In- en uitvoerbesluit strategische goederen

[Regeling vervallen per 01-08-2008.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2001 en zichtdatum 26-11-2024.
Geldend van 24-12-2004 t/m 31-07-2008

Besluit van 26 april 1963, houdende regelen ten aanzien van de uitvoer van bepaalde goederen, die van strategische betekenis zijn of kunnen zijn

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op voordracht van Onze Ministers van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken van 18 april 1963, No. 663/465 W.J.A., gehoord de Sociaal-Economische Raad en de Commissie Regelingen In- en uitvoerwet, door die Raad ingesteld op grond van artikel 43 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22);

Overwegende, dat het belang van de internationale rechtsorde naar Ons oordeel vereist regelen te stellen ten aanzien van de uitvoer van bepaalde goederen, die van strategische betekenis zijn of kunnen zijn;

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de In- en uitvoerwet (Stb. 1962, 295);

De Raad van State gehoord (advies van 10-24 april 1963, No. 71d);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 25 april 1963, No. 663/561 W.J.A.);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. verordening nr. 1334/2000: verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik (PbEG L 159);

  • b. niet-communautaire goederen: hetgeen daaronder wordt verstaan in Titel I, artikel 4, onder 8, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302);

  • c. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De uitvoer van goederen, aangewezen in de bijlage bij dit besluit, zonder vergunning van Onze Minister, is verboden.

  • 2 De uitvoer van goederen, aangewezen in bijlage I bij verordening nr. 1334/2000, zonder communautaire algemene uitvoervergunning bedoeld in artikel 6, eerste lid, van verordening nr. 1334/2000, dan wel zonder vergunning van Onze Minister of zonder geldige, in een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven vergunning, is verboden.

  • 4 In afwijking van het tweede lid is de in- en uitvoer verboden van goederen op lijst 2 van onderdeel B van de bijlage inzake stoffen bij het op 13 januari 1993 te Parijs tot stand gekomen verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens (Trb. 1993, 162) uit respectievelijk naar landen die niet partij zijn bij dit verdrag.

  • 5 De goederen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden aangemerkt als strategische goederen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De regels, die in dit besluit zijn gesteld ten aanzien van de uitvoer van goederen, zijn met betrekking tot de goederen, aangewezen in bijlage IV bij verordening nr. 1334/2000, en de goederen, aangewezen in de bijlage van dit besluit, van overeenkomstige toepassing op het doen uitgaan van die goederen uit Nederland met als bestemming een andere lidstaat van de Europese Unie, uitgezonderd België en Luxemburg.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op het doen uitgaan van goederen als bedoeld in artikel 2, derde lid.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De regels die in dit besluit zijn gesteld ten aanzien van de uitvoer van goederen, zijn van overeenkomstige toepassing op de goederen, aangewezen in de bijlage bij dit besluit, waarvoor aangifte tot wederuitvoer als bedoeld in artikel 182 van het Communautair douanewetboek is gedaan.

  • 2 Het eerste lid geldt niet voor goederen die tot op het moment van de aangifte tot wederuitvoer:

    • a de status hadden van goederen in tijdelijke opslag als bedoeld in artikel 50 van het Communautair douanewetboek;

    • b korter dan 45 dagen, indien de goederen over zee waren aangevoerd, en korter dan 20 dagen, indien zij anders dan over zee waren aangevoerd, hebben verbleven in de douane-entrepots typen B en C, als bedoeld in artikel 525 van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 juli 1993 houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 253).

  • 3 Het eerste lid geldt voorts niet met betrekking tot de in dat lid bedoelde goederen die herkomstig zijn uit of als eindbestemming hebben Australië, Japan, Nieuw-Zeeland of Zwitserland of een van de lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.

  • 4 Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de goederen, aangewezen in bijlage I bij verordening nr. 1334/2000.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Onze Minister kan vrijstelling en op aanvrage ontheffing verlenen van de artikelen 2, eerste lid en 3a.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Als categorie van strategische goederen, bedoeld in artikel 2a, vijfde lid, onderdeel b, van de wet, worden aangewezen de goederen, aangewezen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 Indien de wapens, genoemd in de bijlage bij het Gemeenschappelijk optreden van 12 juli 2002 inzake de bijdrage van de Europese Unie aan de bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens en tot intrekking van gemeenschappelijk optreden 1999/34/GBVB (2002/589/GBVB, PbEG 2002 L 191) naar de tekst zoals deze bij dat gemeenschappelijk optreden is vastgesteld, dan wel de goederen aangewezen in de bijlage van dit besluit, Nederland worden binnen gebracht en vervolgens, zonder dat daartoe ingevolge dit besluit een vergunning benodigd is, weer uitgaan, vindt een melding plaats bij de Belastingdienst/Douane.

  • 2 Indien geen summiere aangifte behoeft te worden gedaan als bedoeld in artikel 43 van het Communautair douanewetboek vindt de melding, bedoeld in het eerste lid, plaats:

    • a. bij het binnenbrengen van de goederen,

    • b. door middel van het doen van de aanvraag om een consent tot binnenkomen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en

    • c. door degene die verplicht is de onder b bedoelde aanvraag te doen.

  • 3 In de gevallen, anders dan die bedoeld in het tweede lid, vindt de melding, bedoeld in het eerste lid, plaats:

    • a. op het tijdstip van de aangifte tot wederuitvoer als bedoeld in artikel 182, derde lid, van het Communautair douanewetboek, of de aangifte tot plaatsing onder de douaneregeling douanevervoer als bedoeld in artikel 91 van dat wetboek,

    • b. op een tijdstip dat ten minste 12 kantooruren is gelegen voor het moment waarop de wederuitvoer dan wel het douanevervoer aanvangt, en

    • c. door degene die op grond van het Communautair douanewetboek verplicht is tot het doen van de aangifte, bedoeld onder a.

  • 4 In de situatie, bedoeld in het derde lid, geschiedt de melding schriftelijk en omvat deze een omschrijving van de goederen alsmede de vermelding van:

    • a. de hoeveelheid goederen;

    • b. de bestemming en, indien deze afwijkend is, de eindbestemming van de goederen;

    • c. het vervoermiddel waarin de goederen zich bevinden;

    • d. de voorziene plaats van uitgaan uit Nederland en

    • e. de naam van degene die de aangifte of kennisgeving doet en, indien dat een ander is dan degene die het beschikkingsrecht heeft over de goederen, de naam van laatstbedoelde persoon.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Bij de verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 2 worden daaraan voor de houder van de vergunning de volgende voorschriften verbonden:

  • a. de vergunning bij de uitvoer van goederen, waarvoor zij is verleend, in handen te stellen van de daarbij betrokken ambtenaar van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane;

  • b. de vergunning, zodra vaststaat dat daarvan geen gebruik meer kan worden gemaakt, voor zover zij in verband daarmede niet is ingehouden door een ambtenaar als onder a bedoeld, terstond terug te zenden aan degene, die haar heeft verleend.

  • c. aan degene, die de vergunning heeft verleend, binnen de daartoe gestelde termijn alle gewenste inlichtingen te verstrekken omtrent het van de vergunning gemaakte gebruik.

Artikel 7a

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De regels, die in dit besluit zijn gesteld ten aanzien van de uitvoer van goederen, zijn van overeenkomstige toepassing op handelingen waarmee wordt beoogd die goederen, voor zover deze binnengekomen niet-communautaire goederen zijn, het Nederlandse grondgebied te doen verlaten, indien met betrekking tot die goederen een internationaal importcertificaat als bedoeld in het Besluit afgifte verklaringen strategische goederen is afgegeven.

  • 2 Onze Minister kan nadere regelen stellen ter zake van de in het eerste lid bedoelde toepassing.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Vergunningen en ontheffingen krachtens de Uitvoerbeschikking strategische goederen 1963 (Stcrt. 1962, 222) verleend, worden, voor zover zij hun gelding nog niet hebben verloren, geacht te zijn verleend op grond van dit besluit.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Dit besluit wordt aangehaald als: In- en uitvoerbesluit strategische goederen.

Onze Ministers van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en Onze Minister van Financiën.

Soestdijk , 26 april 1963

JULIANA.

De Minister van Economische Zaken,

J. W. DE POUS.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. LUNS.

Uitgegeven de tweede mei 1963.

De Minister van Justitie,

A. C. W. BEERMAN.

Bijlage Uitvoerbesluit strategische goederen 1963

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

ALGEMENE TECHNOLOGIE NOOT (ATN)

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

De overdracht van «technologie» die «noodzakelijk» is voor de «ontwikkeling», «productie» of het «gebruik» van goederen bedoeld in de militaire goederenlijst is onderworpen aan de op de militaire goederenlijst van toepassing zijnde bepalingen. Deze «technologie» is ook aan vergunningsplicht onderworpen als deze wordt toegepast op niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen.

De vergunningsplicht geldt niet voor de minimaal noodzakelijke «technologie» voor installatie, bediening, onderhoud en reparatie van niet onder de vergunningsplicht vallende goederen of op de goederen waarvan de uitvoer is toegestaan.

De vergunningsregelingen voor de overdracht van «technologie» zijn niet van toepassing op informatie die «voor iedereen beschikbaar» is, op «fundamenteel wetenschappelijk onderzoek» of op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.

N.B.: Termen tussen «aanhalingstekens» zijn gedefinieerd. Zie lijst van definities.

ML1. Lichte wapens en machinegeweren met een kaliber van 12,7 mm of minder en toebehoren, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. geweren, karabijnen, revolvers, pistolen, machinepistolen en machinegeweren, met uitzondering van:

    • 1. musketten, geweren en karabijnen die van voor het jaar 1938 dateren;

    • 2. replica's van musketten, geweren en karabijnen die van voor het jaar 1890 dateren;

    • 3. revolvers, pistolen en machinegeweren die van voor het jaar 1890 dateren en replica's daarvan;

  • b. speciaal voor militair gebruik ontworpen wapens met gladde loop;

  • c. wapens waarbij gebruik wordt gemaakt van munitie zonder huls;

  • d. geluiddempers, speciale statieven, klemmen en vlamonderdrukkers voor wapens bedoeld in ML1.a., ML1.b. of ML1.c.

Technische noot: Speciaal voor militair gebruik ontworpen wapens met gladde loop als omschreven in ML1.b. zijn wapens die:

  • a. aan de normtest zijn onderworpen bij een druk van meer dan 1300 bar;

  • b. normaal en veilig kunnen werken bij een druk van meer dan 1000 bar; en

  • c. geschikt zijn voor munitie met een lengte van meer dan 76,2 mm (bijv. commerciële hagelpatronen voor hagelgeweren van kaliber 12 magnum).

De in deze technische noot genoemde parameters dienen te worden gemeten volgens de normen van de Commission Internationale Permanente.

Noot 1: In ML1. worden niet bedoeld wapens met gladde loop die worden gebruikt voor jacht- of sportdoeleinden. Dergelijke wapens mogen niet speciaal zijn ontworpen voor militair gebruik en ook niet volautomatisch zijn.

Noot 2: In ML1. worden niet bedoeld vuurwapens die speciaal zijn ontworpen voor exercitie munitie en die geen enkele soort vergunningplichtige munitie kunnen afvuren.

Noot 3: In ML1. worden niet bedoeld wapens waarbij gebruik wordt gemaakt van randvuurmunitie en die niet volautomatisch zijn.

ML2. Wapens met een kaliber groter dan 12,7 mm, toestellen en toebehoren daarvoor, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. kanonnen, houwitsers, vuurmonden, mortieren, anti-tankwapens, projectielwerpers en raketlanceerinrichtingen, militaire vlammenwerpers, terugstootloze vuurmonden en signatuur-reductietoestellen daarvoor;

    Noot: ML2.a. omvat mede injectors, meetapparaten, opslagtanks en andere speciaal ontworpen onderdelen voor gebruik met vloeibare stuwstoffen voor in ML2.a. bedoelde apparatuur.

  • ML2 b. toestellen voor het gericht verspreiden of voortbrengen van rook, gas en pyrotechnische stoffen, voor militaire doeleinden.

Noot: Signaalpistolen zijn hier niet bedoeld.

ML3. Munitie en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor, voor wapens genoemd in de ML1, ML2 en ML12.

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Noot 1: Onder speciaal ontworpen onderdelen worden mede begrepen:

  • a. van metaal of plastic gefabriceerde onderdelen zoals slaghoedjes, kogelmantels, schakels, geleibanden en metalen munitiedelen;

  • b. wapeningsmechanismen, buizen, sensors en contacten voor exploding bridge wire;

  • c. stroombronnen met een hoge eenmalige stootkracht;

  • d. brandbare hulzen voor ladingen;

  • e. submunitie waaronder granaatjes en mijnen en tot aan het doel geleide projectielen.

Noot 2: In ML3 worden niet bedoeld losse flodders (blank star) en exercitie munitie.

ML4. Bommen, torpedo's, raketten, geleide projectielen en toebehoren, als hieronder, speciaal ontworpen voor militair gebruik, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. bommen, torpedo's, granaten, rookbussen, raketten, mijnen, geleide projectielen, dieptebommen, vernielingsladingen, -toestellen en -sets, «militaire pyrotechnische middelen», patronen en simulatoren;

    Noot: In ML4.a. worden mede bedoeld:

    • 1. rookgranaten, brandbommen en ontploffingsmechanismen;

    • 2. raketstraalpijpen en neuskegels uit de ruimte terugkerende ruimteschepen.

  • b. Uitrusting, speciaal ontworpen voor het hanteren, besturen, in werking stellen, éénmalig toedienen van energie, lanceren, leggen, vegen, ontsteken, misleiden, storen, detoneren of opsporen van onder ML4.a. bedoelde voorwerpen.

    Noot: Onder ML4.b. is mede begrepen:

    • 1. mobiele uitrusting voor het vloeibaar maken van gas, geschikt voor het produceren van 1000 kg of meer vloeibaar gas per dag;

    • 2. drijvende elektrische stroomkabel geschikt voor het vegen van magnetische mijnen.

ML5. Vuurleidingssystemen en aanverwante alarm- en waarschuwingssystemen, en aanverwante systemen en apparatuur voor tegenmaatregelen, als hieronder, speciaal ontworpen voor militair gebruik en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. wapenvizieren, computers gebezigd bij bombardementen, geschutricht-apparaten en boordbesturingssystemen voor wapens;

  • b. systemen voor het opsporen, aanwijzen, verkennen of volgen van het doelwit en voor het bepalen van de schootsafstand; toestellen voor opsporing, herkenning en identificatie; en toestellen voor sensorintegratie.

  • c. apparatuur voor tegenmaatregelen voor goederen als bedoeld onder ML5.a. en ML5.b.

ML6. Voertuigen en onderdelen daarvoor speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Technische noot: In ML6 omvat de term voertuigen tevens trailers.

Noot 1: Onder ML6 is mede begrepen:

  • a. tanks en andere militaire bewapende voertuigen en militaire voertuigen met voorzieningen voor het daarop monteren van vuurwapens of apparatuur voor het leggen van mijnen of voor het lanceren van munitie bedoeld onder ML4;

  • b. gepantserde militaire voertuigen;

  • c. amfibievoertuigen en voertuigen voor het doorwaden van diep water;

  • d. bergingsvoertuigen en voertuigen voor het trekken of vervoeren van munitie of wapensystemen en aanverwante apparatuur voor ladingoverslag;

Noot 2: Onder speciale aanpassingen aan een voertuig voor militair gebruik wordt verstaan een structurele, elektrische of mechanische wijziging die inhoudt dat een onderdeel wordt vervangen door tenminste één speciaal ontworpen militair onderdeel. Deze componenten zijn ondermeer:

  • a. luchtbanden die speciaal zo zijn geconstrueerd dat zij kogelbestendig zijn of in leeggelopen toestand kunnen rijden;

  • b. drukregelsystemen voor het oppompen van banden die van binnen uit een zich voortbewegend voertuig worden bediend;

  • c. bepantsering van vitale delen (zoals brandstoftanks of de cabine van het voertuig);

  • d. speciale versterkingsplaat voor het monteren van wapens

Noot 3: Onder ML6 worden niet bedoeld civiele automobielen of voertuigen, voor banken, met bepantsering.

ML7. Toxicologisch materiaal, «traangassen», aanverwante apparatuur, onderdelen, materialen en «technologie», als hieronder:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. biologische en radioactieve stoffen, «aangepast voor oorlogsgebruik» teneinde slachtoffers te veroorzaken onder mensen en dieren, schade toe te brengen aan de werking van apparatuur, aan gewassen of aan het milieu, alsmede stoffen voor chemische oorlogvoering;

  • b. voorlopers voor binaire stoffen voor chemische oorlogvoering, als hieronder:

    • 1. Alkyl- (Methyl-, Ethyl-, n-Propyl- of Isopropyl-)fosfonofluoridaten, zoals; DF: Methylfosfonyldifluoride (CAS 676993);

    • 2. O-alkyl (H of gelijk aan of kleiner dan C10, inclusief cycloalkyl) S-2-dialkyl- (methyl-, ethyl-, n-propyl- of isopropyl-)aminoethylalkyl- (methyl-, ethyl-, n-propyl- of isopropyl-)fosfonothiolaten en overeenkomstige gealkileerde geprotoneerde zouten zoals:

      • QL: O-ethyl-2-diisopropylaminoethylmethylfosfoniet (CAS 57836118);

    • 3. Chloorsarin: O-Isopropyl methylphosphonochloridaat (CAS 1445767);

    • 4. Chloorsoman: O-Pinacolyl methylphosphonochloridaat (CAS 7040575);

  • c. «Traangassen» en «stoffen voor oproerbeheersing» met inbegrip van:

    • 1. Broombenzylcyanide (CA) (CAS 5798798);

    • 2. o-Chloorbenzylideenmalononitril (o-Chloorbenzalmalononitril) (CS) (CAS 2698411);

    • 3. Fenylacylchloride (w-chlooracetofenon) (CN) (CAS 532274);

    • 4. Dibenz-(b,f)-1,4-oxazefine (CR) (CAS 257078);

  • d. Apparatuur, speciaal ontworpen of aangepast voor verspreiding van de in ML7.a. bedoelde stoffen of middelen, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

  • e. Uitrusting, speciaal ontworpen of aangepast voor bescherming tegen de in ML7.a. bedoelde stoffen of middelen, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

    Noot: ML7.e. omvat tevens beschermende kleding.

  • f. Apparatuur, speciaal ontworpen of aangepast voor opsporing en identificatie van de in ML7.a. bedoelde stoffen, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

    Noot: In ML7.f. worden niet bedoeld individuele dosismeters voor stralingscontrole.

    N.B.: Zie ook 1A004 voor civiele gasmaskers en beschermende uitrusting.

  • g. «Biopolymeren», speciaal ontworpen of bewerkt voor het opsporen en determineren van chemische stoffen voor oorlogsgebruik als bedoeld in ML7.a. en de specifieke celkweken die worden gebruikt voor de vervaardiging daarvan;

  • ML7 h. «Biokatalysatoren» voor het decontamineren en afbreken van chemische stoffen voor oorlogsgebruik, en biologische systemen daarvoor, als hieronder:

    • 1. «biokatalysatoren», speciaal ontworpen voor de decontaminatie en het afbreken van de in ML7.a. bedoelde chemische stoffen voor oorlogsgebruik, welke het resultaat zijn van gerichte laboratoriumselectie of van genetische manipulatie van biologische systemen;

    • 2. biologische systemen, als hieronder: «expressievectoren», virussen of celkweken, die de genetische informatie bevatten die specifiek is voor de productie van «biokatalysatoren» als bedoeld in ML7.h.1.;

  • i. «Technologie», als hieronder:

    • 1. «technologie» voor de «ontwikkeling», «productie» en het «gebruik» van toxicologische middelen, aanverwante apparatuur en onderdelen bedoeld in ML7.a. tot en met ML7.f.;

    • 2. «technologie» voor de «ontwikkeling», «productie» en het «gebruik» van de «biopolymeren» en specifieke celkweken, bedoeld in ML7.g.;

    • 3. «technologie», uitsluitend bestemd voor het integreren van «biokatalysatoren» als bedoeld in ML7.h.1. in militaire draagstoffen of in militair materiaal.

