Rijkswet zetelverplaatsing door de overheid van rechtspersonen en instellingen

Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2010 en zichtdatum 27-11-2024.
Geldend van 01-01-1994 t/m 09-10-2010

Rijkswet van 9 maart 1967 houdende bijzondere maatregelen van overheidswege aangaande de plaats van vestiging van rechtspersonen en instellingen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede gelet op artikel 38, vierde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk, wenselijk is bij rijkswet te voorzien in bijzondere maatregelen, vereist door de belangen van het Koninkrijk, aangaande de plaats van vestiging van rechtspersonen en instellingen, naast de Rijkswet vrijwillige zetelverplaatsing van rechtspersonen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Onder rechtspersoon wordt in het bij of krachtens deze rijkswet bepaalde begrepen iedere maat- of vennootschap, vereniging of stichting, fonds of privaatrechtelijke instelling in de ruimste zin, ook indien daaraan in andere wettelijke bepalingen de rechtspersoonlijkheid niet mocht zijn toegekend of uitdrukkelijk mocht zijn onthouden.

Artikel 2

  • 1 Indien in geval van oorlog, onmiddellijk oorlogsgevaar, revolutie of daarmee vergelijkbare buitengewone omstandigheden naar Ons oordeel de belangen van het Koninkrijk dit vereisen, kunnen Wij Onze Ministers van Justitie en van Financiën machtigen om bij gezamenlijke beschikking de plaats van vestiging van een of meer in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba gevestigde rechtspersonen over te brengen naar een andere, in de beschikking aan te geven, plaats binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 2 Onze voornoemde Ministers kunnen in hun beschikking ook andere bepalingen van de akte van oprichting of van de statuten en reglementen van de rechtspersoon wijzigen, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met de overbrenging van de plaats van vestiging. Een wijziging, als bedoeld in de vorige zin, kan ook een omzetting inhouden van een naamloze vennootschap in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en omgekeerd.

  • 3 Is de rechtspersoon in de Nederlandse Antillen of in Aruba gevestigd of bestaat het voornemen tot overbrenging daarheen, dan geschiedt de overbrenging slechts in overeenstemming met het gevoelen van Onze Ministers van Justitie en van Financiën van de Nederlandse Antillen of van Aruba, tenzij de omstandigheden naar Ons oordeel niet toelaten hen van tevoren te raadplegen.

Artikel 3

In afwijking van artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht, treden de overbrenging en de wijziging, bedoeld in artikel 2, in werking met ingang van de dag waarop de beschikking tot stand is gekomen, tenzij de beschikking anders bepaalt.

Artikel 4

  • 1 Indien de plaats van vestiging is overgebracht naar een ander deel van het Koninkrijk, worden aldaar zo spoedig mogelijk openbaar gemaakt:

    • a. de beschikking, waardoor de plaats van vestiging is overgebracht;

    • b. de akte van oprichting of de statuten en reglementen van de rechtspersoon, zoals zij door de wijziging zijn komen te luiden.

  • 2 In het geval, bedoeld in het eerste lid, wordt voorts, tenzij daartegen redelijke bezwaren bestaan, in het deel van het Koninkrijk, waar de rechtspersoon tevoren gevestigd was, openbaar gemaakt de beschikking, waardoor de plaats van vestiging is overgebracht.

  • 3 Indien de plaats van vestiging is overgebracht naar een andere plaats binnen hetzelfde deel van het Koninkrijk, zijn het eerste en het tweede lid van overeenkomstige toepassing.

  • 4 De openbaarmaking geschiedt door middel van het blad, waarin van overheidswege de officiële berichten in het betrokken deel van het Koninkrijk worden gepubliceerd, en wel hetzij door de rechtspersoon, hetzij van Onzentwege.

  • 5 In afwijking van de eerste drie leden behoeven de statuten en reglementen van een rechtspersoon, die geen naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is, en de daarin aangebrachte wijzigingen slechts te worden openbaar gemaakt, voor zover andere in het betrokken deel van het Koninkrijk geldende wettelijke bepalingen een soortgelijke openbaarmaking van de statuten en reglementen van zodanige rechtspersoon voorschrijven.

  • 6 Voor zover aan de voorschriften van de vorige leden niet is voldaan, kunnen de overbrenging en de wijziging van de akte van oprichting of van de statuten en reglementen niet tegen derden te goeder trouw worden ingeroepen.

Artikel 5

Na de overbrenging kan de plaats van vestiging van de rechtspersoon, onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen, weer worden teruggebracht naar het deel van het Koninkrijk of naar de plaats in hetzelfde deel van het Koninkrijk, waar de rechtspersoon het eerst was gevestigd. Deze terugbrenging geschiedt uitsluitend door overeenkomstige toepassing van de afdelingen 2 of 4 van de Rijkswet vrijwillige zetelverplaatsing van rechtspersonen, wanneer het een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid betreft, dan wel van afdeling 6 van die Rijkswet, wanneer het een andere rechtspersoon betreft.

Artikel 6

  • 1 Van het tijdstip af, waarop de plaats van vestiging van een rechtspersoon overeenkomstig deze rijkswet naar een ander deel van het Koninkrijk is overgebracht of teruggebracht, bezit hij de staat van een volgens het recht van dat deel van het Koninkrijk opgerichte rechtspersoon en wordt hij door het aldaar geldende recht beheerst.

  • 2 De bevoegde organen van het deel van het Koninkrijk, waarheen overeenkomstig deze rijkswet de plaats van vestiging van een of meer rechtspersonen is overgebracht, kunnen echter met betrekking tot deze rechtspersonen afwijkende deviezenrechtelijke voorschriften treffen.

Artikel 7

  • 1 Heeft een rechtspersoon een recht of bevoegdheid verkregen, voor het behoud waarvan het gevestigd zijn in, of het opgericht zijn volgens het recht van een bepaald deel van het Koninkrijk een vereiste of voorwaarde is, dan wordt dit vereiste of deze voorwaarde voor vervuld gehouden, zolang de rechtspersoon ingevolge toepassing van deze rijkswet in een ander deel van het Koninkrijk gevestigd is.

  • 2 Heeft een rechtspersoon een recht of bevoegdheid verkregen, voor het behoud waarvan een vereiste of voorwaarde is, dat een of meer van zijn bestuurders, commissarissen, vennoten of vertegenwoordigers ingezetene zijn van, dan wel woonachtig of geboren zijn in een bepaald deel van het Koninkrijk, dan wordt, zolang de rechtspersoon ingevolge toepassing van deze rijkswet in een ander deel van het Koninkrijk gevestigd is, dit vereiste of deze voorwaarde voor vervuld gehouden, indien even zovele van zijn bestuurders, commissarissen, vennoten of vertegenwoordigers ingezetene zijn van, dan wel woonachtig of geboren zijn in enig deel van het Koninkrijk.

Artikel 8

Voor zover bepalingen in de akte van oprichting of de statuten en reglementen van een rechtspersoon niet in overeenstemming zijn met het bij of krachtens deze rijkswet bepaalde, blijven zij buiten toepassing.

Artikel 9

Wij behouden Ons voor bij algemene maatregel van rijksbestuur te regelen, wat verder nodig is voor de uitvoering van deze rijkswet.

Artikel 11

Deze rijkswet kan worden aangehaald onder de titel: Rijkswet zetelverplaatsing door de overheid van rechtspersonen en instellingen.

Artikel 12

  • 1 Deze rijkswet is verbindend voor het gehele Koninkrijk.

  • 2 Zij treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad, het Gouvernementsblad van Suriname en het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 9 maart 1967

JULIANA.

De Vice-Minister-President,

B. W. BIESHEUVEL.

De Minister van Justitie,

STRUYCKEN.

De Minister van Financiën,

J. ZIJLSTRA.

Uitgegeven de dertigste maart 1967.

De Minister van Justitie,

STRUYCKEN.