-
a. vlees van:
-
1°. dieren waarbij een van de volgende ziekten is vastgesteld:
-
- Mond- en klauwzeer (MKZ),
-
- Klassieke varkenspest (KVP),
-
- Afrikaanse varkenspest (AVP),
-
- Vesiculaire varkensziekte (VVZ),
-
- Newcastle Disease (ND),
-
- Runderpest,
-
- Ziekte van kleine herkauwers ("Peste des petits ruminants"),
-
- Vesiculaire stomatitis (VS),
-
- Bluetongue,
-
- Paardepest,
-
- Virale paardepest-encefalomyelitis,
-
- Teschener-ziekte,
-
- Vogelpest,
-
- Schape- en geitepokken,
-
- Nodulaire dermatose,
-
- Rifvalleykoorts,
-
- Besmettelijke bovine pleuropneumonie,
-
- gegeneraliseerde actinobacillose of gegeneraliseerde actinomycose,
-
- miltvuur en boutvuur,
-
- gegeneraliseerde tuberculose,
-
- gegeneraliseerde lymfadenitis,
-
- kwade droes,
-
- hondsdolheid,
-
- tetanus,
-
- acute salmonellose,
-
- acute brucellose,
-
- vlekziekte,
-
- botulisme,
-
- septicemie, pyaemie, toxemie en viremie,
-
2°. dieren die acute laesies vertoonden van bronchopneumonie, pleuritis, peritonitis,
metritis, mastitis, arthritis, pericarditis, enteritis of menningo-encephalomyelitis,
bevestigd door een gedetailleerde keuring, eventueel aangevuld met een bacteriologisch
onderzoek en een onderzoek op residuen van stoffen met farmacologische werking. Wanneer
de resultaten van deze bijzondere onderzoeken gunstig zijn, worden de karkassen evenwel
geschikt voor menselijke consumptie verklaard na verwijdering van de voor consumptie
ongeschikte delen,
-
3°. dieren die leden aan de volgende parasitaire ziekten: gegeneraliseerde sarcosporidiose
en gegeneraliseerde cysticercose en trichinose,
-
4°. gestorven dieren, doodgeboren dieren of ongeboren dode vruchten,
-
5°. te jong geslachte dieren waarvan het vlees oedeemverschijnselen vertoont,
-
6°. sterk vermagerde dieren of dieren met uitgesproken anemie, en
-
7°. dieren die multiple tumoren, multiple abcessen of multiple ernstige verwondingen in
verschillende delen van het karkas of in verschillende ingewanden vertoonden,
-
b. vlees van:
-
1°. dieren die positief of onduidelijk hebben gereageerd op tuberculine waarbij bij de
keuring na het slachten verricht onderzoek plaatselijke tubeerculoselaesies heeft
aangetoond in meerdere organen of meerdere delen van het karkas. Wanneer een tuberculoselaesie
is geconstateerd in de klieren van een zelfde orgaan of deel van een karkas, worden
evenwel enkel het aangetaste orgaan of deel van het karakas en de bijbehorende lymfklieren
ongeschikt voor menselijke consumptie verklaard,
-
2°. dieren die positief of onduidelijk hebben gereageerd op een brucellosetest waarbij
de ziekte is bevestigd door laesies die wijzen op een acute aandoening. Zelfs indien
dergelijke laesies niet zijn geconstateerd, worden toch de uier, het genitaal apparaat
en het bloed ongeschikt voor menselijke consumptie verklaard,
-
c. delen van karkassen die ernstige serum- of bloedinfiltraties, gelokaliseerde abcessen
of gelokaliseerde verontreinigingen vertonen,
-
d. slachtafvallen en ingewanden die pathologische laesies van infectieuze, parasitaire
of traumatische oorsprong vertonen,
-
e. vlees van koortsige dieren,
-
f. vlees dat ernstige afwijkingen vertoont inzake kleur, geur, consistentie en smaak,
-
g. wanneer de keuringsdierenarts constateert dat karkassen of slachtafvallen aangetast
zijn door lymfadenitis caseosus of een andere etterige aandoening die echter niet
gegeneraliseerd is noch gepaard gaat met sterke vermagering:
-
1°. alle organen en daarmee verbonden lymfeklieren die deze aandoening in- of uitwendig
vertonen, en
-
2°. in alle gevallen waarop sub 1 niet van toepassing is, de laesie en de aangrenzende
delen, die hij, te zijner beoordeling, ongeschikt acht, de ouderdom en de activiteit
van de laesie in aanmerking genomen, met dien verstande dat een oude goed ingekapselde
laesie als inactief mag worden beschouwd,
-
h. vlees van de weggesneden steekplaats,
-
i. wanneer de keuringsdierenarts constateert dat hele karkassen of delen van karkassen
dan wel slachtafvallen aangetast zijn door een andere ziekte of aandoening dan die
vermeld in de voorgaande punten, het gehele karkas en de slachtafvallen of het deel
van het karkas of het slachtafval waarvan hij denkt dat het ongeschikt voor menselijke
consumptie moet worden verklaard,
-
j. karkassen waarvan de slachtafvallen niet aan de keuring na het slachten zijn onderworpen,
-
k. het bloed van dieren waarvan het vlees overeenkomstig de bovenstaande punten ongeschikt
voor menselijke consumptie is verklaard, alsmede bloed dat besmet is door de maaginhoud
of door een andere stof,
-
l. vlees van dieren waaraan de volgende stoffen zijn toegediend:
-
1°. door Onze Minister aangewezen produkten waardoor het vlees gevaarlijk of schadelijk
voor de gezondheid van de mens kan zijn, en
-
2°. malsmakers (tenderizers),
-
m. vlees dat residuen bevat van door Onze Minister aangewezen stoffen en residuen van
geneesmiddelen, van antibiotica, van bestrijdingsmiddelen of van andere stoffen die
schadelijk zijn of er eventueel toe te kunnen leiden dat de consumptie van vers vlees
gevaarlijk of schadelijk is voor de gezondheid van de mens, in hoeveelheden die de
door Onze Minister vastgestelde toleranties overschrijden,
-
n. vlees dat besmet of aangetast is in een door Onze Minister vastgestelde mate.
-
o. levers en nieren van dieren van meer dan twee jaar oud afkomstig uit gebieden waarin
men bij de uitvoering van overeenkomstig richtlijn no. 86/469/EEG goedgekeurde plannen
een algemene aanwezigheid van zware metalen in het milieu heeft kunnen constateren,
-
p. vlees dat behandeld is met ioniserende of ultraviolette stralen, onverminderd eventuele
communautaire voorschriften inzake doorstraling,
-
q. vlees dat een uitgesproken seksuele geur verspreidt,
-
r. vlees van dieren die bij een speciale noodslachting zijn gedood,
-
s. vlees afkomstig van op grond van artikel 4 van richtlijn no. 64/433/EEG door de bevoegde
autoriteit van de betrokken lid-staat erkende inrichtingen,
-
t. vlees van vrij wild, dat door Onze Minister aan te wijzen stoffen heeft opgenomen,
waardoor de consumptie van het vlees gevaarlijk of schadelijk voor de gezondheid van
de mens kan zijn,
-
u. vlees van vrij wild waarbij de dood aan andere oorzaken is te wijten dan de jacht,
-
v. vlees dat met andere kleurstoffen is gemerkt dan door Onze Minister voorgeschreven,
-
w. vlees, niet zijnde vlees van gehouden wild of vrij wild, van mannelijke varkens bestemd
voor de fok, van cryptorchiede en hermafrodiete varkens en van niet-gecastreerde mannelijke
varkens met een geslacht gewicht hoger dan 80 kg, tenzij de inrichting op basis van
een door Onze Minister goedgekeurde methode kan garanderen dat karkassen met een uitgesproken
seksuele geur kunnen worden opgespoord en het vlees is voorzien van het speciale merk
als bedoeld in beschikking no. 84/371/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen
van 3 juli 1984 (PbEG L 196) en bestemd is om een behandeling als bedoeld in richtlijn no. 77/99/EEG te
ondergaan,
-
x. vlees van dieren die niet op gegeneraliseerde wijze zijn aangetast door Cysticercus
bovis of Cysticercus cellulosae, tenzij het een koudebehandeling heeft ondergaan,
overeenkomstig een door Onze Minister goedgekeurde methode,
-
y. vlees van varkens of paarden, dat niet overeenkomstig het bepaalde in richtlijn no.
77/96/EEG op trichinen is onderzocht, tenzij het een koudebehandeling heeft ondergaan
overeenkomstig bijlage IV van die richtlijn. Vlees van everzwijnen of van andere voor
besmetting met trichinen vatbare soorten gekweekt wild of vrij wild, moet zijn onderzocht
met behulp van een digestiemethode overeenkomstig richtlijn no. 77/96/EEG,
-
z. separatorvlees,
-
aa. slachtafvallen van vrij wild,
-
ab. delen van organen met uitzondering van in plakken gesneden levers van als huisdier
gehouden runderen als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, sub 1,