Besluit van 22 december 1972, houdende bepalingen met betrekking tot de rechtspositie
in rijksdienst van de administrateur en het personeel, bedoeld in artikel 5, derde
lid van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis, (Stb. 1972, 701) alsmede
van de voormalige grondwerktuigkundige van het regeringsvliegtuig
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 11 december 1972, nr.
AB72/U3361, Directoraat-Generaal Overheidspersoneelsbeleid, Directie Overheidspersoneelszaken,
Afdeling Algemene en Juridische Zaken;
gelet op artikel 5, derde lid, van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (Stb. 1972, 701) en op de artikelen 125, eerste lid en 134, eerste lid van de Ambtenarenwet 1929;
de Raad van State gehoord (advies van 20 december 1972, nr. 8);
gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 21 december 1972, nr. AB72/3484,
Directoraat-Generaal Overheidspersoneelsbeleid, Directie Overheidspersoneelszaken,
Afdeling Algemene en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: