bij de vaststelling van de in het derde lid onder a tot en met c bedoelde bedragen,
dan wel als tussentijdse aanpassing van die bedragen, worden volgens bij ministeriële
regeling te geven regels loon- en prijsontwikkelingen verwerkt, tenzij de toestand
van 's Rijks schatkist zich daartegen verzet.
7 De ministeriële regeling, bedoeld in het vijfde lid, wordt bekendgemaakt in de Staatscourant,
onder gelijktijdige overlegging aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De ministeriële
regeling treedt niet eerder in werking dan nadat 4 weken zijn verstreken na het overleggen
aan de Tweede Kamer en gedurende die termijn niet door of namens de Kamer de wens
tot overleg over de regeling te kennen wordt gegeven, dan wel met de Tweede Kamer
overleg is gevoerd. De eerste tot en met derde volzin zijn van overeenkomstige toepassing
ten aanzien van tussentijdse aanpassingen als bedoeld in het zesde lid.
Stb. 2005, 697, datum inwerkingtreding 30-12-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2005.
Bekostiging exploitatiekosten
1 De bekostiging voor de exploitatiekosten van de scholen heeft betrekking op de volgende
componenten:
-
a. onderhoud van het gebouw en het terrein,
-
b. energie- en waterverbruik,
-
c. middelen,
-
d. administratie, beheer en bestuur,
-
e. loopbaanoriëntatie en -begeleiding,
-
f. schoonmaken, en
-
g. publiekrechtelijke heffingen, met uitzondering van belastingen ter zake van onroerende
zaken.
2 De bekostiging wordt zodanig vastgesteld dat zij voldoet aan de redelijke behoeften
van een in normale omstandigheden verkerende school.
3 De bekostiging omvat:
-
a. een vast bedrag per school,
-
b. een bedrag dat afhankelijk is van de normatieve ruimtebehoefte per leerling,
-
c. een bedrag dat afhankelijk is van het aantal leerlingen van de school, en
-
d. voor scholen met leerwegondersteunend onderwijs dat op grond van artikel 75c in aanmerking
is gebracht voor bekostiging een bedrag dat afhankelijk is van het aantal leerlingen
in dat onderwijs voor wie de regionale verwijzingscommissie heeft bepaald dat zij
op dat onderwijs zijn aangewezen of toelaatbaar zijn tot het praktijkonderwijs.
4 De in het derde lid onder a tot en met c bedoelde bedragen kunnen per schoolsoort
en per groep van leerlingen verschillen. De in het derde lid onder b en c bedoelde
bedragen kunnen bovendien verschillen voor:
5 Bij ministeriële regeling worden jaarlijks voor 1 oktober de in het derde lid onder
a tot en met d bedoelde bedragen vastgesteld. Bij deze regeling worden tevens nadere
voorschriften gegeven omtrent de wijze waarop de bekostiging wordt berekend, alsmede
voorschriften omtrent de wijze waarop de bekostiging wordt vastgesteld. De vastgestelde
bedragen gelden voor het kalenderjaar dat aanvangt na het tijdstip van vaststelling.
6 Bij de vaststelling van de in het derde lid onder a tot en met c bedoelde bedragen,
dan wel als tussentijdse aanpassing van die bedragen, worden volgens bij ministeriële
regeling te geven regels loon- en prijsontwikkelingen verwerkt, tenzij de toestand
van 's Rijks schatkist zich daartegen verzet.
7 De ministeriële regeling, bedoeld in het vijfde lid, wordt bekendgemaakt in de Staatscourant,
onder gelijktijdige overlegging aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De ministeriële
regeling treedt niet eerder in werking dan nadat 4 weken zijn verstreken na het overleggen
aan de Tweede Kamer en gedurende die termijn niet door of namens de Kamer de wens
tot overleg over de regeling te kennen wordt gegeven, dan wel met de Tweede Kamer
overleg is gevoerd. De eerste tot en met derde volzin zijn van overeenkomstige toepassing
ten aanzien van tussentijdse aanpassingen als bedoeld in het zesde lid.