Noot 1: In ML7.a. worden mede bedoeld de volgende stoffen voor chemische oorlogvoering:

  • a. Zenuwgassen

    • 1. O-alkyl (gelijk aan of kleiner dan C10, met inbegrip van cycloalkyl) alkyl(methyl-, ethyl-, n-propyl- of isopropyl-)fosfonofluoridaten, zoals:

    • Sarin (GB): O-isopropyl methylfosfonofluoridaat (CAS 107448); en Soman (GD): O-pinacolyl methylfosfonofluoridaat (CAS 96640);

    • 2. O-alkyl (gelijk aan of kleiner dan C10, met inbegrip van cycloalkyl) N,N-dialkyl(methyl-, ethyl-, n-propyl- of

      isopropyl-)fosforamidocyanidaten, zoals:

      • Tabun (GA): O-ethyl N,N-dimethylfosforamidocyanidaat (CAS 77816);

    • 3. O-alkyl (H of gelijk aan of kleiner dan C10, inclusief cycloalkyl) S-2-dialkyl(methyl-, ethyl-, n-propyl- of

      isopropyl-)aminoethylalkyl- (methyl-, ethyl-, n-propyl- of

      isopropyl-)fosfonothiolaten en overeenkomstige gealkileerde geprotoneerde zouten zoals:

      • VX: O-ethyl S-2-diisopropylaminoethyl methylfosfonothiolaat (CAS 50782699);

  • b. blaarvormende gassen:

    • 1. zwavelmosterdgassen, zoals:

      • 2-chloorethylchloormethylsulfide (CAS 2625755);

      • bis(2-chloorethyl)sulfide (CAS 505602);

      • bis(2-chloorethylthio)methaan (CAS 63869136);

      • 1,2-bis(2-chloorethylthio)ethaan (CAS 3563368);

      • 1,3-bis(2-chloorethylthio)-n-propaan (CAS 63905102);

      • 1,4-bis(2-chloorethylthio)-n-butaan;

      • ML7 1,5-bis(2-chloorethylthio)-n-pentaan;

      • bis(2-chloorethylthiomethyl)ether;

      • bis(2-chloorethylthioethyl)ether (CAS 63918898);

    • 2. lewisieten, zoals:

      • 2-chloorvinyldichloorarsine (CAS 541253);

      • bis(2-chloorvinyl)chloorarsine (CAS 40334698);

      • tris(2-chloorvinyl)arsine (CAS 40334701);

    • 3. stikstofmosterdgassen, zoals:

      • HN1: bis(2-chloorethyl)ethylamine (CAS 538078);

      • HN2: bis(2-chloorethyl)methylamine (CAS 51752);

      • HN3: tris(2-chloorethyl)amine (CAS 555771);

  • c. verdovende gassen zoals:

    • 3-chinuclidinylbenzilaat (BZ) (CAS 6581062)

  • d. ontbladeringsmiddelen zoals:

    • 1. Butyl 2-chloor-4-fluorofenoxyacetaat (LNF)

    • 2. 2,4,5-trichloorfenoxyacetic zuur gemengd met

    • 2,4-dichloorfenoxyacetic zuur (Agent Orange).

    Noot 2: In ML7.e. zijn mede bedoeld luchtbehandelingseenheden, speciaal ontworpen of aangepast voor nucleaire, biologische of chemische filtratie.

Noot 3: In ML7.a. en ML7.c. worden niet bedoeld:

  • a. chloorcyaan;

  • b. blauwzuur;

  • c. chloor;

  • d. carbonylchloride (fosgeen);

  • e. difosgeen (trichloormethylchloorformiaat);

  • f. ethylbroomacetaat;

  • g. xylylbromide;

  • h. benzylbromide;

  • i. benzyljodide;

  • j. broomaceton;

  • k. broomcyaan;

  • l. broommethylethylketon;

  • m. chlooraceton;

  • n. ethyljoodacetaat;

  • o. joodaceton;

  • p. chloorpicrine.

Noot 4: De in ML7.g., ML7.h.2. en ML7.i.3. genoemde technologie, celkweken en biologische systemen vormen een limitatieve opsomming en in deze postonderdelen worden niet bedoeld technologie, cellen of biologische systemen voor civiele doeleinden, zoals toepassingen in de landbouw, farmaceutische industrie, op medisch, veterinair en milieuhygiënisch gebied en in de voedings-industrie.

Noot 5: In ML7.c. worden niet bedoeld traangassen in individuele verpakkingen die zijn bedoeld voor zelfverdediging.

Noot 6: Apparatuur genoemd in ML7.d., ML7.e. en ML7.f. speciaal ontworpen en gebruikt voor militaire doeleinden zijn vergunningplichtig.

N.B.: Zie ook 1A004.

ML8. «Militaire explosieve stoffen» en brandstoffen, met inbegrip van stuwstoffen, en aanverwante substanties, als hieronder:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. Substanties als hieronder, en mengels daarvan:

    • 1. bolvormig aluminiumpoeder (CAS 7429905) met een deeltjesgrootte van 60 micrometer of kleiner, vervaardigd van materiaal met een aluminiumgehalte van 99% of meer;

    • 2. metaalbrandstoffen met deeltjes hetzij bolvormig, verstoven, sferoïdisch, in vlokkenvorm of gemalen, vervaardigd uit materiaal dat voor 99% of meer bestaat uit één of meer van de volgende stoffen:

      • a. metalen en mengsels daarvan:

        • 1. beryllium (CAS 7440417); en een deeltjesgrootte van 60 micro-meter of minder;

        • 2. fijn ijzer-poeder (CAS 7439896) met een deeltjesgrootte van 3 micrometer of minder, vervaardigd door reductie van ijzeroxyde met waterstof;

    • b. Mengsels die één van het volgende stoffen bevatten

      • 1. zirkonium (CAS 7440677), magnesium (CAS 7439954) en hun legeringen met een deeltjesgrootte van mider dan 60 micrometer;

      • 2. borium (CAS 7440428) of boriumcarbide (CAS 12069328) brandstoffen met een zuiverheid van 85% of hoger en deeltjesgrootte minder dan 60 micrometer;

      • 3. perchloraten, chloraten en chromaten, samengesteld met verpoederd metaal of andere brandstofcomponenten met hoge energie;

      • 4. nitroguanidine (NQ) (CAS 556887);

      • 5. samenstellingen bestaande uit fluor en één of meer van de volgende stoffen: andere halogenen, zuurstof, stikstof;

      • 6. carboranen, decarboraan (CAS 17702419), pentaboraan en derivaten;

      • 7. cyclotetramethyleentetranitramine (CAS 269410) (HMX), octahydro-1,3,5,7- tetranitro-1,3,5,7-tetrazine, 1,3,5,7-tetranitro-1,3,5,7-tetraza-cyclooctaan, (octogen, octogene);

      • 8. hexanitrostilbeen (HNS) (CAS 20062220);

      • 9. diaminotrinitrobenzeen (DATB) (CAS 1630086);

      • 10. triaminotrinitrobenzeen (TATB) (CAS 3058386);

      • 11. triaminoguanidinenitraat (TAGN) (CAS 4000162);

      • 12. titaansubhybride met de stoichiometrie TiH 0,651,68;

      • 13. dinitroglycoluril (DNGU, DINGU) (CAS 55510049); tetranitroglycoluril (TNGU, SORGUYL) (CAS 55510037);

      • 14. tetranitrobenzeentriazoolbenzeentriazool (TACOT) (CAS 25243361);

      • 15. diaminohexanitrobifenyl (DIPAM) (CAS 17215440);

      • 16. picrylaminodinitropyridine (PYX) (CAS 38082892);

      • 17. 3-nitro-1,2,4,-triazool-5-on (NTO of ONTA) (CAS 932649);

      • 18. hydrazine (CAS 302012) in concentraties van 70% of meer; hydrazinenitraat (CAS 37836274); hydrazine perchloraten (CAS 27978547); dimethyl asymmetrisch hydrazine (CAS 57147); monomethylhydrazine (CAS 60344) en dimethyl symmetrisch hydrazine (CAS 540738);

      • 19. ammoniumperchloraat (CAS 7790989);

      • 20. cyclotrimethyleentrinitramine (RDX) (CAS 121824); cycloniet; T4; hexa-hydro-1,3,5-trinitro-1,3,5-triazine, 1,3,5-trinitro-1,3,5-triaza-cyclohexaan (hexogen, hexogene);

      • 21. hydroxylammoniumnitraat (HAN) (CAS 13465082); hydroxylammoniumperchloraat (HAP) (CAS 15588622);

      • 22. 2-(5-cyaantetrazolato) pentaamminekobalt (III) perchloraat (of CP) (CAS 70247324);

      • 23. cis-bis(5-nitrotetrazolato) pentaamminekobalt (III) perchloraat (of BNCP);

      • 24. 7-amino-46-dinitrobenzofurazaan-1-oxide (ADNBF) (CAS 97096781); aminodinitrobenzofurozan;

      • 25. 5,7-diamino-4,6-dinitrobenzofurazaan-1-oxide (CAS 117907741), (CL-14) of diaminodinitrobenzofurozan;

      • 26. 2,4,6-trinitro-2,4,6-triaza-cyclo-hexanon (K-6 of Keto-RDX) (CAS 115029351);

      • 27. 2,4,6,8-tetranitro-2,4,6,8-tetraaza-bicyclo(3,3,0)-octanon-3 (CAS 130256723) (tetranitrosemiglycouril, K-55 of keto-bicylisch HMX);

      • 28. 1,1,3-trinitroazetidine (TNAZ) (CAS 97645244);

      • 29. 1,4,5,8-tetranitro-1,4,5,8-tetraazadecalien (TNAD) (CAS 135877166);

      • 30. hexanitrohexaazaisowurtzitan (CAS 135285904) (CL-20) of HNIW; en chlatraten van (CL-20);

      • 31. polynitrocubanen met meer dan vier nitrogroepen;

      • 32. ammoniumdinitramide (ADN of SR 12) (CAS 140456786);

      • 33. trinitrofenylmethylnitramine (tetry) (CAS 479458);

  • b. Explosieven en stuwstoffen die voldoen aan de volgende prestatieparameters:

    • 1. Elke springstof met een detonatiesnelheid groter dan 8700 m/s of een detonatiedruk in de schokgolf groter dan 340 kilobar;

    • 2. Andere organische springstoffen die niet zijn opgenomen in ML8 en die een detonatiedruk in de schokgolf 250 kilobar of meer opleveren die gedurende 5 minuten of langer stabiel blijft bij een temperatuur van 523 K (2500C) of hoger;

    • 3. elke andere niet in deze noot opgenomen vaste stuwstof uit VN-klasse 1.1 met een theoretische specifieke impuls (onder standaard omstandigheden) van meer dan 250 seconden bij niet-gemetalliseerde samenstellingen, of meer dan 270 seconden bij gealumineerde samen-stellingen;

    • 4. elke vaste stuwstof uit VN-klasse 1.3 met een theoretische specifieke impuls van meer dan 230 seconden voor niet-gehalogeneerde samenstellingen, 250 seconden voor niet-gemetalliseerde samenstellingen, en 266 seconden voor gemetalliseerde samenstellingen;

    • 5. elke andere stuwstof voor geschut die niet is opgenomen in ML8 en met een krachtconstante groter dan 1200 kJ/kg;

    • 6. elke andere springstof, stuwstof of pyrotechnische stof die niet is opgenomen in ML8 en die een onveranderlijke verbrandingssnelheid kan onderhouden groter dan 38 mm per seconde onder de standaard omstandigheden van een druk van 68,9 bar en een temperatuur van 294 K (210C);

    • 7. met elastomeer gemodificeerd gegoten kruit op basis van twee springstoffen (EMCDB) met een uitrekbaarheid bij maximale spanning groter dan 5% bij 233 K (400C).

  • c. «militaire pyrotechnische stoffen»;

  • d. andere substanties als volgt:

    • 1. brandstoffen voor «vliegtuigen» die speciaal voor militaire doeleinden zijn samengesteld;

    • 2. militaire materialen welke verdikkingsmiddelen voor koolwaterstofbrandstoffen bevatten die speciaal zijn samengesteld voor gebruik in vlammenwerpers of pyrogene munitie, zoals metaalstearaten of -palminaten (ook wel bekend als octal) (CAS 637127) en M1, M2 en M3 verdikkings-middelen.

    • 3. vloeibare oxidatiemiddelen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit geïnhibeerd roodrokend salpeterzuur (IRFNA) (CAS 8007587) of zuurstofdifluoride.

  • e. «toevoegingen» en «precursoren», als volgt:

    • 1. azidemethylmethyloxetaan (AMMO) en de polymeren daarvan;

    • 2. basisch kopersalicylaat (CAS 62320949); loodsalicylaat (CAS 15748739);

    • 3. bis(2,2-dinitropropyl) formal (CAS 5917613) of bis(2,2-dinitropropyl) acetaal (CAS 5108690);

    • 4. bis-(2-fluoro-2,2 dinitroethyl) formal (FEFO) (CAS 17003791);

    • 5. bis-(2-hydroxyethyl) glycolamide (BHEGA) (CAS 17409415)

    • 6. bis(2-methylaziridinyl)methylaminofosfineoxide (methyl BAPO) (CAS 85068720);

    • 7. bisazidomethyloxetaan en diens polymeren (CAS 17607204);

    • 8. bischloormethyloxetaan (BCMO) (CAS 142173260);

    • 9. butadieennitrileoxide (BNO);

    • 10. butaantriooltrinitraat (BTTN) (CAS 66596050);

    • 11. catoceen (CAS 37206421) (2,2-bis-ethylferrocenylpropaan); ferroceen carboxyl zuren; N-butyl-ferroceen (CAS 319904297); butaceen (CAS 125856624) en andere adducted polymeren van ferroceenderivaten;

    • 12. dinitroazetidine-t-butylzout;

    • 13. energetische monomeren, weekmakers en polymeren die nitro-, azide-, nitraat-, nitraza- of difluoraminogroepen bevatten;

    • 14. poly-2,2,3,3,4,4-hexafluorpentaan-1,5-diol formal (FPF-1);

    • 15. poly-2,4,4,5,5,6,6-heptafluor-2-trifluor-methyl-3-oxaheptaan-1,7-diol formal (FPF-3);

    • 16. glycidylazidepolymeer (GAP) (CAS 143178249) en derivaten daarvan;

    • 17. hexabenzylhexaazaisowurtzitaan (HBIW) (CAS 1247821516);

    • 18. hydroxyl eindstandig polybutadieen (HTPB) met een hydroxyl functionaliteit gelijk aan of groter dan 2.2 en minder dan of gelijk aan 2.4, een hydroxyl waarde van minder dan 0.77 meq/g, en een viscositeit bij 30°C van minder dan 47 poise (CAS 69102905);

    • 19. superfijn ijzeroxide (Fe2O3-hematiet) met een specifiek oppervlak groter dan 250 m2/g en een gemiddelde deeltjesgrootte van 0,003 micrometer of kleiner (CAS 1309371);

    • 20. lood-beta-resorcylaat (CAS 20936327);

    • 21. loodstannaat (CAS 12036316), loodmaleaat (CAS 19136346), loodcitraat (CAS 14450603);

    • 22. lood/koperchelaten van betaresorcylaat of salicylaten (CAS 68411074);

    • 23. nitraatmethylmethyloxetaan of poly(3-nitraatmethyl,3-methyloxetaan); (poly-NIMMO) (NMMO) (CAS 84051810);

    • 24. 3-nitraza-1,5-pentaandiisocyanaat (CAS 7406619);

    • 25. N-methyl-p-nitroaniline (CAS 100152);

    • 26. organometaal-koppelingsmiddelen, met name:

      • a. neopentyl (dially) oxy, tri (dioctyl) fosfaattitanaat (CAS 103850222); ook wel bekend onder de benaming titaan IV, 2,2[bis 2-propenolato- methyl, butanolaat, tris(dioctyl) fosfato] (CAS 110438250) of

      • LICA 12 (CAS 103850222);

      • b. titaan IV [(2-propenolato-1)methyl, n-propanol-atomethyl]-butanolaat- 1, tris[dioctyl]-pyrofosfaat of KR3538;

      • c. titaan IV [(2-propenolato-1)methyl, n-propanol-atomethyl]-butanolaat-1, tris(dioctyl)-pyrofosfaat;

    • 27. polycyaandifluoraminoethyleenoxide (PCDE);

    • 28. polyfunctionele aziridineamiden: met ketenstructuren van isoftaalzuur, trimesinezuur (BITA of butyleeniminetrimesamide), isocyanuurzuur of trimethyladipinezuur en 2-methyl of 2-ethylsubstituenten aan de aziridinering;

    • 29. polyglycidylnitraat of poly (nitratomethyloxiran); (Poly-GLYN) (PGN) (CAS 27814488);

    • 30. polynitroorthocarbonaten;

    • 31. propyleenimine, 2-methylaziridine (CAS 75558);

    • 32. tetraacetyldibenzylhexaazaisowurtzitaan (TAIW);

    • 33. tetraethyleenpentamineacrylnitril (TEPAN) (CAS 68412453); gecyaanethyleerd polyamine en de zouten daarvan;

    • 34. tetraethyleenpentamineacrylnitrilglycidol (TEPANOL) (CAS 68412464); glycidol adduct van gecyaanethyleerd ethylpolyamine en de zouten daarvan;

    • 35. trifenyl bismuth (TBP) (CAS 603338);

    • 36. tris-1-(2-methyl) aziridinylfosfineoxide (MAPO) (CAS 57396);

    • bis(2-methylaziridinyl)-2-(2-hydroxypropanoxy) propylaminofosfineoxide (BOBBA 8); en andere MAPO-derivaten;

    • 37. 1,2,3-tris[1,2-bis(difluoramino)ethoxy]propaan (CAS 53159390); tris vinoxypropaanadduct, (TVOPA);

    • 38. 1,3,5 trichloorbenzeen (CAS 108703);

    • 39. 1,2,4 trihydroxybutaan (1,2,4 butaantriol);

    • 40. 1,3,5,7,-tetraacetyl-1,3,5,7,-tetraaza-cyclooctaan (TAT) (CAS 41378987);

    • 41. 1,4,5,8-tetraazadecalien (CAS 5409427)

    • 42. poly(epichloorhydrine) met een laag molecuulgewicht (minder dan 10000) en voorzien van alcoholfuncties; poly(epichloorhydrinediol) en triol.

ML8 Noot 1: De militaire explosieven en brandstoffen die de in ML8.1.a.1. en ML8.1.a.2. vermelde metalen of legeringen bevatten zijn vergunningplichtig ongeacht of de metalen of legeringen zijn ingekapseld in aluminium, magnesium, zirkonium of beryllium.

Noot 2: In ML8. worden niet bedoeld boron en boroncarbide verrijkt met boron-10 (20% of meer boron-10 bevattend)

Noot 3: De in ML8.d. bedoelde brandstoffen voor «vliegtuigen» betreffen de eindproducten en niet de bestanddelen daarvan.

Noot 4: In ML8. zijn niet bedoeld perforators die speciaal worden gebruikt bij het meten van oliebronnen.

Noot 5: De volgende stoffen, wanneer niet samengesteld of gemengd met militaire explosieven of metalen in poedervorm, zijn niet bedoeld in ML8:

  • a. ammoniumpicraat;

  • b. zwart kruit;

  • c. hexanitrodifenylamine;

  • d. difluoramine (HNF2);

  • e. nitrostijfsel;

  • f. kaliumnitraat;

  • g. tetranitronaftaleen;

  • h. trinitroanisol;

  • i. trinitronaftaleen;

  • j. trinitroxyleen;

  • k. rokend salpeterzuur, indien niet geïnhibeerd en niet verrijkt;

  • l. acetyleen;

  • m. propaan;

  • n. vloeibare zuurstof;

  • o. waterstofperoxyde in concentraties van minder dan 85%;

  • p. Mischmetaal;

  • q. N-pyrrolidinon; 1-methyl-2-pyrrolidinon;

  • r. dioctylmaleinaat;

  • s. ethylhexylacrylaat;

  • t. triethylaluminium (TEA), trimethylaluminium (TMA) en andere pyrofore metaal-alkylen en metaal-arylen van lithium, natrium, magnesium, zink en borium;

  • u. nitrocellulose;

  • v. nitroglycerine (of glyceroltrinitraat, trinitroglycerine) (NG);

  • w. 2,4,6-trinitrotolueen (TNT);

  • x. ethyleendiaminedinitraat (EDDN);

  • y. pentaerytritoltetranitraat (PETN);

  • aa. loodazide, normaal en basisch loodstyfnaat, en primaire explosieven of ontstekingsmengsels die aziden of azidecomplexen bevatten;

  • bb. triethyleenglycoldinitraat (TEGDN);

  • cc. 2,4,6-trinitroresorcinol (styfninezuur);

  • dd. diethyldifenylureum; dimethylidifenylureum, metylethyldifenylureum (Centralites);

  • ee. N,N-difenylureum (asymmetrisch difenylureum);

  • ff. methyl-N,N-difenylureum (asymmetrisch methyldifenylureum);

  • gg. ethyl-N,N-difenylureum (asymmetrisch ethyldifenylureum);

  • hh. 2-nitrodifenylamine (2-NDPA);

  • ii. 4-nitrodifenylamine (4-NDPA);

  • jj. 2,2-dinitropropanol;

  • kk. chloortrifluoride.

ML9. Oorlogsschepen, speciale scheeps-uitrusting en toebehoren, als hieronder, en onderdelen daarvoor, speciaal ontworpen voor militair gebruik:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. gevechtsvaartuigen of vaartuigen speciaal ontworpen of aangepast voor offensieve of defensieve actie (zowel oppervlakteschepen als onderzeeboten), al of niet omgebouwd voor niet-militair gebruik en ongeacht de staat van herstel of de gebruiksconditie, en al of niet voorzien van systemen voor het lanceren van wapens of voorzien van bepantsering, alsmede rompen of delen van rompen voor deze schepen;

  • b. motoren, als hieronder:

    • 1. dieselmotoren, speciaal ontworpen voor onderzeeboten met beide onderstaande kenmerken:

      • a. een uitgangsvermogen van 1,12 MW (1500 pk) of meer; en

      • b. een omwentelingssnelheid van 700 omwentelingen per minuut of meer;

    • 2. elektromotoren, speciaal ontworpen voor onderzeeboten met alle volgende kenmerken:

      • a. een uitgangsvermogen van meer dan 0,75 MW (1000 pk);

      • b. snel omkeerbaar;

      • c. met vloeistofkoeling; en

      • d. geheel gesloten;

    • 3. niet-magnetische dieselmotoren met een uitgangsvermogen van 37,3 kW (50 pk) of meer, speciaal ontworpen voor militair gebruik en met een niet-magnetisch gehalte van meer dan 75% van het totale gewicht;

  • c. toestellen voor opsporing onder water, speciaal ontworpen voor militair gebruik, en besturingsapparaten daarvoor;

  • d. onderzeeboot- en torpedonetten;

  • e. geleidings- en navigatie-apparatuur, speciaal ontworpen voor militair gebruik;

  • f. doorvoeren of doorvoerkoppelingen voor rompen speciaal ontworpen voor militair gebruik waardoor interactie mogelijk is met apparatuur buiten het schip;

    Noot: In ML9.f. worden mede bedoeld doorvoerkoppelingen voor vaartuigen voor ééndraads-, meerdraads- of coaxiaalkabel of voor golfgeleiders, en doorvoeren voor rompen, beide geschikt om bij een onderwaterdiepte groter dan 100 m ondoordringbaar te blijven voor lekkage van buitenaf en met behoud van de vereiste eigenschappen, alsmede doorvoerkoppelingen voor glasvezels en glasvezeldoorvoeren voor rompen speciaal ontworpen voor de transmissie van «laser»-bundels ongeacht de diepte. Niet bedoeld worden gewone doorvoeren voor rompen voor voort-stuwingsaandrijfgassen en hydrodynamische besturingsstangen.

  • g. geruisloze kogellagers, met gas of magnetische ophanging of met actieve onderdrukkingsregelingen van herkenningstekens of trillingen, en apparatuur welke deze lagers bevat, speciaal ontworpen voor militair gebruik.

ML10. «Vliegtuigen», luchtvaartuigen voor onbemand gebruik, vliegtuig-motoren, en uitrusting voor «vliegtuigen», aanverwante uitrustings-stukken en onderdelen, speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik, als hieronder:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. gevechts-«vliegtuigen» en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

  • b. andere «vliegtuigen» speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik, zoals het uitvoeren van militaire verkenningsvluchten, aanvalsvluchten, militaire opleidingen, troepenverplaatsingen en het afwerpen van troepen of militaire uitrustingstukken, logistieke ondersteuning, alsmede speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

  • c. vliegtuigmotoren, speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

  • d. onbemande luchtvaartuigen, met inbegrip van op afstand geleide luchtvaartuigen (RPV's), en autonome, programmeerbare voertuigen, speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik en hun lanceerinrichtingen, ondersteuningsapparatuur op de grond en bijbehorende apparatuur voor commando en besturing;

  • e. uitrusting bestemd voor gebruik in de lucht, met inbegrip van uitrusting voor het in de lucht bijvullen van brandstof, speciaal ontworpen voor gebruik met de in ML10.a. en ML10.b. bedoelde «vliegtuigen» of met de in ML10.c. bedoelde vliegtuigmotoren, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

  • f. toestellen werkend onder druk voor het bijvullen van brandstof, uitrustingsstukken voor deze toestellen, apparatuur speciaal ontworpen voor het kunnen verrichten van werkzaamheden in beperkte ruimten, en grondmaterieel, speciaal ontwikkeld voor de hierboven in ML10.a. en ML10.b. bedoelde vliegtuigen of voor de hierboven in ML10.c. bedoelde vliegtuigmotoren;

  • g. ademhalingstoestellen werkend bij overdruk, en partiële drukkleding voor gebruik in «vliegtuigen», anti-«g»-kleding, militaire valhelmen en veiligheidsmaskers, toestellen («convertors») voor het omzetten van vloeibare zuurstof in gasvormige voor «vliegtuigen» of projectielen, en katapulten en schietstoelen voor redding van bemanning uit «vliegtuigen»;

  • h. parachutes voor gevechtstroepen en voor het afwerpen van lading, en remparachutes voor «vliegtuigen», als hieronder:

    • 1. parachutes voor:

      • a. het met uiterste precisie afwerpen van commando's;

      • b. het afwerpen van parachutisten;

    • 2. parachutes voor het afwerpen van vracht;

    • 3. zweefparachutes («drag» parachutes, «drogue» parachutes voor het stabiliseren en het regelen van de stand van vallende lichamen, bijv. te bergen capsules, schietstoelen, bommen);

    • 4. «drogue» parachutes voor gebruik met schietstoelsystemen voor het inwerkingstellen en regelen van de volgorde van opblazen van nood-parachutes;

    • 5. bergingsparachutes voor geleide projectielen, radiografisch bestuurde luchtvaartuigen en ruimtevaartuigen;

    • 6. aanvliegparachutes en remparachutes voor gebruik bij landingen; en

    • 7. andere militaire parachutes.

  • i. automatische besturingssystemen voor aan een parachute afgeworpen ladingen; apparatuur, speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik, voor het gestuurd openen van de parachute bij sprongen van willekeurige hoogte, met inbegrip van zuurstofapparatuur.

Noot 1: In ML10.b. zijn niet bedoeld «vliegtuigen» of varianten van deze «vliegtuigen» speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik die:

  • a. niet zijn geconfigureerd voor militair gebruik en niet zijn uitgerust met apparatuur speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik; en

  • b. zijn gecertificeerd voor civiel gebruik door de civiele luchtvaartautoriteiten in een lidstaat van het WA;

Noot 2: In ML10.c. zijn niet bedoeld:

  • a. vliegtuigmotoren, ontworpen of aangepast voor militair gebruik, die zijn gecertificeerd door de civiele luchtvaartautoriteiten in een lidstaat van het WA voor gebruik in «civiele vliegtuigen», of speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

  • b. zuigermotoren of speciaal ontworpen onderdelen daarvoor.

Noot 3: De in ML10.b. en ML10.c. bedoelde speciaal ontworpen onderdelen en aanverwante apparatuur voor militair gebruik aangepaste niet-militaire «vliegtuigen» of vliegtuigmotoren is uitsluitend van toepassing op die militaire onderdelen en militaire aanverwante apparatuur die noodzakelijk is voor de aanpassing voor militair gebruik.

ML11. Elektronische apparatuur die nergens anders in deze Militaire Goederenlijst is bedoeld en die speciaal is ontworpen voor militair gebruik en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Noot: In ML11 wordt mede bedoeld:

  • a. apparatuur voor het hinderen en tegenhinderen, waaronder ECM- en ECCM-apparatuur (dat wil zeggen apparatuur, ontworpen om vreemde of onjuiste signalen in te voeren in radar of radiocommunicatieontvangers of om op andere wijze de ontvangst, werkzaamheid of doeltreffendheid van vijandelijke elektronische ontvangers en hun apparatuur voor tegenmaatregelen te hinderen);

  • b. buizen met frequency agility;

  • c. elektronische systemen of apparatuur ontworpen voor ofwel het observeren en volgen van het elektromagnetisch spectrum voor militaire inlichtingen of veiligheidsdoeleinden, ofwel het tegengaan van dergelijke observatie- en volgactiviteiten;

  • d. apparatuur voor tegenmaatregelen voor onderwatergebruik, met inbegrip van apparatuur voor het akoestisch en magnetisch hinderen en misleiden, speciaal ontworpen om vreemde of onjuiste signalen in te voeren in sonarontvangtoestellen;

  • e. beveiligingsapparatuur voor gegevensverwerking, voor gegevens en voor transmissie- en signaallijnen, waarbij gebruik wordt gemaakt van coderingsprocedures;

  • f. apparatuur voor identificatie, bekrachtiging en het invoeren van identificatiesleutels en apparatuur voor het beheren, vervaardigen en distribueren van identificatiesleutels.

ML12. Kinetische energiewapensystemen en aanverwante apparatuur, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. kinetische energiewapensystemen, speciaal ontworpen ter vernietiging of ter bewerkstelliging van vroegtijdige missiebeëindiging van een doelwit;

  • b. speciaal ontworpen test- en evaluatievoorzieningen en testmodellen, met inbegrip van diagnostische instrumenten en doelwitten, voor het dynamisch testen van kinetische energie-projectielen en -systemen;

Noot 1: In ML12. worden mede de onderstaande systemen bedoeld wanneer deze speciaal zijn ontworpen voor kinetische energiewapensystemen:

  • a. lanceer-voortstuwingssystemen geschikt om een massa groter dan 0,1 g te versnellen tot een snelheid hoger dan 1,6 km/s, bij enkelschots- of snelvuurstand;

  • b. apparatuur voor de opwekking van primaire energie, voor elektronische bewapening, energieopslag, thermische beheersing, conditionering, schakelingen en brandstof-behandeling; en elektrische verbindingsdelen tussen energiebron, kanon en andere elektrische aandrijffuncties van de toren;

  • c. systemen voor het bereiken en opsporen van doelwitten, voor vuurleiding en voor schadevaststelling;

  • d. systemen voor doelzoeken, geleiden en koersverleggende voortstuwing (laterale versnelling) voor projectielen.

Noot 2: In ML12. worden bedoeld wapensystemen, waarbij één of meer van de volgende voorstuwingsmethoden worden gebruikt:

  • a. elektromagnetisch;

  • b. elektrothermisch;

  • c. plasma;

  • d. licht gas; of

  • e. chemisch (wanneer gebruikt in combinatie met één van bovenstaande methoden).

Noot 3: In ML12. wordt niet bedoeld «technologie» voor magnetische inductie voor de ononderbroken voortstuwing van civiele transportmiddelen.

ML13. Apparatuur met bepantsering of bescherming en componenten, als hieronder:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. pantserplaten als hieronder:

    • 1. Gefrabriceerd om te voldoen aan een militaire standaard of specificatie; of

    • 2. Geschikt voor militair gebruik;

  • b. combinaties en constructies van metallische en niet-metallische materialen speciaal ontworpen voor ballistische bescherming van militaire systemen;

  • c. militaire helmen;

  • d. kogelvrije kleding, kleding tegen granaatscherven welke voldoen aan militaire standaarden of specificaties, of gelijkwaardig, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

Noot 1: In ML13.b. zijn mede bedoeld materialen speciaal ontworpen voor het vormen van op explosie reagerende pantsering of voor het construeren van militaire schuilplaatsen.

Noot 2: In ML13.c. zijn niet bedoeld conventionele stalen helmen welke niet zijn uitgerust met, of ontworpen of aangepast voor het bergen van enig hulptoestel.

Noot 3: In ML13.d. worden niet bedoeld kogelvrije vesten voor individiueel gebruik en toebehoren daarvoor, wanneer deze door de gebruiker wordt meegevoerd.

ML14. Speciaal militair oefenmaterieel of apparatuur voor het nabootsen van militaire scenario's, speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor.

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Technische noot :

De uitdrukking «speciaal militair oefenmaterieel» omvat onder meer militaire aanvalstrainers, trainers voor operationele vluchten, trainers voor radardoelen, radardoelgeneratoren, toestellen voor schietoefeningen, trainingstoestellen voor duikbootbestrijding, vluchtnabootsers (waaronder centrifuges geschikt voor mensen voor de training van piloten en astronauten), radartrainingstoestellen, trainingstoestellen voor het vliegen op instrumenten, navigatietrainingstoestellen, trainers voor het lanceren van raketten, doelen en daartoe behorende uitrusting, onbemande «vliegtuigen», trainingstoestellen voor het gebruik van wapens en voor het besturen van onbemande «vliegtuigen» alsmede mobiele trainingseenheden.

Noot: Deze post omvat mede systemen voor kunstmatige beeld-ontwikkeling (SIG) en interactieve omgevingssystemen voor simulatoren wanneer deze speciaal zijn ontworpen of geschikt gemaakt voor militair gebruik.

ML15 . Beeldvormingsapparatuur en apparatuur voor tegenmaatregelen, als hieronder, speciaal ontworpen voor militair gebruik, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Noot: In ML15 zijn niet bedoeld beeldversterkerbuizen van de eerste generatie.

  • a. opnameapparatuur en beeldverwerkingsapparatuur;

  • b. camera's, fotografische apparatuur en apparatuur voor het bewerken van films;

  • c. beeldversterkerapparatuur;

  • d. infrarood- en warmtebeeldapparatuur;

  • e. apparatuur met beeldradarsensoren;

  • f. apparatuur voor hinderen en tegenhinderen voor de apparatuur bedoeld in ML15.a. t/m ML15.e.

Noot : In ML15.f. is mede begrepen apparatuur ontworpen om de werking of doeltreffendheid van militaire beeldsystemen te hinderen of voor het minimaliseren van een dergelijke hinderende uitwerking.

Noot 1: Het begrip «speciaal ontworpen onderdelen» omvat onder andere het volgende, mits speciaal voor militair gebruik ontworpen:

  • a. infraroodbeeldomvormerbuizen;

  • b. beeldversterkerbuizen (niet zijnde van de eerste generatie);

  • c. microkanaalplaten;

  • d. televisiecamerabuizen voor lage lichtintensiteiten;

  • e. detector arrays (met inbegrip van elektronische verbindings- of uitleessystemen;

  • f. pyro-elektrische televisiecamerabuizen;

  • g. koelsystemen voor beeldsystemen;

  • h. elektrisch aangestuurde sluiters van het fotochrome of elektro-optische type met een sluitertijd van minder dan 100 microseconde, met uitzondering van sluiters welke een wezenlijk onderdeel uitmaken van camera's werkend met grote snelheden;

  • i. glasvezelbeeldomvormers;

  • j. compound halfgeleider fotokathoden.

ML16. Smeedstukken, gietstukken en andere halffabrikaten waarvan het gebruik in een in deze militaire lijst bedoeld product identificeerbaar is door de compositie, geometrie of functie van het materiaal, en welke speciaal ontworpen zijn voor de producten welke bedoeld zijn in de posten ML1, ML2, ML3, ML4, ML6, ML9, ML10, ML12 of ML19.

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

ML17 . Militaire uitrustingsstukken, materialen en bibliotheekprogramma's, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. geheel zelfstandig werkende toestellen voor het duiken en zwemmen onder water, als hieronder:

    • 1. toestellen met gesloten en met halfgesloten kringloop (herinademingstoestellen);

    • 2. onderdelen speciaal ontworpen voor de ombouw van toestellen met open kringloop tot toestellen voor militair gebruik;

    • 3. artikelen die uitsluitend zijn ontworpen voor militair gebruik met vorenbedoelde geheel zelfstandig werkende toestellen voor duiken en zwemmen onder water;

  • b. constructie-apparatuur, speciaal ontworpen voor militair gebruik;

  • c. uitwendige hulpstukken, bekledingen en bewerkingen voor het onderdrukken van herkenningstekens, speciaal ontworpen voor militair gebruik;

  • d. technische veldapparatuur, speciaal ontworpen voor gebruik in een gevechtszone;

  • e. «robots», en besturingsapparatuur en «eindeffectoren» voor «robots», met één of meer van de volgende kenmerken:

    • 1. speciaal ontworpen voor militair gebruik;

    • 2. met de middelen om de hydraulische leidingen te beschermen tegen van buitenaf toegebrachte gaatjes veroorzaakt door ballistische scherven (bijv. met zelfdichtende leidingen) en ontworpen voor gebruik van hydraulische vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 839 K (566°C); of

    • 3. speciaal ontworpen of gespecificeerd om te werken in een omgeving met elektro-magnetische impulsen (EMP);

  • f. bibliotheekprogramma's (parametrische technische gegevensbestanden), speciaal ontworpen voor militair gebruik met apparatuur bedoeld in het deel Militaire Goederen van deze Bijlage;

  • g. apparatuur voor het opwekken van nucleaire energie of voortstuwingsapparatuur, met inbegrip van «nucleaire reactors», speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik;

  • h. apparatuur en materiaal bekleed of behandeld voor het onderdrukken van herkenningstekens, speciaal ontworpen voor militair gebruik, andere dan die reeds elders in deze militaire lijst zijn bedoeld;

  • i. simulators speciaal ontworpen voor militaire «nucleaire reactors»;

  • j. mobile reparatiewerkplaatsen speciaal ontworpen voor het onderhouden van militaire apparatuur;

  • k. veldgeneratoren speciaal ontworpen voor militair gebruik; en

  • l. containers speciaal voor militair gebruik.

Technische noot: In ML17 wordt onder de uitdrukking «bibliotheekprogramma's» (parametrische technische gegevensbestanden) verstaan een verzameling technische gegevens van militaire aard, welker raadpleging de prestaties van militaire uitrusting of systemen kan verhogen.

ML18 . Apparatuur en «technologie» voor de productie van goederen, genoemd in deze Militaire Goederenlijst, als hieronder:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. speciaal ontworpen productie-apparatuur voor de productie van goederen bedoeld in het deel Militaire Goederen van deze bijlage, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

  • b. speciaal ontworpen voorzieningen voor omgevingsproeven en speciaal ontworpen apparatuur daarvoor, voor het verkrijgen van een certificaat of bewijs van geschiktheid voor, of voor het testen van producten bedoeld in het deel Militaire Goederen van deze bijlage;

  • c. specifieke productie-technologie, zelfs indien de apparatuur waarmee deze technologie moet worden gebruikt nergens in deze bijlage is bedoeld;

  • d. «technologie» specifiek voor het ontwerpen van, het samenstellen van onderdelen tot, en de bediening, het onderhoud en de reparatie van complete productie-installaties, zelfs indien de onderdelen zelf nergens in deze bijlage zijn bedoeld.

Noot 1: ML18.a. en ML18.b. omvatten mede de volgende apparatuur:

  • a. nitratoren van het continue type;

  • b. centrifugale testapparatuur of apparatuur met één of meer van de volgende kenmerken:

    • 1. aangedreven door een motor of door motoren met een vastgesteld vermogen van meer dan 298 kW (400 pk);

    • 2. in staat om een nuttige last van 113 kg of meer te dragen; of

    • 3. in staat om een centrifugale versnelling van 8 g of meer uit te oefenen op een nuttige last van 91 kg of meer;

  • c. dehydratiepersen;

  • d. vormextrusiemachines, speciaal ontworpen of aangepast voor de extrusie van militaire explosieven;

  • e. snijmachines voor het op maat maken van geëxtrudeerde stuwstoffen;

  • f. Sweetie polijsttrommels (tumblers) met een doorsnede van 1.85 m of meer en met een productcapaciteit van meer dan 227 kg;

  • g. continu-mengapparatuur voor vaste stuwstoffen;

  • h. stromingsmolens voor het polijsten of slijpen van de bestanddelen van militaire explosieven;

  • i. apparatuur voor het verkrijgen van zowel bolvormigheid als eenvormige deeltjesgrootte van metaalpoeders als genoemd in ML8.a.1.;

  • j. convectiestroomomvormers voor het omvormen van materialen genoemd in ML8.a.6.

Noot 2:

  • a. de term «goederen die worden bedoeld in het deel Militaire Goederen van deze Bijlage» omvat mede:

    • 1. goederen die niet vergunningplichtig zijn indien ze de gespecificeerde concentraties niet overschrijden, als hieronder:

      • a. hydrazine (zie ML8.a.18.);

      • b. «militaire explosieven» (zie ML8.);

    • 2. goederen die niet vergunningplichtig zijn indien ze bepaalde technische limieten niet overschrijden, nl. «supergeleidend» materiaal dat niet vergunningplichtig is ingevolge categorie 1C005.; «supergeleidende» elektromagneten die niet vergunningplichtig zijn ingevolge categorie 3A001.e.3.; «supergeleidende» elektrische apparatuur die in ML20.b. is vrijgesteld van vergunningplicht;

    • 3. metaalbrandstoffen en -oxidatiemiddelen die in lagen uit de dampfase zijn afgezet (zie ML8.a.2.);

  • b. de term «goederen die worden bedoeld in het deel Militaire Goederen van deze Bijlage» omvat niet:

    • 1. signaalpistolen (zie ML2. b);

    • 2. de stoffen die zijn vrijgesteld van vergunningplicht ingevolge noot 3 bij ML7;

    • 3. voor persoonlijk gebruik bestemde stralingsmeters en maskers ter bescherming tegen bepaalde industriële gevaren (zie noot 4 bij ML7);

    • 4. acetyleen, propaan, vloeibaar zuurstof, difluoramine (HNF2), rokend salpeterzuur en kaliumnitraatpoeder (zie noot 7 bij ML8);

    • 5. vliegtuigmotoren die zijn vrijgesteld van vergunningplicht ingevolge ML10;

    • 6. conventionele stalen helmen die niet zijn uitgerust, gewijzigd of ontworpen om te worden voorzien van enig toebehoren (zie noot 2 bij ML13);

    • 7. apparatuur die is uitgerust met niet- vergunningplichtige industriële onderdelen zoals niet elders gespecificeerde onderdelen bestemd voor het aanbrengen van deklagen en materiaal voor het vormgeven van plastics;

    • 8. musketten, geweren en karabijnen daterend van voor 1938, replica's van musketten, geweren en karabijnen die dateren van voor 1890, revolvers, pistolen en machinegeweren die dateren van voor 1890 en replica's daarvan; (De uitvoer van technologie of productiemateriaal voor niet-antieke lichte wapens is ingevolge deze noot 2.b.8 niet toegestaan, zelfs niet als deze technologie of dat productiemateriaal wordt gebruikt voor de reproductie van antieke lichte wapens).

Noot 3: ML18.d. omvat niet «technologie» voor civiele doeleinden, zoals de landbouw, geneesmiddelenindustrie, medische, dier-geneeskundige en milieuindustrie, afvalbeheer en de voedselindustrie (zie noot 5 bij ML7.).

ML19. Gerichte energiewapensystemen, daarmee verbonden apparatuur of apparatuur voor tegenmaatregelen en testmodellen, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. «laser»-systemen speciaal ontworpen voor de vernietiging of voor de bewerkstelliging van vroegtijdige missiebeëindiging van een doelwit;

  • b. deeltjesbundel- en microgolfsystemen die in staat zijn tot vernietiging of vroegtijdige missiebeëindiging van een doelwit;

  • c. radiofrequentiesystemen met een hoog vermogen die in staat zijn tot vernietiging of vroegtijdige missiebeëindiging van een doelwit;

  • d. apparatuur, speciaal ontworpen voor de verdediging tegen alsmede de ontdekking c.q. identificatie van systemen bedoeld in ML19.a., ML19.b. of ML19.c;

  • e. testmodellen en gerelateerde testresultaten voor de systemen, apparatuur en onderdelen bedoeld in ML19.

Noot 1: Gerichte energiewapensystemen als bedoeld in ML19 omvatten mede systemen waarvan het vermogen is afgeleid van de gecontroleerde toepassing van:

  • a. «lasers» met voldoende continugolf- of impuls-energie ter uitvoering van een vernietiging vergelijkbaar met die door conventionele munitie;

  • b. deeltjesversnellers die een geladen of neutrale deeltjes-bundel met vernietigingskracht schieten;

  • c. microgolfbundelzenders met hoge impulsie-energie of hoge gemiddelde energie die velden van voldoende intensiteit produceren om de elektronische schakelingen op een verafgelegen doelwit onklaar te maken.

Noot 2: ML19 omvat onderstaande apparatuur wanneer deze speciaal is ontworpen voor gerichte energiewapensystemen:

  • a. apparatuur voor de opwekking van primaire energie, energie-opslag, -schakelingen en -conditionering en brandstof-behandeling;

  • b. systemen voor het bereiken en opsporen van doelwitten;

  • c. systemen die in staat zijn tot het vaststellen van de schade aan een doelwit of de vernietiging of vroegtijdige missiebeëindiging daarvan;

  • d. bundelbehandelings-, voortplantings- en richt-apparatuur;

  • e. apparatuur voor snelle bundelzwenking ten behoeve van snelle meerdoelige operaties;

  • f. adaptieve optica en fase-afstemmers;

  • g. stroominjectoren voor negatieve waterstofionenbundels;

  • h. versnelleronderdelen die zijn «gekwalificeerd voor gebruik in de ruimte»;

  • i. apparatuur voor het bundelen van een negatieve ionenstraal;

  • j. apparatuur voor het besturen en doen zwenken van ionenbundels met hoge energie;

  • k. «voor gebruik in de ruimte gekwalificeerde» folie voor het neutraliseren van negatieve waterstofisotopenbundels.

ML20. Cryogene en «supergeleidende» apparatuur, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. apparatuur speciaal ontworpen of samengesteld om geïnstalleerd te worden in een voertuig voor militaire grond-, zee-, lucht-, of ruimtetoepassing, en in staat om te werken terwijl zij in beweging is en om temperaturen te produceren of te handhaven lager dan 103 K (1700C);

    Noot: ML20.a. omvat mede mobiele systemen waarin zijn vervat of waarin gebruik wordt gemaakt van toebehoren of onderdelen vervaardigd van niet-metallische of niet-elektrische geleidende materialen, zoals plastics of met epoxyhars geïmpregneerde materialen.

  • b. «supergeleidende» elektrische apparatuur (roterende apparatuur en transformatoren) speciaal ontworpen of samengesteld om geïnstalleerd te worden in een voertuig voor militaire grond-, zee-, lucht-, of ruimtetoepassing, en in staat om te werken terwijl zij in beweging is.

Noot: In ML20.b. zijn niet bedoeld gelijkstroom-, hybride homopolaire generatoren met normale enkelpolige metalen armaturen die draaien in een magnetisch veld dat wordt opgewekt door supergeleidende windingen, mits die windingen de enige super-geleidende component in de generatoren zijn.

ML21. «Programmatuur», als hieronder:

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • a. «programmatuur» speciaal ontworpen of aangepast voor «ontwikkeling», «productie» of « gebruik» van apparatuur of materialen bedoeld in deze Militaire Goederenlijst;

  • b. specifieke «programmatuur», als hieronder:

    • 1. «programmatuur» speciaal ontworpen voor:

      • a. het vormgeven, nabootsen of evalueren van militaire wapensystemen;

      • b. het ontwikkelen, controleren, onderhouden of bijwerken van «programmatuur» die onlosmakelijk is vastgelegd in militaire wapensystemen;

      • c. het vormgeven of nabootsen van scenario's voor militaire acties die niet zijn bedoeld in post ML14;

      • d. toepassingen op het gebied van bevelvoering, verbindingen, gezag en inlichtingen («Command, Communications, Control and Intelligence» ofwel C3I genoemd);

    • 2. «programmatuur» voor het vaststellen van de gevolgen van het gebruik van wapens voor conventionele, nucleaire, chemische of biologische oorlogvoering.

ML22. «Technologie» overeenkomstig de Algemene Technologie Noot van deze militaire goederenlijst voor de «ontwikkeling», «productie» of «gebruik» van goederen bedoeld in deze militaire goederenlijst, anders dan «technologie» bedoeld in ML7. en ML18.

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

DEFINITIES MILITAIRE GOEDEREN

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Na elke gedefinieerde term wordt tussen haakjes verwezen naar de betrokken categorie(ën).

«Aangepast voor oorlogsgebruik» (ML 7) : iedere wijziging of selectie (bijvoorbeeld wijziging van de zuiverheidsgraad, houdbaarheid, virulentie, verspreidingseigenschappen, of bestendigheid voor UV-straling) die is bedoeld ter verkrijging van een grotere effectiviteit bij het veroorzaken van verliezen aan mensen en dieren of het toebrengen van schade aan de werking van apparatuur, aan gewassen of aan het milieu.

«Additieven» (ML 8) : stoffen gebruikt in explosieve formuleringen ter verbetering van hun eigenschappen.

«Biokatalysatoren» (ML 7) : enzymen of andere biologische verbindingen welke de afbraak van CW agentia versnellen.

N.B.: enzymen betekenen hier «biokatalysatoren» voor specifieke chemische of biochemische reacties.

«Biopolymeren» (ML 7) : biologische macromoleculen als volgt:

  • a. enzymen;

  • b. monoklonale, polyklonale of anti-idiotypische antilichamen;

  • c. speciaal ontworpen of speciaal bewerkte receptoren.

N.B. 1: 'enzymen' betekenen hier «biokatalysatoren» voor specifieke chemische of biochemische reacties.

N.B.2 : 'anti-idiotypische antilichamen' betekenen hier antilichamen welke binden aan de specifieke antigeen bindplaats van andere antilichamen.

N.B.3 : 'monoklonale antilichamen' betekenen hier proteïnen welke binden het specifieke antigenen en welke door een enkele kloon of cel geproduceerd worden.

N.B. 4 : 'polyklonale antilichamen' betekenen hier een mengsel van proteïnen welke binden aan het specifieke antigeen en welke worde geproduceerd door meer dan één kloon of cel.

N.B. 5 : 'receptoren' betekenen hier biologische macromoleculaire structuren welke bindingen kunnen aangaan waardoor fysiologische functies kunnen worden aangetast.

'Civiele vliegtuigen' (ML 10) : die types «vliegtuigen» die als zodanig zijn aangeduid in gepubliceerde overzichten van luchtvaardigheidsbewijzen van de civiele luchtvaart-autoriteiten voor het vliegen van commerciële binnenlandse en buitenlandse lijnen of voor wettig civiel, privé of zakelijk gebruik.

N.B.: Zie ook «vliegtuigen».

«Eerste generatie beeldversterkerbuizen» (ML 15) : buizen met elektrostatische focus, welke gebruik maken van glasvezel of «face.plates» aan de in- en uitgang, van multi-alkali fotokathoden (S-20 of S-25), maar niet van microkanalenplaat versterkers.

«Eindeffectors» (ML 17) : «Eindeffectors» omvatten grijpers, «actieve gereedschapseenheden» en alle andere gereedschappen die zijn verbonden met de grondplaat aan het uiteinde van de manipulatiearmen van een «robot».

N.B.: Een «actieve gereedschapseenheid» is een voorziening, die beweegkracht of procesenergie op het werkstuk overbrengt of waarnemingen daarvan verzorgt.

«Expressie vectoren» (ML 7) : dragers (e.g., plasmide of virussen) welke gebruikt worden om genetisch materiaal in host-cellen te introduceren.

«Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek» (ATN) : experimenteel of theoretisch werk dat hoofdzakelijk wordt gedaan om nieuwe kennis te verkrijgen over de fundamentele beginselen van verschijnselen of waarneembare feiten, en dat in eerste instantie niet is gericht op een bepaald praktisch doel of oogmerk.

«Gebruik» (ATN) : bediening, installatie (met inbegrip van installatie ter plaatse), onderhoud (controle), reparatie, revisie en opknappen.

«Gekwalificeerd voor gebruik in de ruimte» (ML 19) : producten die zijn ontworpen, vervaardigd en getest volgens speciale elektrische, mechanische en omgevingseisen voor het gebruik bij het elektrische, mechanische en omgevingseisen voor gebruik bij het lanceren en opstellen van satellieten of vluchtsystemen die opereren op hoogten van 100 km of hoger.

«Kernreactor» (ML 17) : een kernreactor omvat de delen in of rechtstreeks bevestigd aan het reactorvat, de uitrusting die het vermogensniveau in de kern regelt, alsmede de onderdelen die gewoonlijk het primaire koelmiddel van de reactorkern bevatten, daarmee in rechtstreeks contact komen of dit reguleren.

«Laser» (ML 9 ML 19) : een samenstelling van componenten welke zowel in de ruimte als in de tijd coherent licht produceert dat is versterkt door de gestimuleerde emissie van straling.

«Militaire explosieve stoffen» (ML 8) : stoffen in vaste, vloeibare of gasvorm of mengsels van stoffen welke als primaire booster, aanjaag- of hoofdlading in koppen, vernieuwings of andere militaire toepassing, dienen te exploderen.

«Militaire pyrotechnische stoffen» (ML 4 ML 8) : mengsels van vaste- of vloeibare brandstoffen of oxidatiemiddelen, welke indien ontstoken, een energetische chemische reactie ondergaan op een geregeld tijdstip met als doel een specifieke tijdvertraging te produceren, of hoeveelheden hitte, geluid, rook, zichtbaar licht of infrarode straling. «Pyrophonische stoffen» zijn een categorie van pyrotechnische stoffen welke echter geen oxidatiemiddelen bezitten, maar welke spontaan ontsteken bij contact met lucht.

«Noodzakelijk» (ATN) : met betrekking tot «technologie» of «programmatuur» wordt hieronder verstaan uitsluitend dat deel van de «technologie» of «programmatuur» dat in het bijzonder verantwoordelijk is voor het bereiken of te boven gaan van de onder embargo vallende prestatieniveaus, kenmerken of functies. Verschillende producten kunnen dergelijke noodzakelijke «technologie» of «programmatuur» gemeen hebben.

«Ontwikkeling» (ATN) : dit bestrijkt alle fasen voorafgaand aan serieproductie, zoals: ontwerp, ontwerponderzoek, ontwerpanalyse, ontwerpideeën, assemblage en testen van prototypen, proefproductieplannen, ontwerpgegevens, het vertalen van ontwerpgegevens in een product, ontwerp van configuraties, integratie-ontwerp, opmaak.

'Productie' (ATN) : hieronder vallen alle productiestadia, zoals: bouw, productie, «engineering», fabricage, integratie, assemblage (monteren), inspectie, testen, kwaliteits-borging.

«Programmatuur» (ML 21) : een verzameling van één of meer «programma's» of «micro-programma's» vastgelegd op enig tastbaar medium.

«Robot» (ML 17) : een manipulatiemechanisme, dat kan zijn van een type dat een continu pad aflegt of van een type dat van punt naar punt gaat, eventueel voorzien van sensoren, en dat alle volgende kenmerken heeft:

  • a. multifunctioneel;

  • b. geschikt voor het positioneren of oriënteren van materialen, onderdelen, gereedschappen of speciale elementen door middel van regelbare bewegingen in de driedimensionale ruimte;

  • c. met drie of meer servomechanismen met open of gesloten lus waarbij inbegrepen kunnen zijn stappenmotoren; en

  • d. met «toegankelijkheid van het programma door de gebruiker» door middel van de leer-en-terugspeelmethode (teach/playback) of door middel van een elektronische computer die een programmeerbare logische regeleenheid kan zijn (PCL), d.w.z. zonder mechanische interventie.

N.B.: Bovenstaande definitie slaat niet op de volgende toestellen :

  • 1. manipulatiemechanismen die alleen met de hand of met een mechanisme voor afstandsbediening te regelen zijn;

  • 2. manipulatiemechansimen die in een vaste volgorde werken en geautomatiseerde bewegende toestellen zijn, die mechanisch vastgelegde, geprogrammeerde bewegingen uitvoeren. Het programma is mechanisch beperkt door vaste aanslagen, zoals pennen of nokken. De volgorde van de bewegingen en de keuze van trajecten of hoeken mag niet op mechanische, elektronische of elektrische wijze beïnvloedbaar zijn;

  • 3. mechanisch geregelde manipulatiemechanismen met een variabele volgorde van bewegingen, die geautomatiseerde bewegende toestellen zijn welke mechanisch vastgelegde, geprogrammeerde bewegingen uitvoeren. Het programma is mechanisch beperkt door vaste, maar verplaatsbare aanslagen, zoals pennen en nokken. De volgorde van de bewegingen en de keuze van de trajecten of hoeken kan binnen het vaste programmapatroon worden gevarieerd. Variaties of wijzigingen in het programmapatroon (bijvoorbeeld verwisselen van pennen of uitwisselen van nokschijven) in één of meer bewegingsassen mogen alleen langs mechanische weg bewerkstelligd worden;

  • 4. niet van een servomechanisme voorziene manipulatiemechanismen met een variabele volgorde van bewegingen, die geautomatiseerde bewegende toestellen zijn welke mechanisch vastgelegde, geprogrammeerde bewegingen uitvoeren. Het programma mag variabel zijn maar de volgorde mag slechts op grond van het binaire signaal van mechanisch vaste elektrische binaire voorzieningen of verplaatsbare aanslagen verlopen;

  • 5. stapelkranen, waaronder te verstaan met Cartesische coördinaten werkende manipulatiesystemen, vervaardigd als integraal onderdeel van een verticale opstelling van opslagbakken en ontworpen voor het bereiken van de inhoud van deze bakken voor opslag of leeghalen.

«Stoffen voor oproerbeheersing» (ML 7) : stoffen die tijdelijke irritatie of tijdelijk fysiek onvermogen veroorzaken, welke effecten echter binnen een paar minuten na beëindiging van de blootstelling verdwijnen. Er bestaat geen kans van betekenis op blijvende beschadiging en medische behandeling is slechts bij uitzondering noodzakelijk.

«Supergeleidend» (ML 18 ML 20): materialen,d.w.z. metalen, legeringen of verbindingen waarvan de elektrische weerstand nul kan worden, d.w.z. dat zij een oneindige elektrische geleidbaarheid kunnen bereiken en zeer grote stromen kunnen geleiden zonder joule-opwarming.

N.B.: De «supergeleidende» toestand van elk afzonderlijk materiaal wordt gekenmerkt door een «kritische temperatuur», een kritisch magnetisch veld, dat een functie is van de temperatuur, en een kritische stroomdichtheid, die echter een functie is van zowel het magnetisch veld als van de temperatuur.

«Technologie» (ATN) : specifieke informatie die nodig is voor de «ontwikkeling», «productie» of het «gebruik» van een product. De informatie is in de vorm van «technische gegevens» of «technische bijstand».

N.B.: 1. 'Technische bijstand' kan zijn in de vorm van instructie, vaardigheden, opleiding, praktijkkennis, advies, e.d. en kan gepaard gaan met de overdracht van «technische gegevens».

2. 'Technische gegevens' kunnen o.m. bestaan uit blauwdrukken, tekeningen, schema's, modellen, formules, tabellen, technische ontwerpen en specificaties, handboeken en instructies, in geschreven vorm of vastgelegd op andere media of apparaten zoals diskette, magneetband, leesgeheugens (ROM's).

«Toegankelijkheid van het programma voor de gebruiker» (ML 17) : de mogelijkheid voor de gebruiker om «programma's» in te voegen, te veranderen of te vervangen anders dan door middel van:

  • a. een fysieke wijziging in de bedrading of andere onderlinge verbindingen; of

  • b. het instellen van functiekeuzen, het inbrengen van parameters daarbij inbegrepen.

«Traangassen» (ML 7) : gassen die tijdelijke irritatie of tijdelijk onvermogen veroorzaken, welke effecten echter binnen een paar minuten na beëindiging van de blootstelling verdwijnen.

«Vliegtuigen» (ML 8 ML 9 ML 10) : luchtvoertuigen met vaste, draaibare of roterende (hefschroefvliegtuig) vleugel en verticaal opstijgende luchtvoertuigen (met kantelende rotor of vleugel).

N.B.: Zie ook «civiele vliegtuigen».

«Voor iedereen beschikbaar» (ATN) : «technologie» of «programmatuur» die zonder beperkingen aan de verdere verspreiding daarvan beschikbaar zijn gesteld. (Auteurs-rechtelijke beperkingen hebben niet tot gevolg dat «technologie» of «programmatuur» niet langer «voor iedereen beschikbaar» is).

«Voorloper» (ML 8): speciale chemicaliën welke gebruikt worden bij de fabricage van militaire explosieven.