Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
(Artikel 2 van het Inschrijvingsbesluit)
Bij de aanmelding van kinderen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, c, d en e, en tweede lid, der Ziekenfondswet, dient tot staving van het feit, dat een van deze bepalingen op hen van toepassing
is, een verklaring te worden overgelegd volgens een voor elk van deze groepen vastgesteld
model.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
(Artikel 5, tweede en derde lid, van het Inschrijvingsbesluit)
-
1 In afwachting van de ontvangst van het advies, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van
de Beschikking inkomensvaststelling bejaardenziekenfondsverzekering, schrijft het
ziekenfonds degene, die zich aanmeldt voor de bejaardenverzekering, voorlopig voor
de duur van ten hoogste drie maanden in, tenzij het vermoedt, dat de betrokkene niet
tot de bejaardenverzekering kan worden toegelaten.
-
2 Gedurende de voorlopige inschrijving, als bedoeld in het voorgaande lid, int het ziekenfonds
van de betrokkene de premie, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de Ziekenfondswet, tenzij het vermoedt, dat het inkomen van de betrokkene niet meer bedraagt dan het
inkomensbedrag, genoemd in artikel 25, vierde lid, der Ziekenfondswet, in welk geval het ziekenfonds de premie, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Ziekenfondswet, int.
Met het inkomensbedrag, genoemd in artikel 25, vierde lid, van de Ziekenfondswet, waarnaar in de vorige volzin wordt verwezen, wordt bedoeld het overeenkomstig artikel 20, tweede lid, van de Ziekenfondswet herziene bedrag, indien laatstgenoemde bepaling toepassing heeft gevonden.
-
3 Blijkt na ontvangst van het advies, bedoeld in het eerste lid, dat de betrokkene een
lagere premie verschuldigd is dan die, welke voorlopig van hem is geïnd, dan restitueert
het ziekenfonds het verschil.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
(Artikel 5, tweede en derde lid, van het Inschrijvingsbesluit)
-
1 Indien een ziekenfonds gebruik maakt van zijn bevoegdheid om, hangende de beoordeling
van de aanmelding, iemand voorlopig in te schrijven als verplicht verzekerde, verbindt
het daaraan de voorwaarde, dat de betrokkene, in afwachting van het resultaat der
beoordeling, premie betaalt als ware hij ingeschreven als vrijwillig verzekerde dan
wel zich schriftelijk bereid verklaart deze premie over de desbetreffende periode
alsnog te betalen, wanneer blijkt, dat definitieve inschrijving als verplicht verzekerde
niet mogelijk is.
-
2 Indien over een bepaalde periode alsnog recht op definitieve inschrijving als verplicht
verzekerde blijkt te bestaan, wordt de premie, welke de belanghebbende eventueel ingevolge
het eerste lid over die periode heeft betaald, door het ziekenfonds aan hem gerestitueerd.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
(Artikel 5, eerste lid, laatste volzin, der Ziekenfondswet)
-
1 Indien een verzekerde, hetzij tijdelijk, hetzij voorgoed, zijn werkelijke woonplaats
heeft verlaten en tijdelijk in een andere plaats verblijft, wordt hij, zolang zijn
verblijf aldaar nog geen drie maanden heeft geduurd, geacht niet van woonplaats te
zijn veranderd.
