Wet van 21 juli 1966, houdende vervanging van de Motorrijtuigenbelastingwet (Stb.
1926, 464) door een nieuwe wettelijke regeling
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wetgeving betreffende
de motorrijtuigenbelasting aan te passen aan de Algemene wet inzake rijksbelastingen en voorts op enkele punten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: