Stb. 2005, 709, datum inwerkingtreding 29-12-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-06-2005.
1 Ten laste van de Arbeidsongeschiktheidskas komen gedurende de periode van vier jaar
te rekenen vanaf de dag waarop een arbeidsongeschiktheidsuitkering is ingegaan:
-
a. de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te betalen arbeidsongeschiktheidsuitkeringen,
alsmede de op grond van enige wet over deze uitkeringen door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen verschuldigde premies die niet op deze uitkeringen in mindering
kunnen worden gebracht;
-
b. het gezamenlijke bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de vakantie-uitkeringen
die in de in de aanhef bedoelde periode niet zijn uitbetaald wegens het genieten van
loon als bedoeld in artikel 44, derde lid, en dat op grond van artikel 44, vierde
lid, wordt afgedragen aan ’s Rijks kas, vermeerderd met het bedrag aan premies dat
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij wel-uitbetaling daarover op grond
van enige wet verschuldigd zou zijn en dat niet op de uitkeringen in mindering kan
worden gebracht.
2 Indien een arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt toegekend met toepassing van artikel
43a, eerste lid, onderdeel a, vangt de in het eerste lid bedoelde periode van vier
jaar aan op de dag waarop de in artikel 43a, eerste lid, onderdeel a, bedoelde ingetrokken
arbeidsongeschiktheidsuitkering is ingegaan. De eerste zin is tevens van toepassing
op de arbeidsongeschiktheidsuitkering die niet is toegekend met toepassing van artikel
43a, eerste lid, onderdeel a, maar met toepassing van artikel 19, omdat het eerstgenoemde
artikel op grond van artikel 43a, vierde lid, onderdeel b, geen toepassing kon vinden.
3 Indien een arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt toegekend met toepassing van artikel
43a, eerste lid, onderdeel b, vangt de in het eerste lid bedoelde periode van vier
jaar aan na het verstrijken van de in artikel 43a, eerste lid, onderdeel b, bedoelde
wachttijd. De eerste zin is tevens van toepassing op de arbeidsongeschiktheidsuitkering
die niet is toegekend met toepassing van artikel 43a, eerste lid, onderdeel b, maar
met toepassing van artikel 19, omdat het eerstgenoemde artikel op grond van artikel
43a, vierde lid, onderdeel b, geen toepassing kon vinden.
4 Indien een arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt toegekend direct aansluitend op een
wachttijd die op grond van artikel 19, zevende lid, is verlengd, wordt de duur van
de verlenging van de wachttijd in mindering gebracht op de periode van vier jaar bedoeld
in het eerste lid.
5 Indien een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een verhoging daarvan niet wordt uitbetaald
op grond van artikel 43d wordt de periode van vier jaar, bedoeld in het eerste lid,
verlengd met het verlengde tijdvak waarin recht bestaat op ziekengeld op grond van
artikel 29, negende lid, van de Ziektewet, op loon op grond van artikel 629, elfde
lid, onderdelen a en c, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dan wel op bezoldiging
op grond van artikel XV, veertiende lid, van de Wet terugdringing ziekteverzuim.
6 Het eerste lid is niet van toepassing indien:
-
a. het een arbeidsongeschiktheidsuitkering betreft die op grond van artikel 71, eerste
lid, door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wordt betaald en op grond
van artikel 71, derde lid, niet op een eigen risicodrager wordt verhaald;
-
b. het een arbeidsongeschiktheidsuitkering betreft die op grond van artikel 75a, vierde
lid, door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wordt betaald en niet kan
worden verhaald op een kredietinstelling of verzekeraar als bedoeld in artikel 75;
-
c. het een arbeidsongeschiktheidsuitkering anders dan bedoeld in het tweede of derde
lid, betreft, toegekend aan een werknemer, die uit de dienstbetrekking waaruit de
arbeidsongeschiktheidsuitkering is ontstaan recht had op ziekengeld op grond van artikel
29b van de Ziektewet; of
-
d. het een arbeidsongeschiktheidsuitkering anders dan bedoeld in het tweede of derde
lid, betreft, toegekend aan een werknemer, wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt
toegekend in aansluiting op een voordien op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten toegekende
uitkering.
7 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bezigt de middelen die zijn gereserveerd
ten behoeve van de Arbeidsongeschiktheidskas niet tot bestrijding van uitgaven ten
laste van de Arbeidsongeschiktheidskas dan met toestemming van Onze Minister.
8 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere en zonodig afwijkende regels worden
gesteld met betrekking tot dit artikel.