Stb. 2009, 280, datum inwerkingtreding 02-07-2009, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 05-03-2009.
1 Als binnenlandse belastingplichtigen zijn aan de belasting onderworpen de in Nederland
gevestigde:
-
a. naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid,
open commanditaire vennootschappen en andere vennootschappen welker kapitaal geheel
of ten dele in aandelen is verdeeld;
-
b. coöperaties en verenigingen op coöperatieve grondslag;
-
c. onderlinge waarborgmaatschappijen en verenigingen welke op onderlinge grondslag als
verzekeraar of kredietinstelling optreden;
-
d. verenigingen en stichtingen die op de voet van de Woningwet bij koninklijk besluit
zijn toegelaten als instellingen die in het belang van de volkshuisvesting werkzaam
zijn;
-
e. hiervoor niet genoemde verenigingen en stichtingen alsmede andere dan publiekrechtelijke
rechtspersonen, indien en voor zover zij een onderneming drijven;
-
f. fondsen voor gemene rekening;
-
g. in het derde lid vermelde ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen.
2 Onder een fonds voor gemene rekening wordt verstaan een fonds ter verkrijging van
voordelen voor de deelgerechtigden door het voor gemene rekening beleggen of anderszins
aanwenden van gelden, mits van de deelgerechtigdheid in het fonds blijkt uit verhandelbare
bewijzen van deelgerechtigdheid. Een fonds voor gemene rekening wordt als onderneming
aangemerkt. De bewijzen van deelgerechtigdheid worden als verhandelbaar aangemerkt
indien voor vervreemding niet de toestemming van alle deelgerechtigden is vereist,
met dien verstande dat ingeval vervreemding uitsluitend kan plaatsvinden aan het fonds
voor gemene rekening of aan bloed- en aanverwanten in de rechte linie de bewijzen
niet als verhandelbaar worden aangemerkt.
3 Als ondernemingen als bedoeld zijn in het eerste lid, onderdeel g, worden aangemerkt:
-
1°. landbouwbedrijven;
-
2°. nijverheidsbedrijven met uitzondering van die welke uitsluitend of nagenoeg uitsluitend
water leveren;
-
3°. mijnbouwbedrijven;
-
4°. handelsbedrijven welke niet uitsluitend of nagenoeg uitsluitend de handel in onroerende
zaken of daarop betrekking hebbende rechten tot voorwerp hebben;
-
5°. vervoersbedrijven met uitzondering van bedrijven welke uitsluitend of nagenoeg uitsluitend
het vervoer van personen binnen de grenzen van een gemeente tot voorwerp hebben;
-
6°. bouwkassen.
Onder nijverheidsbedrijven worden mede begrepen bedrijven die gas, elektriciteit of
warmte produceren, transporteren of leveren alsmede bedrijven die netten of leidingen
aanleggen of beheren ten behoeve van het transport van gas, elektriciteit of warmte.
4 Heeft de oprichting van een lichaam plaatsgevonden naar Nederlands recht, dan wordt
voor de toepassing van deze wet, met uitzondering van de artikelen 13 tot en met 13d,
13i tot en met 13k, 14a, 14b, 15 en 15a, het lichaam steeds geacht in Nederland te
zijn gevestigd. Een Europese naamloze vennootschap die bij haar oprichting werd beheerst
door Nederlands recht, wordt voor de toepassing van de eerste volzin geacht te zijn
opgericht naar Nederlands recht.
5 De lichamen, vermeld in het eerste lid, onderdelen a, b, c en d, worden geacht hun
onderneming te drijven met behulp van hun gehele vermogen.
6 Voor de toepassing van deze wet wordt het bestaan van een naamloze vennootschap of
besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid steeds aangenomen, zodra en zolang
een onderneming als behorende aan een naamloze vennootschap of besloten vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid in het handelsregister staat ingeschreven.
7 Lichamen waarvan uitsluitend Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen onmiddellijk
of middellijk aandeelhouders, deelnemers of leden zijn, alsmede lichamen waarvan de
bestuurders uitsluitend door Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen onmiddellijk
of middellijk worden benoemd en ontslagen en welker vermogen bij liquidatie uitsluitend
ter beschikking van Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen komt, zijn slechts
aan de belasting onderworpen, voorzover zij een bedrijf uitoefenen als bedoeld is
in het derde lid. Het bepaalde in de vorige volzin is niet van toepassing ten aanzien
van:
-
a. het Nederlands Meetinstituut NV;
-
b. de N.V. Nederlands Inkoopcentrum (NIC);
-
c. de Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij;
-
d. De Koninklijke Nederlandse Munt N.V.;
-
e. lichamen waarin een rechtspersoon, aan wie een distributiebedrijf toebehoort in de
zin van de Wet energiedistributie, een belang heeft, alsmede lichamen die met een
zodanige rechtspersoon in een groep zijn verbonden in de zin van artikel 24b van boek
2 van het Burgerlijk Wetboek, welke lichamen activiteiten verrichten die eerstgenoemde
rechtspersoon ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Wet energiedistributie niet
zelf mag verrichten, tenzij die lichamen uitsluitend of nagenoeg uitsluitend water
leveren;
-
f. lichamen die een bedrijf uitoefenen als bedoeld in het derde lid, tweede volzin, met
uitzondering van lichamen die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend water leveren;
-
g. NOB Holding N.V.;
-
h. de N.V. Luchthaven Schiphol;
-
i. de N.V. KLIQ;
-
j. de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten;
-
k. de Nederlandse Waterschapsbank N.V.;
-
l. Fortis Bank Nederland (Holding) N.V.;
-
m. ASR Nederland N.V.;
-
n. Fortis Corporate Insurance N.V.;
alsmede de lichamen waarin deze rechtspersonen een belang hebben en de lichamen waarvan
deze rechtspersonen een bestuurder kunnen benoemen of ontslaan, met uitzondering van
lichamen die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend water leveren.