Wet van 21 juni 1973, houdende tijdelijke regeling betreffende huurkoop van onroerend
goed
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een tijdelijke regeling
te treffen omtrent de huurkoop van onroerend goed bestemd of gebruikt tot bewoning;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: