Stb. 2005, 603, datum inwerkingtreding 02-12-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.
1 Bij het bepalen van de winst komen mede in aftrek:
-
a. aandelen in de winst aan bestuurders en verder personeel toegekend ter zake van in
de onderneming verrichte arbeid;
-
b. aandelen in de winst welke de tegenprestatie vormen voor het verlenen van een concessie
of een licentie op een octrooi, of voor een andere, soortgelijke prestatie, zoals
leveringen of aankopen, mits deze aandelen in de winst niet aan oprichters, aandeelhouders,
leden, deelnemers of deelgerechtigden als zodanig zijn opgekomen;
-
c. aandelen in de winst van een verzekeringsonderneming welke aan verzekerden krachtens
hun verzekering toekomen;
-
d. oprichtingskosten, alsmede kosten van wijziging van het kapitaal;
-
e. het gedeelte van de winst van een open commanditaire vennootschap dat toekomt aan
de voor het geheel aansprakelijke vennoten als zodanig;
-
f. bij de in artikel 2, eerste lid, letter f, bedoelde ondernemingen van publiekrechtelijke
rechtspersonen: een door Onze Minister te bepalen redelijke rente berekend over het
vermogen bij het begin van het jaar;
-
g. uitdelingen van een coöperatie of van een vereniging op coöperatieve grondslag uit
de daartoe beschikbare over het jaar genoten winst, naar de maatstaf van de door of
jegens de leden in dat jaar verrichte prestaties - daaronder niet begrepen kapitaalverstrekking
door leden als zodanig - tot ten hoogste het bedrag van het op de voet van het tweede
lid bepaalde gedeelte van de over het jaar genoten winst, voor zover die uitdelingen
zijn toegekend aan leden, natuurlijke personen;
-
h. bij een vennootschap met een geheel of ten dele in aandelen verdeeld kapitaal: aandelen
in dat kapitaal of in dat van een met de vennootschap verbonden vennootschap als bedoeld
in artikel 10a, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, winstbewijzen in
de vennootschap of in een zodanige verbonden vennootschap, alsmede rechten om zodanige
aandelen of winstbewijzen te verwerven of daarmee gelijk te stellen rechten te verwerven,
toegekend aan personeel ter zake van in de onderneming van de vennootschap of een
zodanig verbonden vennootschap verrichte arbeid;
-
i. bij een lichaam welker werkzaamheid uitsluitend of nagenoeg uitsluitend is gericht
op de behartiging van een algemeen maatschappelijk belang of waarvan de werkzaamheid
uitsluitend of nagenoeg uitsluitend is gericht op de verkrijging van gelden die ingevolge
de statuten van het lichaam of op grond van een schriftelijke overeenkomst zullen
worden uitgekeerd aan een instelling als bedoeld in artikel 16, eerste of derde lid:
de uitgaven ten bate van het algemeen maatschappelijk belang alsmede de uitkeringen
aan die instelling, tenzij als gevolg van deze aftrek ernstige concurrentieverstoring
zou optreden;
-
j. bij een lichaam waarbij de behartiging van een algemeen maatschappelijk belang op
de voorgrond staat of een lichaam waarbij de behartiging van een sociaal belang op
de voorgrond staat en de winst hoofdzakelijk wordt behaald met behulp van arbeid die
door natuurlijke personen om niet of naar een loon dat in belangrijke mate lager is
dan hetgeen in het economische verkeer gebruikelijk is, wordt verricht: de kosten
die met betrekking tot die personen aftrekbaar zouden zijn indien hun beloning plaats
zou vinden op basis van het minimumloon, verminderd met de werkelijke kosten, tenzij
als gevolg van deze aftrek ernstige concurrentieverstoring zou optreden.
2 Het in het eerste lid, onderdeel g, bedoelde gedeelte is het deel dat zich tot het
geheel van de over het jaar genoten winst verhoudt als het gedeelte van de totale
kosten van de coöperatie of de vereniging op coöperatieve grondslag over het jaar
dat betrekking heeft op door of jegens de leden verrichte prestaties, zich verhoudt
tot die totale kosten, met dien verstande dat het aldus berekende deel wordt vermeerderd
met € 2269 tot ten hoogste het bedrag van die winst. Bij de berekening van het gedeelte
van de totale kosten komen als door de leden geleverde zaken slechts in aanmerking
die welke door hen in eigen onderneming zijn voortgebracht, komen aan de leden geleverde
zaken, indien zij door de coöperatie of de vereniging op coöperatieve grondslag zelf
vervaardigd zijn, slechts in aanmerking tot de daarin verwerkte grondstoffen en komen
als op zaken betrekking hebbende kosten uitsluitend in aanmerking die welke aan de
leveranciers zelf ten goede zijn gekomen.
3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel h, komt wat betreft de toekenning
van aandelen en winstbewijzen slechts in aftrek het bedrag dat, al dan niet op de
voet van artikel 31 van de Wet op de loonbelasting 1964, bij de werknemer ter zake
van die toekenning als loon in aanmerking wordt genomen. Ter zake van de toekenning
van rechten om aandelen of winstbewijzen te verwerven of een daarmee gelijk te stellen
recht, komt slechts in aftrek het bedrag van de waarde in het economische verkeer
van dat recht, bepaald volgens bij ministeriële regeling te stellen regels. Bij ministeriële
regeling kunnen tevens regels worden gesteld met betrekking tot het tijdstip van de
aftrek.
4 Voorzover een lichaam als bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, aannemelijk maakt
dat in het economische verkeer met betrekking tot een in dat onderdeel bedoelde persoon
een hoger loon dan het minimumloon gebruikelijk is, worden de daar bedoelde aftrekbare
kosten berekend op basis van dat hogere loon.
5 De aftrek van het eerste lid, onderdeel j, wordt slechts in aanmerking genomen voorzover
deze meer bedraagt dan de aftrek van het eerste lid, onderdeel i. Indien de berekening
van de belastbare winst door de aftrekken van het eerste lid, onderdelen i en j, zou
leiden tot een negatief bedrag, blijft de aftrek ingevolge die onderdelen beperkt
tot een zodanig bedrag dat geen negatief bedrag ontstaat. Indien voor aftrek van de
aftrekken van het eerste lid, onderdelen i en j, de berekening van de belastbare winst
reeds leidt tot een negatief bedrag, vinden die aftrekken geen toepassing.
6 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorwaarden worden gesteld met betrekking
tot de toepassing van het eerste lid, onderdelen i en j.