Besluit nadere regeling inschrijving ziekenfondsverzekering

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-08-1966 en zichtdatum 30-09-2024.
Geldend van 20-08-1966 t/m 31-12-2005

Besluit nadere regeling inschrijving ziekenfondsverzekering

De Ziekenfondsraad,

Gelet op het bepaalde in artikel 5, eerste lid, laatste volzin, van de Ziekenfondswet en op de bepalingen van het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering (hierna te noemen: Inschrijvingsbesluit),

Heeft in zijn vergadering van 26 mei 1966 besloten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 2 van het Inschrijvingsbesluit)

Bij de aanmelding van kinderen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, c, d en e, en tweede lid, der Ziekenfondswet, dient tot staving van het feit, dat een van deze bepalingen op hen van toepassing is, een verklaring te worden overgelegd volgens een voor elk van deze groepen vastgesteld model.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 3 van het Inschrijvingsbesluit)

In de in artikel 3 van het Inschrijvingsbesluit bedoelde gevallen kan de aanmelding als verzekerde plaatsvinden zonder overlegging van een aanmeldingsformulier, onderscheidenlijk werkgeversverklaring, als bedoeld in artikel 1, eerste, onderscheidenlijk derde lid, van het Inschrijvingsbesluit, indien zulks naar het oordeel van het ziekenfonds uit een oogpunt van administratie en controle verantwoord is.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 5, tweede en derde lid, van het Inschrijvingsbesluit)

  • 1 In afwachting van de ontvangst van het advies, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Beschikking inkomensvaststelling bejaardenziekenfondsverzekering, schrijft het ziekenfonds degene, die zich aanmeldt voor de bejaardenverzekering, voorlopig voor de duur van ten hoogste drie maanden in, tenzij het vermoedt, dat de betrokkene niet tot de bejaardenverzekering kan worden toegelaten.

  • 3 Blijkt na ontvangst van het advies, bedoeld in het eerste lid, dat de betrokkene een lagere premie verschuldigd is dan die, welke voorlopig van hem is geïnd, dan restitueert het ziekenfonds het verschil.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 5, tweede en derde lid, van het Inschrijvingsbesluit)

  • 1 Indien een ziekenfonds gebruik maakt van zijn bevoegdheid om, hangende de beoordeling van de aanmelding, iemand voorlopig in te schrijven als verplicht verzekerde, verbindt het daaraan de voorwaarde, dat de betrokkene, in afwachting van het resultaat der beoordeling, premie betaalt als ware hij ingeschreven als vrijwillig verzekerde dan wel zich schriftelijk bereid verklaart deze premie over de desbetreffende periode alsnog te betalen, wanneer blijkt, dat definitieve inschrijving als verplicht verzekerde niet mogelijk is.

  • 2 Indien over een bepaalde periode alsnog recht op definitieve inschrijving als verplicht verzekerde blijkt te bestaan, wordt de premie, welke de belanghebbende eventueel ingevolge het eerste lid over die periode heeft betaald, door het ziekenfonds aan hem gerestitueerd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 5, eerste lid, laatste volzin, der Ziekenfondswet)

  • 1 Indien een verzekerde, hetzij tijdelijk, hetzij voorgoed, zijn werkelijke woonplaats heeft verlaten en tijdelijk in een andere plaats verblijft, wordt hij, zolang zijn verblijf aldaar nog geen drie maanden heeft geduurd, geacht niet van woonplaats te zijn veranderd.

  • 2 Zodra het verblijf van de in het voorgaande lid bedoelde verzekerde in de tijdelijke verblijfplaats drie maanden heeft geduurd, wordt die als zijn woonplaats beschouwd.

  • 3 Geen verandering van woonplaats wordt geacht voort te vloeien uit:

    • a. verblijf in een ziekenhuis, een sanatorium, een psychiatrische inrichting, een verpleeginrichting of dergelijke inrichting;

    • b. verblijf in een vakantiehuis, een gezondheidskolonie, een kostschool, een kindertehuis of een speciaal instituut voor kinderen en elke hiermede vergelijkbare omstandigheid.

Het bepaalde in dit lid is slechts van toepassing, indien en zolang het onder a en b bedoelde verblijf geheel of ten dele voor rekening komt van het ziekenfonds in de eigenlijke of vroegere woonplaats, dan wel bij dat ziekenfonds de personen zijn ingeschreven, die als medeverzekerden van de betrokkene gelden of bij wie betrokkene medeverzekerd is.

  • 4 Evenmin wordt verandering van woonplaats geacht voort te vloeien uit verblijf in een kampeercentrum.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 9, onder a, van het Inschrijvingsbesluit)

Degenen, die in de bejaardenverzekering kunnen worden ingeschreven en die op de dag, voorafgaande aan die, waarop de mogelijkheid daartoe aanving, verplicht verzekerd zijn, worden indien de aanmelding plaatsvindt vóór of in de negende week na die, waarin de verplichte verzekering een einde nam, op hun verzoek in de bejaardenverzekering ingeschreven met ingang van de week na die, waarin de verplichte verzekering een einde nam, mits met ingang van die week premie wordt betaald voor de bejaardenverzekering.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 9, onder b, van het Inschrijvingsbesluit)

Met inachtneming van hetgeen overigens in dit besluit is bepaald, worden medeverzekerden, wier woonplaats is gelegen buiten het werkgebied van het ziekenfonds, waarbij de verzekerde, aan wiens verzekering zij het recht op medeverzekering ontlenen, is aangesloten, door bemiddeling van dat ziekenfonds ingeschreven bij een ziekenfonds in hun woonplaats, te kiezen door de medeverzekerde, indien deze meerderjarig is en zijn keuze kan bepalen, en door de verzekerde in de overige gevallen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 9, onder c, van het Inschrijvingsbesluit)

De medeverzekerden van degenen, voor wie op grond van het eerste lid, laatste volzin, van artikel 5 van de Ziekenfondswet het Algemeen Ziekenfonds voor Zeelieden is aangewezen, worden, door bemiddeling van dat ziekenfonds, ingeschreven bij een ziekenfonds, dat daarvoor, gelet op het in artikel 5, eerste lid, van de Ziekenfondswet dan wel het bij of krachtens het Inschrijvingsbesluit bepaalde, in aanmerking komt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 11 van het Inschrijvingsbesluit)

  • 1 Een werkgever, aan wie een ontheffing, als bedoeld in artikel 11 van het Inschrijvingsbesluit, is verleend, is gehouden de volgende voorwaarden na te komen:

    • a. aan de ziekenfondsen, hem opgegeven door de verplicht verzekerde werknemers, die op de datum van ingang van de ontheffing in zijn dienst zijn of nadien in zijn dienst treden, zo spoedig mogelijk mededeling te doen van het begin en het einde van de verplichte verzekering uit hoofde van de arbeidsverhouding;

    • b. aan de in zijn dienst zijnde verplicht verzekerde werknemers een verklaring ter hand te stellen, waaruit blijkt, dat aan de werkgever een ontheffing, als bedoeld in het eerste lid, is verleend;

    • c. aan de algemeen secretaris van de Ziekenfondsraad en aan de desbetreffende ziekenfondsen gelegenheid te geen de juistheid van de door hem verstrekte gegevens te doen controleren;

    • d. de voorwaarden, welke eventueel nader door de algemeen secretaris van de Ziekenfondsraad worden gesteld.

  • 2 Een bedrijfsvereniging, aan welke een ontheffing, als bedoeld in het eerste lid, is verleend met betrekking tot werknemers, die verplicht verzekerd zijn uit hoofde van een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, dient - in afwijking van het bepaalde in het eerste lid - voor de uitbetaling dezer uitkering door middel van postbewijzen of postwissels daarop te vermelden de naam of aanduiding van de bedrijfsvereniging en de periode, waarop de uitkering betrekking heeft.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan aan de ontheffing, verleend aan een werkgever, die voor zijn loonadministratie gebruik maakt van een doorschrijfsysteem met loonslips, de voorwaarde worden verbonden, dat aan de loonslips een strook is gehecht, waarop worden ingevuld de naam van de werkgever en de periode, waarop de loonslip betrekking heeft. In geval van beëindiging der verplichte verzekering vermeldt de werkgever deze omstandigheid op de laatste loonslip, welke hij gehouden is aan de verzekerde uit te reiken.

  • 4 Een werkgever, aan wie een ontheffing is verleend, wordt ten aanzien van werknemers, die incidenteel voor korte tijd bij hem in dienst zijn, geacht aan zijn uit de ontheffing voortvloeiende verplichtingen te hebben voldaan, indien hij ten aanzien van die werknemers handelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 van het Inschrijvingsbesluit.

  • 5 Bij niet-nakoming door een werkgever van zijn uit de ontheffing voortvloeiende verplichtingen kan de ontheffing worden ingetrokken. In dat geval kan de behandeling van een nieuw verzoek om ontheffing worden uitgesteld totdat een jaar sinds de intrekking is verstreken.

  • 6 De ontheffingen, welke zijn verleend overeenkomstig artikel 7 van het Aangiftenbesluit verplichte ziekenfondsverzekering (Stcrt. 1958, 252) worden geacht te zijn verleend op grond van het bepaalde in artikel 11 van het Inschrijvingsbesluit.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 12, lid 3, van het Inschrijvingsbesluit)

  • 1 De in het volgende lid genoemde regelingen betreffende de procedure van aan- en afmelding van bepaalde groepen verplicht verzekerden worden, in de vorm, waarin zij op 31 december 1965 van kracht waren, geacht te zijn getroffen op grond van het bepaalde in artikel 12, derde lid, van het Inschrijvingsbesluit.

  • 2 De in het voorgaande lid bedoelde regelingen zijn die, welke betrekking hebben op de personen, bedoeld in artikel 1, onder b, e, f, g, h, i, j, k, l, m, o, p, q en r, en artikel 15 van het Aanwijzingsbesluit verplicht verzekerden Ziekenfondswet en hun medeverzekerden.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

(Artikel 16 van het Inschrijvingsbesluit)

De in artikel 16 van het Inschrijvingsbesluit bedoelde periodieke vaststelling van het aantal ingeschreven verzekerden geschiedt voorshands volgens de op 31 december 1965 bestaande voorschriften en gebruiken.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Het besluit van de voorzitter van de Ziekenfondsraad van 12 januari 1966 (Stcrt. 1966, 64) is vervallen.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit nadere regeling inschrijving ziekenfondsverzekering.

  • 2 Het treedt in werking op de tiende dag na de datum van de Staatscourant, waarin het zal worden geplaatst.

Amsterdam, 26 mei 1966

De

algemeen secretaris van de Ziekenfondsraad

Mr. L.V. Ledeboer

De

voorzitter van de Ziekenfondsraad

Dr. W.L.P.M. de Ko