Besluit schiethamers

[Regeling vervallen per 01-04-2006.]
Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 02-12-2002.
Geldend van 23-12-1998 t/m 31-08-2003

Besluit van 23 februari 1967, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de Wet op de gevaarlijke werktuigen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 2 december 1966, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Hoofdafdeling Wetgevingsbeleid, Nr. 6418;

Gelet op de artikelen 1, 2, 3, 6, 12 en 15 van de Wet op de gevaarlijke werktuigen (Stb. 1952, 104);

De Raad van State gehoord (advies van 18 januari 1967, No. 47);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 februari 1967, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Hoofdafdeling Wetgevingsbeleid, Nr. 5141;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Artikel 1. Definities en aanwijzingen als gevaarlijke werktuigen en beveiligingsmiddelen

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

  • 1 Dit besluit verstaat onder:

    • a. "schiethamer": een werktuig, waarmede pennen, stiften, draadeinden en dergelijke in materialen kunnen worden gedreven en waarbij de drijfkracht geheel of gedeeltelijk wordt geleverd door een explosieve lading;

    • b. "plunjerschiethamer": een schiethamer, waarbij de drijfkracht niet rechtstreeks op de pen of een dergelijk voorwerp wordt overgebracht, doch door middel van een tussenliggende plunjer, waarvan de beweging in de lengterichting van de loop is beperkt;

    • c. "splinterkap": een bij een schiethamer behorende splinterkap.

Artikel 2. Algemene bepaling

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Dit besluit is niet van toepassing op toestellen, die bestemd zijn voor het doden van dieren.

Hoofdstuk II. Vervaardiging

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Artikel 3. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

  • 1 Een schiethamer moet deugdelijk zijn vervaardigd en voldoende veiligheidswaarborgen bieden.

  • 2 Op een schiethamer moeten zijn aangegeven de naam van de fabrikant of het fabrieksmerk, de type-aanduiding, het serienummer en het bouwjaar.

  • 3 Op een schiethamer moet een plaats beschikbaar zijn voor het aanbrengen van een merk van goedkeuring en het nummer van een certificaat van goedkeuring, als bedoeld in artikel 12, vierde lid. Deze gegevens en die, vermeld in het tweede lid, moeten duidelijk en onuitwisbaar op de schiethamer zijn aangebracht.

Artikel 4. Schiethamers

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

  • 1 Een schiethamer moet zodanig zijn vervaardigd, dat de reactiekracht en het geluid van de explosie niet gevaarlijk zijn voor de gebruiker.

  • 2 Een schiethamer moet zodanig zijn vervaardigd, dat hij slechts kan worden afgeschoten, indien hij van een splinterkap is voorzien.

  • 3 Een schiethamer moet zodanig zijn vervaardigd, dat het niet mogelijk is hem in de vrije ruimte af te vuren zonder gebruik te maken van bijzondere hulpmiddelen.

  • 4 Een schiethamer moet zodanig zijn vervaardigd, dat hij slechts kan worden afgeschoten, indien de loop met een kracht van ten minste 5 kg tegen het te beschieten oppervlak is aangedrukt.

  • 5 Een schiethamer moet zodanig zijn vervaardigd, dat hij slechts kan worden afgeschoten, indien de hoek, gevormd tussen de hartlijn van de loop en de loodlijn van het te beschieten oppervlak, niet groter is dan 7 graden.

  • 6 Een schiethamer moet zodanig zijn vervaardigd, dat het onopzettelijk afgaan van een schot onmogelijk is.

Artikel 5. Splinterkappen

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

  • 1 Een splinterkap moet zijn vervaardigd uit een materiaal, dat bestand is tegen ketsende en wegschietende pennen en materiaalsplinters.

  • 2 Op een splinterkap moeten merktekens zijn aangebracht, die de hartlijn van de loop duidelijk aangeven.

  • 3 Een splinterkap moet loodrecht op de loop zijn aangebracht. Zij moet zodanig zijn vervaardigd en bevestigd, dat de rand ervan geheel kan aansluiten op het oppervlak, waartegen zij bij gebruik van de schiethamer wordt geplaatst, zodat terugketsende pennen, splinters en soortgelijke voorwerpen kunnen worden opgevangen.

  • 4 De afstand tussen de buitenrand van een splinterkap en de hartlijn van de loop mag niet minder dan 50 mm bedragen.

  • 5 In afwijking van het gestelde in het vierde lid mag bij een splinterkap, bestemd om te schieten in de nabijheid van ingesloten hoeken, de afstand van het middelpunt van de loop tot de buitenrand van de splinterkap aan één zijde minder dan 50 mm bedragen.

Hoofdstuk III. Verkeers- en gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Artikel 6. Splinterkap

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Bij een schiethamer moet ten minste één splinterkap worden geleverd.

Artikel 7. Aanwijzingen

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

  • 1 Bij een schiethamer moet worden geleverd een bedienings- en onderhoudsvoorschrift, waarin ten minste is vermeld:

    • a. welke pennen of dergelijke en welke patronen moeten worden gebruikt;

    • b. een schema, waarin de werking van de verschillende onderdelen is aangegeven;

    • c. een opsomming van de onderdelen, die de gebruiker zelf mag verwisselen.

  • 2 Indien de schiethamer bestemd is voor uitvoer naar het buitenland, moet het bedienings- en onderhoudsvoorschrift zijn gesteld in de taal of talen van het land, waar de schiethamer zal worden gebruikt.

Artikel 8. Doos of kist

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Een schiethamer moet worden geleverd in een stevige, in vakken verdeelde doos of kist, waarin de schiethamer, het bedienings- en onderhoudsvoorschrift, de splinterkap of splinterkappen, de pennen, de patronen, het onderhoudsmateriaal en een veiligheidsbril ordelijk opgeborgen kunnen worden. Deze doos of kist moet met behulp van een sleutel afgesloten kunnen worden.

Artikel 9. Patronen

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

  • 1 Op de verpakking, waarin de patronen geleverd worden, moeten zijn aangegeven de naam van de fabrikant of het fabrieksmerk, het kaliber en de kleuraanduiding van de lading van de patronen, zoals bepaald in het tweede lid.

  • 2 De patronen moeten op de onderzijde van de huls zijn voorzien van het kenteken van de fabrikant, De patronen moeten door een kleuraanduiding gekenmerkt zijn overeenkomstig de volgende tabel:

    zwart : sterkste lading,

    rood : zeer sterke lading,

    blauw : sterke lading,

    geel : middelmatige lading,

    groen : zwakke lading,

    wit : zwakste lading.

Artikel 10. Onderhoud

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Hij, die een schiethamer voorhanden heeft, aflevert, gebruikt of tentoonstelt, is verplicht te zorgen, dat deze in goede staat van onderhoud verkeert.

Hoofdstuk IV. Uitzonderingsbepaling

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Het bepaalde in artikel 4, tweede, vierde en vijfde lid, geldt niet voor plunjerschiethamers, waarbij de kinetische energie van de pen bij het verlaten van de loop niet meer dan 2,5 kgm bedraagt.

Hoofdstuk V. Keuring

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

  • 1 Een schiethamer en een splinterkop moeten worden gekeurd.

  • 2 De keuring van een schiethamer en van een splinterkap geschiedt door de keuring van een het type kenmerkend monster.

  • 3 Hij, die een keuring aanvraagt, is verplicht een schiethamer ter beschikking van de keuringsinstantie te stellen. Bij deze schiethamer moeten worden gevoegd de in artikel 6 bedoelde splinterkap, alsmede een voldoend aantal pennen en patronen van de verschillende soorten, welke overeenstemmen met de aanwijzingen van de fabrikant.

  • 4 De aanvraag moet vergezeld gaan van een constructietekening van de schiethamer en van een beschrijving van de veiligheidsinrichting, alsmede van het volledige bijbehorende bedienings- en onderhoudsvoorschrift, bedoeld in artikel 7.

Hoofdstuk VI. Merk van afkeuring

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

  • 1 Het is, behoudens het in het tweede lid bepaalde, verboden een schiethamer of een splinterkap te ontdoen van een daarop aangebracht merk van afkeuring dan wel zodanig merk te beschadigen of onleesbaar te maken.

  • 3 Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan nadere bepalingen vaststellen betreffende merken van afkeuring.

Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Artikel 15. Naam

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit schiethamers".

Artikel 16. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 1967.

Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 23 februari 1967

JULIANA.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

J. DE MEIJER.

Uitgegeven de zestiende maart 1967.

De Minister van Justitie,

STRUYCKEN.