Wet van 23 april 1971, houdende regelen omtrent ambulancevervoer
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een regeling te treffen
inzake het vervoer van zieken en ongevalsslachtoffers, in het bijzonder voor zover
dit geschiedt met daarvoor ingerichte motorvoertuigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: