Wet van 23 april 1971, houdende regeling met betrekking tot de arbeid ten behoeve
van de volkshuishouding, de landsverdediging en de overheidsdienst voor het geval
van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone
omstandigheden
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor het geval van oorlog,
oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstandigheden
regelen te stellen met betrekking tot de arbeid ten behoeve van de volkshuishouding,
de landsverdediging en de overheidsdienst;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: