Stb. 2014, 273, datum inwerkingtreding 17-07-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 20-12-2012.
3 Bij de aanpassing van een uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van
de laatst vastgestelde dan wel overeenkomstig die leden aangepaste uitkering, waarbij
de toeslagen, bedoeld in de artikelen 14, tweede en derde lid, en 15, eerste en tweede lid, buiten beschouwing worden gelaten.
4 De aanpassing van een uitkering, bedoeld in het eerste lid, vindt plaats zonder dat
dit bij beschikking is vastgesteld.
5 De aangepaste uitkering, bedoeld in het vierde lid, wordt betaald bij de eerstvolgende
betaling nadat de aanpassing heeft plaatsgevonden.
6 Het bedrag, genoemd in artikel 19, vijfde lid, wordt door Onze Minister telkens herzien met ingang van 1 januari, voor zover de
ontwikkeling van de consumentenprijsindex in de periode 1 november tot en met 31 oktober
daaraan voorafgaande, daartoe aanleiding geeft.
7 Een besluit van Onze Minister ingevolge het zesde lid wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.