Wet van 9 juli 1970, houdende vaststelling van de Experimentenwet onderwijs
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor de ontwikkeling van het onderwijs
wenselijk is een regeling te treffen op grond waarvan onderwijskundige experimenten
kunnen worden gehouden die vallen buiten de kaders van de afzonderlijke onderwijswetten
en in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1967, 387) de mogelijkheden te verruimen tot afwijking wegens de bijzondere inrichting
van het onderwijs;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: