1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
– Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
– horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders
dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
– slijtersbedrijf: de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om
niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse,
al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren
verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan
ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen andere handelingen;
– lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting;
– horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel
uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder
geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
– slijtlokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel
uitmakend van of samenvallend met een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt
uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van sterke drank voor gebruik
elders dan ter plaatse;
– inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt
uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder
geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter
plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten
ruimte;
– leidinggevende:
-
1°. de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden,
voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend,
met uitzondering van bestuurders van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4;
-
2°. de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het
horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;
-
3°. de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig
bedrijf in een inrichting;
– inspecteur: de bevoegde inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid;
– wijn: de drank, die door alcoholische gisting is verkregen uit en geen andere bestanddelen
bevat dan die, afkomstig van het sap van druiven – vruchten van Vitis Vinifera L.
– alsmede de drank, die met toepassing van bijzondere technische bewerkingen of met
toevoeging van andere bestanddelen is verkregen uit bovenbedoeld sap, voor zover deze
toepassing of toevoeging in het land van oorsprong van zodanige drank bij de bereiding
daarvan gebruikelijk is;
– sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor
vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;
– alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius
voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;
– zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;
– bedrijfslichaam: een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 66 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22);
– bijlage: bijlage bedoeld in artikel 44b, eerste lid;
– overtreding: handeling als omschreven in de bijlage, welke in strijd is met het
bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 3, 9, tweede lid, 12 tot en met 20, vierde lid, 20, zesde lid, 22, 24, 25 of 29, tweede lid;
– boete: bestuurlijke sanctie bestaande in de verplichting aan de staat een bepaalde
geldsom te betalen.