Het bepaalde in dit lid is slechts van toepassing, indien en zolang het onder a en
b bedoelde verblijf geheel of ten dele voor rekening komt van het ziekenfonds in de
eigenlijke of vroegere woonplaats, dan wel bij dat ziekenfonds de personen zijn ingeschreven,
die als medeverzekerden van de betrokkene gelden of bij wie betrokkene medeverzekerd
is.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
(Artikel 9, onder a, van het Inschrijvingsbesluit)
Degenen, die in de bejaardenverzekering kunnen worden ingeschreven en die op de dag,
voorafgaande aan die, waarop de mogelijkheid daartoe aanving, verplicht verzekerd
zijn, worden indien de aanmelding plaatsvindt vóór of in de negende week na die, waarin
de verplichte verzekering een einde nam, op hun verzoek in de bejaardenverzekering
ingeschreven met ingang van de week na die, waarin de verplichte verzekering een einde
nam, mits met ingang van die week premie wordt betaald voor de bejaardenverzekering.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
(Artikel 9, onder b, van het Inschrijvingsbesluit)
Met inachtneming van hetgeen overigens in dit besluit is bepaald, worden medeverzekerden,
wier woonplaats is gelegen buiten het werkgebied van het ziekenfonds, waarbij de verzekerde,
aan wiens verzekering zij het recht op medeverzekering ontlenen, is aangesloten, door
bemiddeling van dat ziekenfonds ingeschreven bij een ziekenfonds in hun woonplaats,
te kiezen door de medeverzekerde, indien deze meerderjarig is en zijn keuze kan bepalen,
en door de verzekerde in de overige gevallen.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
(Artikel 9, onder c, van het Inschrijvingsbesluit)
De medeverzekerden van degenen, voor wie op grond van het eerste lid, laatste volzin, van artikel 5 van de Ziekenfondswet het Algemeen Ziekenfonds voor Zeelieden is aangewezen, worden, door bemiddeling van
dat ziekenfonds, ingeschreven bij een ziekenfonds, dat daarvoor, gelet op het in artikel 5, eerste lid, van de Ziekenfondswet dan wel het bij of krachtens het Inschrijvingsbesluit bepaalde, in aanmerking komt.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
(Artikel 11 van het Inschrijvingsbesluit)
-
1 Een werkgever, aan wie een ontheffing, als bedoeld in artikel 11 van het Inschrijvingsbesluit, is verleend, is gehouden de volgende voorwaarden na te komen:
-
a. aan de ziekenfondsen, hem opgegeven door de verplicht verzekerde werknemers, die op
de datum van ingang van de ontheffing in zijn dienst zijn of nadien in zijn dienst
treden, zo spoedig mogelijk mededeling te doen van het begin en het einde van de verplichte
verzekering uit hoofde van de arbeidsverhouding;
-
b. aan de in zijn dienst zijnde verplicht verzekerde werknemers een verklaring ter hand
te stellen, waaruit blijkt, dat aan de werkgever een ontheffing, als bedoeld in het
eerste lid, is verleend;
-
c. aan de algemeen secretaris van de Ziekenfondsraad en aan de desbetreffende ziekenfondsen
gelegenheid te geen de juistheid van de door hem verstrekte gegevens te doen controleren;
-
d. de voorwaarden, welke eventueel nader door de algemeen secretaris van de Ziekenfondsraad
worden gesteld.
-
2 Een bedrijfsvereniging, aan welke een ontheffing, als bedoeld in het eerste lid, is
verleend met betrekking tot werknemers, die verplicht verzekerd zijn uit hoofde van
een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, dient - in afwijking van het bepaalde in het eerste lid - voor de uitbetaling dezer
uitkering door middel van postbewijzen of postwissels daarop te vermelden de naam
of aanduiding van de bedrijfsvereniging en de periode, waarop de uitkering betrekking
heeft.
-
3 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan aan de ontheffing, verleend aan
een werkgever, die voor zijn loonadministratie gebruik maakt van een doorschrijfsysteem
met loonslips, de voorwaarde worden verbonden, dat aan de loonslips een strook is
gehecht, waarop worden ingevuld de naam van de werkgever en de periode, waarop de
loonslip betrekking heeft. In geval van beëindiging der verplichte verzekering vermeldt
de werkgever deze omstandigheid op de laatste loonslip, welke hij gehouden is aan
de verzekerde uit te reiken.
-
4 Een werkgever, aan wie een ontheffing is verleend, wordt ten aanzien van werknemers,
die incidenteel voor korte tijd bij hem in dienst zijn, geacht aan zijn uit de ontheffing
voortvloeiende verplichtingen te hebben voldaan, indien hij ten aanzien van die werknemers
handelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 van het Inschrijvingsbesluit.
-
6 De ontheffingen, welke zijn verleend overeenkomstig artikel 7 van het Aangiftenbesluit
verplichte ziekenfondsverzekering (Stcrt. 1958, 252) worden geacht te zijn verleend
op grond van het bepaalde in artikel 11 van het Inschrijvingsbesluit.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
(Artikel 12, lid 3, van het Inschrijvingsbesluit)
-
1 De in het volgende lid genoemde regelingen betreffende de procedure van aan- en afmelding
van bepaalde groepen verplicht verzekerden worden, in de vorm, waarin zij op 31 december
1965 van kracht waren, geacht te zijn getroffen op grond van het bepaalde in artikel 12, derde lid, van het Inschrijvingsbesluit.
-
2 De in het voorgaande lid bedoelde regelingen zijn die, welke betrekking hebben op
de personen, bedoeld in artikel 1, onder b, e, f, g, h, i, j, k, l, m, o, p, q en
r, en artikel 15 van het Aanwijzingsbesluit verplicht verzekerden Ziekenfondswet en
hun medeverzekerden.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Het besluit van de voorzitter van de Ziekenfondsraad van 12 januari 1966 (Stcrt. 1966,
64) is vervallen.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-01-2006]