Besluit van 8 oktober 1969, tot uitvoering van de artikelen 13 en 14 van de Kernenergiewet
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 5 april 1967, no. 667/321
W.J.A., de Centrale Raad voor de Kernenergie gehoord;
Gelet op de artikelen 13, 14, 26, 73 en 76 van de Kernenergiewet (Stb. 1963, 82);
De Raad van State gehoord (advies van 26 april 1967, no. 51);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 3 oktober 1969, no. 669/658
W.J.A.;
Hebben goedgevonden en verstaan: