Besluit van 14 februari 1964, houdende vaststelling van een algemene maatregel van
bestuur, als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Wet tot uitvoering van de Verordening
No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 30 oktober 1963,
no. A-2/020324, Directoraat-Generaal van het Verkeer;
Gelet op de Wet tot uitvoering van de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische
Gemeenschap;
De Raad van State gehoord (adviezen van 4 december 1963, no. 88);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 11
februari 1964, no A-2/021668, Directoraat-Generaal van het Verkeer;
Hebben goedgevonden en verstaan: