Stb. 2004, 416, datum inwerkingtreding 02-09-2004, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2004.
1 Onverminderd het in deze wet terzake van herziening of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering
bepaalde, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering op aanvraag toegekend over perioden
van drie jaar.
2 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt de belanghebbende van de mogelijkheid
van het doen van een aanvraag schriftelijk in kennis uiterlijk vier maanden vóór de
datum waarop:
-
a. de wachttijd van 104 weken, bedoeld in artikel 19, eerste lid, verstrijkt;
-
b. de periode waarover de arbeidsongeschiktheidsuitkering is toegekend, verstrijkt.
3 De belanghebbende, die in aanmerking wenst te komen voor toekenning dan wel voortzetting
van de uitkering, dient zijn aanvraag te doen binnen 21 maanden na aanvang van zijn
arbeidsongeschiktheid onderscheidenlijk uiterlijk dertien weken voor de in het eerste
lid bedoelde termijn verstrijkt. Indien de wachttijd, bedoeld in artikel 19, eerste
lid, is verlengd op grond van het zevende lid van dat artikel wordt de aanvraag voor
de toekenning van de uitkering, in afwijking van de eerste zin, uiterlijk 13 weken
voor het verstrijken van de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
vastgestelde verlengde wachttijd gedaan.
4 Indien niet binnen de termijn ingevolge artikel 87, tweede lid, een beslissing is
genomen op een tijdig ingediende aanvraag tot voortzetting van de arbeidsongeschiktheidsuitkering
wordt de uitkering voortgezet tot het tijdstip waarop de beschikking op de aanvraag
is bekendgemaakt.
5 Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen de kennisgeving als bedoeld in het tweede lid, niet heeft
gedaan dan wel indien bij een latere kennisgeving dan bedoeld in het tweede lid de
aanvraag wordt ingediend binnen vier weken nadat deze kennisgeving is ontvangen.
6 Indien de uitkering wordt voortgezet wordt als dagloon of vervolgdagloon in aanmerking
genomen het dagloon of het vervolgdagloon, dat zou hebben gegolden als de periode,
bedoeld in het eerste lid, niet was geëindigd.
7 Het uitvoeringsinstituut werknemersverzekering kan, onder goedkeuring van Onze Minister,
bepalen dat ten aanzien van bepaalde groepen arbeidsongeschikten geen termijn geldt
dan wel een termijn zal gelden die afwijkt van de in het eerste lid genoemde termijn.
8 Indien de toepassing van het derde lid zou leiden tot kennelijke hardheid, is het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bevoegd de uitkering ambtshalve toe te
kennen of voort te zetten.
9 Indien de wachttijd, bedoeld in artikel 19, eerste lid, is verlengd op grond van het
zevende lid van dat artikel, besluit het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
de aanvraag, bedoeld in het derde lid, niet te behandelen, indien deze is ingediend
vóór het verzoek tot de verlenging.