Wet van 23 september 1964, houdende voorzieningen ter waarborging van de voortzetting
van de rechtspleging in geval van oorlog, oorlogsgevaar of daaraan verwante of daarmede
verband houdende buitengewone omstandigheden
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in geval van oorlog,
oorlogsgevaar of daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstandigheden
voorzieningen ter waarborging van de voortzetting van de rechtspleging en enkele daarmede
samenhangende voorzieningen te kunnen treffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: