Besluit van 17 mei 1965, houdende uitvoering van de Wet op de loonbelasting 1964
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 26 april 1965, nr. B5/6210, Directie
Wetgeving Directe Belastingen;
Gelet op de artikelen 4, 7, 33 en 34 van de Wet op de loonbelasting 1964 (Stb. 521);
De Raad van State gehoord (advies van 12 mei 1965, nr. 64);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 14 mei 1965, nr. 135/7088,
Directie Wetgeving Directe belastingen;
Hebben goedgevonden en verstaan: