Besluit van 21 april 1970, houdende uitvoering van artikel 1, vierde lid, onder b
en c, van de Visserijwet 1963
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 20 maart 1970, No.
J 654, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gehoord het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Visserijschap, het Bedrijfschap
voor de Groothandel in Vis en Aanverwante Bedrijven en de Algemeene Hengelaarsbond;
Gelet op artikel 1, vierde lid, onder b en c, van de Visserijwet 1963;
De Raad van State gehoord (advies van 8 april 1970, nr. 23);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 15 april 1970, nr. J 907,
Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: