Uitvoeringswet genocideverdrag

[Regeling vervallen per 01-10-2003.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-03-2009.
Geldend van 14-05-1997 t/m 30-09-2003

Wet van 2 juli 1964, houdende Uitvoeringswet genocideverdrag

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regelen te stellen tot uitvoering van het op 9 december 1948 te Parijs tot stand gekomen Verdrag nopens de voorkoming en de bestraffing van genocide en dat in verband daarmede de Wet Oorlogsstrafrecht, de Uitleveringswet en de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven moeten worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Strafbepalingen

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

  • 1 Hij die met het oogmerk een nationale of etnische groep, een groep behorend tot een bepaald ras, dan wel een groep met een bepaalde godsdienst of levensovertuiging, geheel of gedeeltelijk, als zodanig te vernietigen, opzettelijk:

    • 1°. leden van de groep doodt;

    • 2°. leden van de groep zwaar lichamelijk of geestelijk letsel toebrengt;

    • 3°. aan de groep levensvoorwaarden oplegt die op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging zijn gericht;

    • 4°. maatregelen neemt, welke tot doel hebben geboorten binnen de groep te voorkomen;

    • 5°. kinderen van de groep gewelddadig overbrengt naar een andere groep

    wordt als schuldig aan genocide gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie.

  • 2 De samenspanning wordt gestraft gelijk de poging.

  • 3 De uitdrukkingen samenspanning en zwaar lichamelijk letsel hebben in dit artikel dezelfde betekenis als in het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

Met gelijke straf, als gesteld op de in het voorgaande artikel bedoelde feiten, wordt gestraft hij die opzettelijk toelaat dat een aan hem ondergeschikte een zodanig feit begaat.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

Ten aanzien van de feiten, bedoeld in de artikelen 1 en 2, zijn de artikelen 42 en 43, alsmede de artikelen 70 en 76 van het Wetboek van Strafrecht niet van toepassing.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

De bij de artikelen 1 en 2 strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

  • 1 De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de Nederlander, die zich buiten Nederland schuldig maakt:

  • 2 De vervolging kan ook plaats hebben, indien de verdachte eerst na het begaan van het feit Nederlander wordt.

Artikel 5a

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

De misdrijven, omschreven in de artikelen 1 en 2 van deze wet, worden voor de toepassing van de Uitleveringswet niet beschouwd als strafbare feiten van politieke aard.

Hoofdstuk III. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

Deze wet kan worden aangehaald als "Uitvoeringswet genocideverdrag".

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-10-2003]

Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk , 2 juli 1964

JULIANA.

De Minister van Justitie,

Y. SCHOLTEN.

Uitgegeven de zestiende juli 1964.

De Minister van Justitie,

Y. SCHOLTEN.