-
a. BTW-richtlijn 2006: Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende
het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PbEU 2006,
L 347);
-
b. lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie;
-
c. Unie: het geheel van de grondgebieden van de lidstaten zoals die gebieden zijn omschreven
in artikel 5, onder 2, van de BTW-richtlijn 2006, met dien verstande dat ook het Vorstendom
Monaco en het eiland Man worden behandeld als gebied van de Franse Republiek respectievelijk
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en dat ook de zones
Akrotiri en Dhekelia van Cyprus, die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk
van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, worden behandeld als gebied van de Republiek
Cyprus;
-
d. derde-land: elk ander grondgebied dan dat van de Unie;
-
e. accijnsgoederen: bier, wijn, tussenprodukten, overige alcoholhoudende produkten, minerale
oliën en tabaksprodukten als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de accijns, kolen als bedoeld in artikel 32, onderdeel a, van de Wet belastingen op milieugrondslag, alsmede aardgas als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel m, van de Wet belastingen op milieugrondslag in verbinding met artikel 48, tweede lid, van die wet, maar met uitzondering van gas dat wordt geleverd via een op het grondgebied van
de Unie gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net;
-
f. nieuwe vervoermiddelen: voor het personen- of goederenvervoer bestemde schepen met
een lengte van meer dan 7,5 m, luchtvaartuigen met een totaal opstijggewicht van meer
dan 1550 kg en landvoertuigen die zijn uitgerust met een motor van meer dan 48 cc
cilinderinhoud of met een vermogen van meer dan 7,2 kW, met uitzondering van zeeschepen
en luchtvaartuigen als bedoeld in de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 3, wanneer op het tijdstip van de levering:
-
1°. na het tijdstip van eerste ingebruikneming van het landvoertuig niet meer dan zes
maanden, dan wel van het schip of luchtvaartuig niet meer dan drie maanden, zijn verstreken;
of
-
2°. het vervoermiddel, als het een landvoertuig betreft ten hoogste 6000 km heeft afgelegd,
als het een schip betreft ten hoogste 100 uren heeft gevaren, dan wel als het een
luchtvaartuig betreft ten hoogste 40 uren heeft gevlogen;
-
g. btw-identificatienummer: het nummer dat ingevolge artikel 214 van de BTW-richtlijn
2006 door een lidstaat aan een ondernemer of aan een rechtspersoon, andere dan ondernemer,
is toegekend;
-
h. intracommunautair goederenvervoer: het vervoer van goederen waarvan de plaats van
vertrek en de plaats van aankomst op het grondgebied van twee verschillende lidstaten
zijn gelegen;
-
i. plaats van vertrek: de plaats waar het goederenvervoer daadwerkelijk aanvangt, zonder
rekening te houden met de trajecten die worden afgelegd om zich naar de plaats te
begeven waar de goederen zich bevinden;
-
j. plaats van aankomst: de plaats waar het goederenvervoer daadwerkelijk eindigt;
-
k. wederverkoper: de ondernemer wiens activiteiten geheel of ten dele bestaan uit de
wederverkoop van gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen
of antiquiteiten;
-
l. gebruikte goederen: alle roerende lichamelijke zaken die, in de staat waarin zij verkeren
of na herstelling daarvan, opnieuw kunnen worden gebruikt, andere dan nieuwe vervoermiddelen
die worden verzonden of vervoerd van een lidstaat naar een andere lidstaat, en andere
dan bij ministeriële regeling aan te wijzen edele metalen en edelstenen;
-
m. kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten: de bij ministeriële
regeling aan te wijzen goederen;
-
n. gedeelte van een binnen de Unie verricht passagiersvervoer: het gedeelte van een vervoer
dat, zonder tussenstop buiten de Unie, plaatsvindt tussen de plaats van vertrek en
de plaats van aankomst van het vervoer van passagiers; in geval het een heen- en terugreis
betreft, wordt de terugreis als een afzonderlijk vervoer beschouwd;
-
o. plaats van vertrek van een vervoer van passagiers: het eerste punt in de Unie waar
passagiers aan boord kunnen komen, eventueel na een tussenstop buiten de Unie;
-
p. plaats van aankomst van een vervoer van passagiers: het laatste punt in de Unie waar
passagiers die binnen de Unie aan boord zijn gekomen van boord kunnen gaan, eventueel
vóór een tussenstop buiten de Unie;
-
q. elektronische diensten: langs elektronische weg verrichte diensten, met name de in
bijlage II van de BTW-richtlijn 2006 beschreven diensten;
-
r. telecommunicatiediensten: diensten waarmee de transmissie, uitzending of ontvangst
van signalen, geschriften, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard per
draad, via radiofrequente straling, langs optische weg of met behulp van andere elektromagnetische
middelen mogelijk wordt gemaakt, met inbegrip van de daarmee samenhangende overdracht
en verlening van rechten op het gebruik van infrastructuur voor de transmissie, uitzending
of ontvangst, waaronder het bieden van toegang tot wereldwijde informatienetten;
-
s. normale waarde:
-
1°. het volledige bedrag, de omzetbelasting niet daaronder begrepen, dat de afnemer van
goederen of diensten, om de desbetreffende goederen of diensten op dat tijdstip te
verkrijgen, in dezelfde handelsfase als waarin de goederen worden geleverd of de diensten
worden verricht, op het tijdstip van die levering of van die verrichting en bij vrije
mededinging daarvoor zou moeten betalen aan een zelfstandige leverancier of dienstverrichter
in Nederland;
-
2°. indien geen vergelijkbare levering of verrichting als bedoeld onder 1° voorhanden
is:
-
– met betrekking tot goederen: een waarde die niet lager is dan de aankoopprijs van
de goederen of van soortgelijke goederen of, indien er geen aankoopprijs is, dan de
kostprijs, berekend op het tijdstip waarop de levering wordt verricht;
-
– met betrekking tot diensten: een waarde die niet lager is dan de door de ondernemer
voor het verrichten van de dienst gemaakte uitgaven.