Stb. 2002, 216, datum inwerkingtreding 01-06-2002, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2001.
1 De bezoldiging van de vice-president van de Raad van State wordt bepaald op € 8 806,51
per maand. De bezoldiging van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak wordt
bepaald op € 8 261,07. De bezoldiging van de overige staatsraden wordt bepaald op
€ 7 749,66 per maand.
2 Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag van indiensttreding. De bezoldiging
wordt niet langer uitbetaald dan tot en met de dag van het overlijden.
3 Na het overlijden van de vice-president of van een staatsraad wordt een uitkering
uitgekeerd op de voet van de bepalingen welke te dien aanzien voor burgerlijke rijksambtenaren
zijn of zullen worden vastgesteld.
Stb. 2002, 216, datum inwerkingtreding 01-06-2002, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2002.
1 De bezoldiging van de vice-president van de Raad van State wordt bepaald op € 9 123,71
per maand. De bezoldiging van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak wordt
bepaald op € 8 558,29. De bezoldiging van de overige staatsraden wordt bepaald op
€ 8 028,73 per maand.
2 Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag van indiensttreding. De bezoldiging
wordt niet langer uitbetaald dan tot en met de dag van het overlijden.
3 Na het overlijden van de vice-president of van een staatsraad wordt een uitkering
uitgekeerd op de voet van de bepalingen welke te dien aanzien voor burgerlijke rijksambtenaren
zijn of zullen worden vastgesteld.