Uitvoeringsbesluit Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964

Geraadpleegd op 29-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2011 en zichtdatum 01-08-2012.
Geldend van 01-01-2011 t/m 05-01-2014

Artikel 1

  • 1 De zelfstandige binnenschipper is gehouden woonplaats te kiezen in Nederland, tenzij hij:

    • a. in Nederland een vaste woonplaats heeft;

    • b. niet in Nederland woont en niet als binnenschipper een binnenlandse onderneming drijft.

  • 2 Het lid van de bemanning van een binnenschip - daaronder begrepen de niet-zelfstandige binnenschipper - is bevoegd, en op vordering van de inspecteur gehouden, woonplaats te kiezen in Nederland. Indien hij geen woonplaats heeft gekozen, wordt hij geacht woonplaats te hebben op de vaste woonplaats of de gekozen woonplaats van zijn inhoudingsplichtige. Het vorenstaande geldt niet indien:

    • a. hij in Nederland een vaste woonplaats heeft;

    • b. hij niet in Nederland woont en niet als binnenschipper in Nederland een dienstbetrekking vervult.

  • 3 De stukken betreffende de heffing en de invordering van belasting kunnen worden gezonden en betekend aan de gekozen woonplaats.

Artikel 2

  • 1 De keuze van de woonplaats of een wijziging van de keuze wordt schriftelijk gedaan bij de inspecteur.

  • 2 Hij die ingevolge artikel 1, eerste lid, verplicht is woonplaats te kiezen, doet dit binnen acht weken na de aanvang van zijn werkzaamheden. Woont hij niet in Nederland, dan doet hij de keuze binnen een week nadat hij het drijven van een binnenlandse onderneming heeft aangevangen.

  • 3 Hij die ingevolge artikel 1, tweede lid, verplicht is woonplaats te kiezen, doet dit binnen een door de inspecteur te bepalen termijn.

Artikel 3

Degene die verplicht is woonplaats te kiezen, is desgevraagd gehouden de in de artikelen 47 en 53 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, voor raadpleging aan de inspecteur ter beschikking te stellen op de gekozen woonplaats.

Artikel 4

Het niet voldoen aan een verplichting bedoeld in de artikelen 1 tot en met 3 is een strafbaar feit.

Artikel 5

Hij die bij de inwerkingtreding van dit besluit ingevolge artikel 1, eerste lid, gehouden wordt woonplaats te kiezen, doet dit binnen twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 6

  • 1 Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet op de inkomstenbelasting 1964 in werking treedt.

  • 2 Dit besluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964.