Voor de toepassing van deze wet worden verstaan onder
motorrijtuigen: alle rij- of voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven over
de grond te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op
of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig dan wel door electrische tractie met stroomtoevoer
van elders; als een deel daarvan wordt aangemerkt al hetgeen aan het rij- of voertuig
is gekoppeld of na koppeling daarvan is losgemaakt of losgeraakt, zolang het nog niet
buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
verzekerden: zij wier aansprakelijkheid overeenkomstig de bepalingen van deze wet
is gedekt;
benadeelden: zij die schade hebben geleden welke grond oplevert voor toepassing van
deze wet, alsmede hun rechtverkrijgenden;
vergunning: een vergunning die een schadeverzekeraar ingevolge de Wet op het financieel toezicht behoeft voor de uitoefening van de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen;
verzekeraar: een schadeverzekeraar die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland zijn bedrijf in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen mag uitoefenen,
en het bureau, bedoeld in artikel 2, zesde lid, dat is belast met de afwikkeling van de schade welke in Nederland is veroorzaakt
door motorrijtuigen die gewoonlijk in het buitenland zijn gestald, en van de afwikkeling
van de schade welke in een van de krachtens artikel 3, derde lid, aangewezen landen is veroorzaakt door motorrijtuigen die gewoonlijk in Nederland
zijn gestald;
weg: een weg waarop de omschrijving van het begrip "wegen" in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994 van toepassing is; onder "weg" wordt mede verstaan een vaartuig dat wordt gebruikt
bij de uitoefening van een veerdienst;
terrein: een terrein dat toegankelijk is voor het publiek of voor een zeker aantal
personen die het recht hebben daar te komen;
kenteken: een kenteken als bedoeld in artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994;
kentekenbewijs: een kentekenbewijs als bedoeld in artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994.
Waarborgfonds Motorverkeer en fonds: de krachtens artikel 23, eerste lid, aangewezen rechtspersoon;
gevaarlijke stof: een stof als bedoeld in artikel 1210, onderdeel a, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
gebeurtenis: een gebeurtenis als bedoeld in artikel 1210, onderdeel d, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
exploitant: een exploitant als bedoeld in artikel 1210, onderdeel e, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie;
Informatiecentrum: de krachtens artikel 27b, eerste lid, aangewezen rechtspersoon;
Schadevergoedingsorgaan: de krachtens artikel 27k, eerste lid, aangewezen rechtspersoon;
schaderegelaar: een schaderegelaar als bedoeld in artikel 4:70, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht.