Definitiebepalingen
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
B. Analysevoorschriften
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Paragraaf 1 . Algemeen
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
De analyses worden uitgevoerd in het representatieve monster, dat is verkregen op
de in onderdeel A van deze bijlage vermelde wijze. Het onderzoek wordt in het water
als zodanig uitgevoerd, dus zonder dat daaruit bezinkbare of opdrijvende bestanddelen
zijn verwijderd. Er is in dit onderdeel verwezen naar normbladen, uitgegeven door
het Nederlands Normalisatie-Instituut. De publikatie van de normbladen wordt aangekondigd
in de Nederlandse Staatscourant. Een wijziging in een normblad wordt eerst van kracht
op 1 januari van het jaar volgende op dat waarin de bekendmaking van de wijziging
in de Nederlandse Staatscourant heeft plaatsgevonden.
De in tabel B en in tabel C vermelde bepalingsgrenzen zijn de concentraties van de
desbetreffende stoffen die bij de analyse tenminste aangetoond moeten kunnen worden.
Paragraaf 2 . Analyse
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
De analyse van het monster moet geschieden op de wijze, zoals is aangegeven in tabel
B.
Tabel B
Analyse
|
volgens
|
Normblad
|
bepalingsgrens
|
parameter/stof
|
ontsluiting
|
Meting
|
µg/l
|
chemisch zuurstofverbruik
|
|
NEN 6633
|
|
som ammoniumstikstof en organisch gebonden stikstof
|
|
NEN-ISO 5663 (EN 25 663) of NEN 6646
|
|
biochemisch zuurstofverbruik
|
|
NEN-EN 1899–1
|
|
arseen
|
NEN-EN-ISO 11 969
|
NEN-EN-ISO 11 969
|
1,5
|
cadmium
|
NEN 6465
|
NEN 6452 of NEN 6426
|
15,00
|
chroom
|
NEN 6465
|
NEN 6448 of NEN 6426
|
100,00
|
koper
|
NEN 6465
|
NEN 6451 of NEN 6426
|
35,00
|
kwik
|
NEN 6449
|
|
|
|
NEN-EN 1483
|
NEN 6449 of
|
|
|
|
NEN-EN 1483
|
0,25
|
lood
|
NEN 6465
|
NEN 6453 of NEN 6426
|
125,00
|
nikkel
|
NEN 6465
|
NEN 6456 of NEN 6426
|
100,00
|
zink
|
NEN 6465
|
NEN 6443 of NEN 6426
|
35,00
|
Indien het chloridegehalte en het metaalgehalte van het afvalwater hoger is dan 10
g/l onderscheidenlijk kleiner is dan 0,1 mg/l, geldt met betrekking tot de stoffen
cadmium, koper, lood, nikkel en zink het volgende:
Het monster dat gebruikt wordt voor de analyse op de stoffen cadmium, koper, lood,
nikkel en zink moet door filtratie gesplitst worden waarna het filtraat geëxtraheerd
moet worden volgens ISO 8288-C en het residu gedestrueerd moet worden volgens normblad
NEN 6447.
De verdere analyse van het filtraat en het residu dient te geschieden op de in tabel
B aangegeven wijze. Het aantal gewichtseenheden van de onderscheidenlijke metalen
in het monster wordt berekend door sommatie van de analyseresultaten van het filtraat
en het residu, rekening houdende met onderlinge gewichtshoeveelheden. Indien de met
behulp van analyse gevonden concentratie van de stoffen arseen, kwik en zink geringer
is dan de in tabel B bij de desbetreffende analyse vermelde bepalingsgrens, wordt
het aantal gewichtseenheden van die stof onderscheidenlijk van die stoffen voor de
berekening van de vervuilingswaarde op nihil gesteld. Het bovenstaande geldt ook met
betrekking tot de concentratie van de stof cadmium, chroom, koper, lood of nikkel
indien het afvalwater een soortelijke geleiding heeft van 1500 mS/cm of groter of
een zwevend stofgehalte van 100 µg/l of hoger heeft.
Indien de concentratie voor één of meer van de stoffen cadmium, chroom, koper, lood
en nikkel in het afvalwater, geringer is dan de in tabel b genoemde bepalingsgrens
onderscheidenlijk bepalingsgrenzen en het afvalwater een soortelijke geleiding heeft
van kleiner dan 1500 µS/cm en een zwevend stofgehalte van kleiner dan 100 mg/l, dient
de analyse op die stof met betrekking tot de meting te geschieden volgens het in tabel
C bij desbetreffende analyse genoemd normblad. De analysevoorschriften met betrekking
tot de ontsluiting van tabel B blijven in het bovengenoemd geval van toepassing. Indien
de met behulp van analyse, op de wijze zoals is aangegeven in tabel C, gevonden concentratie
van de stof onderscheidenlijk van die stoffen, geringer is dan de in tabel C bij de
desbetreffende analyse vermelde bepalingsgrens, wordt het aantal gewichtseenheden
van die stof onderscheidenlijk van die stoffen voor de berekening van de vervuilingswaarde
op nihil gesteld.
Tabel C
stof
|
meting volgens normblad
|
bepalingsgrens in µg/l
|
cadmium
|
NEN 6458 of NEN-EN-ISO 5961
|
0,30
|
Chroom
|
NEN 6444 of NEN-EN 1233
|
2,00
|
Koper
|
NEN 6454
|
10,00
|
Lood
|
NEN 6429
|
10,00
|
Nikkel
|
NEN 6430
|
7,00
|
C. Berekeningsvoorschriften
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
I. Het aantal vervuilingseenheden met betrekking tot het zuurstofverbruik, VeO, wordt
berekend door de som van het aantal gedurende elk etmaal van het heffingsjaar afgevoerde
hoeveelheden zuurstofverbruik, uitgedrukt in kilogrammen, te delen door 49,6 kilogram.
De gedurende een etmaal afgevoerde hoeveelheid zuurstofverbruik, uitgedrukt in kilogrammen,
wordt berekend volgens de formule:
waarbij:
Q = het debiet in m3;
CZV = het chemisch zuurstofverbruik bepaald volgens de in onderdeel B van deze bijlage
vermelde analysevoorschriften, in mg/l;
N-Kj = de som van ammonium-stikstof en organisch gebonden stikstof, bepaald volgens
de in onderdeel B van deze bijlage vermelde analysevoorschriften, in mg/l.
II. Indien de CZV-waarde voor ten minste 25% afkomstig is van biologisch niet of nagenoeg
niet afbreekbare stoffen in het afvalwater, wordt op die waarde een correctie toegepast
door deze te vermenigvuldigen met de breuk
, waarbij
T = het percentage CZV, afkomstig van biologisch niet of nagenoeg niet afbreekbare
stoffen.
T wordt berekend bij:
-
a. het brengen in rijkswater van zuurstofbindende stoffen, vanuit een inrichting, in
gebruik bij een provincie, een gemeente, een waterschap of een ander openbaar lichaam
of het brengen van zuurstofbindende stoffen met biochemisch zuurstofverbruik van niet
meer dan 20 mg/l vanuit een bedrijf of een bedrijfsonderdeel als bedoeld in artikel 2, onderdeel l, van het Uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren, met behulp van de methode van het biochemisch zuurstofverbruik na vijf dagen, volgens
de in onderdeel B van deze bijlage vermelde analysevoorschriften, in mg/l.
-
b. het brengen in rijkswater van zuurstofbindende stoffen in de niet onder a bedoelde
gevallen met behulp van een andere toereikende bepalingsmethode.
III. Het aantal vervuilingseenheden met betrekking tot andere dan zuurstofbindende
stoffen wordt berekend door de som van het aantal gedurende elk etmaal van het heffingsjaar
afgevoerde gewichtshoeveelheden van de onderstaande groepen van stoffen uitgedrukt
in kilogrammen, te delen door: 1,00 kilogram voor de groep van stoffen chroom, koper,
lood, nikkel en zink; 0,100 kilogram voor de groep van stoffen arseen, cadmium en
kwik.
De gedurende een etmaal afgevoerde gewichtshoeveelheden stoffen arseen, cadmium, chroom,
koper, kwik, lood, nikkel en zink, uitgedrukt in kilogrammen, wordt berekend volgens
de formule:
, [kg/etm] waarbij
Q = het debiet in m3;
c = de concentratie van respectievelijk de stoffen arseen, cadmium, chroom, koper,
kwik, lood, nikkel en zink, bepaald volgens de in onderdeel B van deze bijlage vermelde
analysevoorschriften in mg/l.
IV. Bij de bepaling van het aantal etmalen bedoeld in artikel 13, achtste lid, onderdeel b, wordt gebruik gemaakt van de volgende formule:
, waarbij:
n = het berekende aantal meetdagen
tso = toelaatbare statische onnauwkeurigheid =
35/e 0,000175*VeO, met dien verstande dat VeO vervangen kan worden door respectievelijk VeZ en VeG,
waarbij
VeO = vervuilingswaarde met betrekking tot het zuurstofverbruik in een jaar van de
in rijkswateren gebrachte stoffen. Onder VeG respectievelijk VeZ wordt verstaan de
vervuilingswaarde in een jaar van de in rijkswateren gebrachte stoffen met betrekking
tot de gewichtshoeveelheden van de stoffen chroom, koper, lood, nikkel en zink respectievelijk
van de stoffen arseen, cadmium en kwik;
N = het aantal dagen per jaar dat stoffen in rijkswateren worden gebracht;
σn = spreidingspercentage in de meetwaarden, uitgedrukt ten opzichte van het gemiddelde
van de hoeveelheden zuurstofverbruik van de afgevoerde stoffen in de etmalen waarop
gedurende het heffingsjaar onderzoek heeft plaatsgehad.